mw. mr. N.B. Verkleij

De rechtbank schorst de toediening van clozapine aan verzoekster in afwachting van de beslissing op haar klacht, waarbij het belang van verzoekster zwaarder weegt dan de noodzaak tot onmiddellijke medicatie.

De rechtbank heeft een zorgmachtiging aangevraagd door de officier van justitie afgewezen, omdat de psychiater betrokkene niet persoonlijk heeft onderzocht, wat in strijd is met de wet.

De rechtbank verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor een betrokkene uit Afghanistan, vanwege dreigend ernstig nadeel door psychische problemen.

De rechtbank verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor een vrouw, geboren in 1971, tot en met 7 september 2020, vanwege dreigend ernstig nadeel en een manisch psychotisch toestandsbeeld.

De rechtbank wijst het verzoek tot voortzetting van de inbewaringstelling van een cliënt met het syndroom van Korsakov af, omdat de wettelijke basis ontbreekt.

De rechtbank verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1955, voor de duur van drie weken, vanwege onmiddellijk dreigend ernstig nadeel.

De Rechtbank Den Haag verleent op 6 februari 2020 een zorgmachtiging voor een vrouw, geboren in 1939, op basis van de Wvggz, vanwege ernstige psychische problemen en risico's voor haar gezondheid.

De Rechtbank Den Haag verleent op 10 januari 2020 een machtiging tot voortzetting van een crisismaatregel voor een vrouw, gebaseerd op de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg, vanwege dreigend ernstig nadeel door psychische problemen.

De rechtbank Den Haag oordeelde dat de moeder in strijd met het gezagsrecht handelde door de dochter zonder toestemming van de vader te laten testen op een school. De vader kreeg gelijk en de moeder moest de dochter op 16 september 2018 aan hem meegeven.

De rechtbank verleent de moeder toestemming om met de minderjarige te verhuizen, na afweging van de belangen van beide ouders en het kind.

De rechtbank Den Haag benoemt een bijzondere curator in een zaak van internationale kinderontvoering, waarbij de vader de terugkeer van zijn kinderen naar het Verenigd Koninkrijk verzoekt.

De rechtbank verleent de moeder toestemming om met de kinderen te verhuizen naar [plaatsnaam 2] en hen in te schrijven op de basisschool [naam school 2]. De zorgregeling wordt uitgebreid, waarbij de kinderen om de week bij de vader verblijven.

De rechtbank heeft het verzoek van de moeder om vervangende toestemming voor verhuizing met de kinderen naar Zeeland afgewezen, omdat dit niet in het belang van de kinderen is.

De rechtbank Den Haag wijst het verzoek van de vader tot teruggeleiding van de kinderen naar [woonplaats vader] af, omdat de gemaakte afspraken tussen de ouders de belangen van de kinderen beter dienen.

De rechtbank beslist over gezagsuitoefening en zorgregeling voor minderjarigen, waarbij verzoeken van de ouders worden behandeld en afgewezen. Iedere partij draagt zijn eigen proceskosten.

De rechtbank heeft bepaald dat de hoofdverblijfplaats van de minderjarige bij de vader zal zijn, en heeft het verzoek om eenhoofdig gezag voorlopig aangehouden. Een zorgregeling is vastgesteld onder begeleiding van Jeugdbescherming West.

De rechtbank heeft het verzoek tot vaststelling van het Nederlanderschap van een kind, geboren uit een bigaam huwelijk, afgewezen. De erkenning van de familierechtelijke relatie leidt niet tot verkrijging van de Nederlandse nationaliteit.

De rechtbank heeft het verzoek tot vaststelling van het Nederlanderschap van een kind, geboren uit een bigaam huwelijk, afgewezen. De familierechtelijke relatie kon ten tijde van de geboorte niet erkend worden, waardoor het kind geen Nederlanderschap heeft verkregen.

De rechtbank heeft het verzoek van een man om vaststelling van zijn Nederlanderschap afgewezen, omdat de erkenning door zijn vader niet kan worden erkend volgens Nederlands recht.

De rechtbank heeft de echtscheiding uitgesproken en de man veroordeeld tot betaling van € 1.360,-- per maand aan de vrouw als partneralimentatie. Tevens is een gebruiksvergoeding van € 1.400,-- per maand vastgesteld voor de echtelijke woning.

De rechtbank gelast de terugkeer van [minderjarige 1] naar Duitsland en veroordeelt de vader tot betaling van kosten aan de moeder. Voorlopige ondertoezichtstelling van het kind is uitgesproken.

De rechtbank heeft het verzoek van een Surinaamse verzoeker tot vaststelling van het Nederlanderschap afgewezen, omdat hij bij de inwerkingtreding van de TOS automatisch de Surinaamse nationaliteit verkreeg en de Nederlandse nationaliteit verloor.

De rechtbank wijst het verzoek tot vaststelling van het Nederlanderschap af, omdat verzoekster niet voldeed aan de vereisten van het Vreemdelingenbesluit en niet meegenaturaliseerd is met haar moeder.

Rechtbank Den Haag wijst verzoek tot vaststelling van Nederlanderschap af; verzoeker deed afstand van nationaliteit onder druk, maar rechtbank oordeelt dat er geen dwang was.

De rechtbank heeft de verzoeken van de moeder om met de kinderen te verhuizen en hen in te schrijven op een nieuwe school afgewezen, omdat het belang van de kinderen en de vader zwaarder weegt dan het belang van de moeder.

Rechtbank Den Haag wijst verzoek van moeder om verhuizing met minderjarige af en stelt zorgregeling vast.

De rechtbank gelast de terugkeer van [minderjarige 1] naar Zwitserland, oordelend dat de moeder niet heeft aangetoond dat er een gezamenlijke intentie was om de verblijfplaats te wijzigen naar Nederland.

De rechtbank heeft het verzoek tot vaststelling van het Nederlanderschap van een minderjarige afgewezen, oordelend dat zij geen recht op de Nederlandse nationaliteit heeft verkregen op basis van Senegalese wetgeving.

De rechtbank heeft het verzoek van een vader om het Nederlanderschap van zijn minderjarige kinderen vast te stellen afgewezen, omdat de kinderen hun nationaliteit verloren door de afstandsverklaring van de vader.

De rechtbank heeft beslist dat de vader en moeder gezamenlijk gezag krijgen over hun dochter en dat de omgang één keer per vier weken zal plaatsvinden, met een dwangsom voor de moeder bij niet-nakoming.

De rechtbank heeft de man veroordeeld tot betaling van € 1.953,- per maand aan de vrouw als partneralimentatie en € 500,- per maand voor de minderjarige. De verdeling van de huwelijksgemeenschap is vastgesteld, met toedeling van de woning aan de vrouw onder voorwaarden.

De rechtbank gelast de terugkeer van een minderjarige naar Marokko na internationale kinderontvoering door de moeder, en veroordeelt haar tot betaling van kosten aan de vader.

De rechtbank heeft het verzoek van een moeder om vast te stellen dat haar minderjarige zoon de Nederlandse nationaliteit bezit afgewezen, omdat onvoldoende bewijs is geleverd voor de familierechtelijke betrekking met de vader bij de geboorte.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de minderjarigen de Nederlandse nationaliteit bezitten op basis van Keniaans recht en 'parental responsibility'.

De voorzieningenrechter verleent de moeder vervangende toestemming om met de minderjarige van 20 juli tot 17 augustus 2017 naar Ethiopië te reizen, ondanks verzet van de vader.

De rechtbank onderzoekt of wettigheidserkenning naar Pakistaans recht leidt tot familierechtelijke betrekkingen tussen verzoeker en minderjarigen, en vraagt het IJI om advies.

De rechtbank oordeelt dat de minderjarige de Nederlandse nationaliteit bezit, omdat de verliestermijn niet is ingegaan. Het verzoek wordt toegewezen.

De rechtbank heeft het verzoek tot vaststelling van het Nederlanderschap afgewezen omdat het naturalisatiebesluit van de verzoeker, verkregen met valse persoonsgegevens, geen rechtsgevolg heeft.

De rechtbank wijst het verzoek van de vrouw tot pensioenverevening af, maar kent haar € 8.891,34 toe voor kosten van tenuitvoerlegging van alimentatie.

De rechtbank verklaart het bezwaar van de man tegen het besluit van de Centrale autoriteit ongegrond, omdat er geen sprake is van ongeoorloofde overbrenging van zijn dochter.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat verzoekster sinds 19 september 1991 de Nederlandse nationaliteit bezit, gelijkstelling van Costa Ricaanse adoptie met erkenning.

De rechtbank heeft het verzoek tot vaststelling van het Nederlanderschap van de minderjarige afgewezen, omdat verzoekster niet de Nederlandse nationaliteit bezat ten tijde van de geboorte van de minderjarige.

De rechtbank heeft het verzoek tot vaststelling van het Nederlanderschap afgewezen, omdat verzoekster door registratie in de Dominicaanse Republiek vrijwillig de Dominicaanse nationaliteit heeft verkregen, waardoor zij haar Nederlandse nationaliteit heeft verloren.

Rechtbank Den Haag wijst verzoek tot teruggeleiding van minderjarige naar Letland af. Gewone verblijfplaats is Nederland. Ouders in conflict, schadelijk voor kind.

De rechtbank verklaart de moeder niet-ontvankelijk in haar verzoek tot teruggeleiding van de minderjarige naar Spanje, omdat zij eerder had ingestemd met een verblijf bij de vader in Nederland.

De rechtbank verklaart zich onbevoegd om kennis te nemen van het verzoek tot teruggeleiding van kinderen uit Ivoorkust naar Nederland.

Echtscheiding uitgesproken met nevenverzoeken over minderjarige in Brunei; hoofdverblijfplaats bij de vrouw, zorgregeling vastgesteld, kinderalimentatie € 350 per maand, partneralimentatie en huwelijkse voorwaarden afgewezen.

De rechtbank heeft echtscheiding uitgesproken en nevenvoorzieningen getroffen, waaronder de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de vrouw, kinderalimentatie van € 1.100,00 per maand voor de man, en toestemming voor buitenlandse reizen met de kinderen.

De rechtbank erkent een buitenlandse uitspraak over kinderalimentatie en stelt de man verplicht om 2.500 Rand per maand per kind te betalen, met ingang van 24 januari 2013.

Rechtbank Den Haag erkent de Nederlandse nationaliteit van verzoeker, geboren in de Dominicaanse Republiek, op basis van erkenning door zijn vader op 13 januari 1995.

Rechtbank Den Haag oordeelt over omgangsverzoek van grootouders met kleinkind. Grootouders zijn ontvankelijk, maar er is behoefte aan onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming.

De rechtbank gelast de onmiddellijke terugkeer van een minderjarige vanuit Syrië naar Nederland, ondanks dat Syrië geen partij is bij het Haags Kinderontvoeringsverdrag.

De rechtbank wijzigt de hoofdverblijfplaats van de minderjarige naar de vader en stelt een zorgregeling vast, waarbij de minderjarige wekelijks contact heeft met de vader onder begeleiding.

De rechtbank heeft een machtiging tot uithuisplaatsing verleend voor een vijfjarig jongetje, waarbij de William Schrikker Stichting is gemachtigd om het kind uit huis te plaatsen in een pleegzorgvoorziening.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de erkenningen van de verzoekers door [X] zijn bekrachtigd, waardoor zij de Nederlandse nationaliteit hebben verkregen.

De rechtbank heeft het verzoek van de moeder om vervangende toestemming voor verhuizing naar Groot-Brittannië afgewezen en de hoofdverblijfplaats van de minderjarige aangehouden voor onderzoek.

De rechtbank heeft het verzoek van de moeder om vervangende toestemming voor verhuizing naar Polen afgewezen, omdat het belang van de minderjarige om contact met de vader te behouden zwaarder weegt.

De rechtbank heeft vastgesteld dat [verzoekster] vanaf 13 maart 1996 in het bezit is van de Nederlandse nationaliteit, na meegenaturaliseerd te zijn met haar moeder.

De rechtbank verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek om vaststelling van het Nederlanderschap, omdat het intrekkingsbesluit formele rechtskracht heeft verkregen.

De rechtbank wijst het verzoek van verzoekster om vaststelling van het Nederlanderschap af, omdat zij niet voldoet aan de voorwaarden van de Rijkswet op het Nederlanderschap.

De rechtbank oordeelt dat verzoekster vanaf haar geboorte in het bezit is van de Nederlandse nationaliteit en wijst het verzoek van de IND af.

Rechtbank Den Haag gelastte de terugkeer van een minderjarige naar Bulgarije na ongeoorloofde overbrenging door de moeder naar Nederland. De rechtbank verklaarde zich onbevoegd om van de omgangsregeling kennis te nemen.

Tussenbeschikking over echtscheiding, zorgregeling en alimentatie, met uitspraak over hoofdverblijfplaats van kinderen en kinderalimentatie van € 320 per maand per kind.

De rechtbank heeft de vrouw het gebruik van de echtelijke woning toegewezen, het minderjarige kind aan haar toevertrouwd en voorlopige alimentatie vastgesteld op € 750,- voor het kind en € 2.000,- voor de vrouw.

De vordering van de vrouw tot afgifte van de kinderen werd afgewezen, omdat het in het belang van de kinderen is om in hun vertrouwde omgeving te blijven wonen.

De rechtbank heeft het verzoek van de moeder om vervangende toestemming voor verhuizing naar Groot-Brittannië afgewezen, evenals de verzoeken van de vader.

De rechtbank heeft een omgangsregeling vastgesteld tussen de vader en de minderjarigen, waarbij de vader in de oneven weken op zaterdag en in de even weken op vrijdagmiddag omgang heeft. Er zijn geen objectieve aanwijzingen voor onveiligheid.

De rechtbank Den Haag heeft het verzoek van de vader tot teruggeleiding van twee minderjarigen naar Suriname afgewezen, oordelend dat de moeder geen toestemming nodig had voor de verhuizing naar Nederland.

Rechtbank Den Haag oordeelt over echtscheiding en zorgregeling na ongeoorloofde verhuizing van vrouw naar Duitsland. Hoofdverblijfplaats van kinderen blijft bij de vrouw, zorgregeling vastgesteld.

Rechtbank Den Haag verleent toestemming aan de moeder voor verhuizing van minderjarigen naar [plaats] en wijzigt de zorgregeling.

Rechtbank Den Haag verleent vervangende toestemming voor verhuizing van de minderjarige naar Wormer en past de zorgregeling aan.

Rechtbank Den Haag wijst verzoek van moeder om verhuizing naar Suriname af; hoofdverblijfplaats van minderjarigen bij moeder vastgesteld; zorgregeling vastgesteld.

De rechtbank heeft de echtscheiding uitgesproken en de man veroordeeld tot betaling van € 39.716,-- aan de vrouw, en tot medewerking aan de overdracht van zijn aandeel in de bedrijfsruimte. Verzoeken van de man tot vergoeding van kosten zijn afgewezen.

De kinderrechter heeft het verzoek van de moeder tot vervallenverklaring van een schriftelijke aanwijzing afgewezen, met de verplichting voor ouders om samen deel te nemen aan het traject 'Kinderen uit de knel'.

De rechtbank heeft de verzoeken van de moeder om wijziging van gezag en zorgregeling afgewezen en de behandeling aangehouden, met nadruk op het welzijn van de kinderen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat [A], geboren in België, vanaf [datum 2] de Nederlandse nationaliteit bezit, na erkenning door verzoeker, zijn biologische vader.

De Rechtbank Den Haag heeft op 11 mei 2015 de adoptie van een minderjarige uit Nigeria toegewezen, evenals de wijziging van zijn voornaam en de vaststelling van geboortegegevens.

De rechtbank heeft op 8 april 2015 de minderjarige voorlopig onder toezicht gesteld na ongeoorloofde verhuizing door de moeder, die zonder toestemming naar [plaats] is verhuisd. De situatie vereist dringend toezicht voor het welzijn van de minderjarige.

De rechtbank beveelt de toevoeging van een advocaat aan de moeder in een voogdijzaak vanwege haar geestelijke stoornis, en houdt de behandeling aan tot een pro forma datum.

De rechtbank heeft de man verplicht om vanaf 1 januari 2015 € 95,- per maand te betalen als kinderalimentatie voor de minderjarige, na vaststelling van de behoefte en draagkracht.

De rechtbank heeft op 12 februari 2015 de echtscheiding uitgesproken, de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de vrouw bepaald, en de kinderalimentatie vastgesteld. De partneralimentatie is vastgesteld op € 600,00 per maand. De verdeling van de huwelijksgemeenschap is ook vastgesteld.

De rechtbank oordeelt dat de Nederlandse rechter geen rechtsmacht heeft in het verzoek tot toevertrouwing van minderjarigen, omdat de kinderen niet in Nederland verblijven en de vrouw de rechtsmacht niet heeft aanvaard.

De rechtbank gelast de onmiddellijke terugkeer van de minderjarigen naar Nederland na ongeoorloofde overbrenging naar Pakistan door de moeder.

De rechtbank gelast de teruggeleiding van een minderjarige naar Hongarije na ongeoorloofde overbrenging door de moeder. De vader verzoekt om terugkeer op basis van het Haagse Verdrag.

De rechtbank heeft het verzoek tot teruggeleiding van kinderen naar Curaçao toegewezen, oordelend dat er geen weigeringsgronden aanwezig waren.

Rechtbank Den Haag wijst het verzoek om kinderalimentatie af wegens onvoldoende onderbouwing van de financiële situatie door de vrouw.

De rechtbank heeft verzoeken tot toevertrouwing van minderjarigen afgewezen en de huidige co-ouderschapsregeling gehandhaafd, waarbij de kinderen om de week bij beide ouders verblijven.

Rechtbank Den Haag beslist over voorlopige voorzieningen inzake omgang en kinderalimentatie in een echtscheidingsprocedure tussen een Britse vrouw en een Pakistaanse man.

De rechtbank gelast de terugkeer van de minderjarige naar Oostenrijk, waarbij de vader de minderjarige uiterlijk op 20 december 2014 dient terug te brengen.

De rechtbank gelast de terugkeer van een minderjarige naar Polen en veroordeelt de vader tot betaling van € 2.950,-- aan de moeder voor gemaakte kosten.

De rechtbank heeft het verzoek tot teruggeleiding van drie minderjarigen naar Suriname toegewezen, oordelend dat de overbrenging ongeoorloofd was. De moeder werd veroordeeld tot betaling van € 6.562,55 aan de vader voor gemaakte kosten.

De rechtbank gelast de terugkeer van de minderjarige naar het Verenigd Koninkrijk, oordeelt dat de vader geen toestemming heeft gegeven voor de overbrenging en verwerpt de weigeringsgrond van eerwraak.

De rechtbank heeft een omgangsregeling vastgesteld waarbij de kinderen eenmaal per veertien dagen op zondag bij de vader verblijven, na zorgen over de invloed van het geloof van de vader en communicatieproblemen tussen de ouders.

De rechtbank verklaart zich onbevoegd inzake gezagsrecht over [de minderjarige 2] in Pakistan en wijst het verzoek van de moeder om eenhoofdig gezag over [de minderjarige 1] af.

De rechtbank heeft op 1 mei 2014 het verzoek van [A] tot erkenning van [B] en vaststelling van het Nederlanderschap afgewezen, omdat de erkenning niet rechtsgeldig was volgens Kameroens recht.

De rechtbank heeft het verzoek tot teruggeleiding van de minderjarige naar Soedan afgewezen, omdat dit zou leiden tot een ondragelijke toestand voor het kind.

De rechtbank gelast de terugkeer van de minderjarige naar Peru en oordeelt dat de gewone verblijfplaats in Peru was. De vader wordt veroordeeld tot betaling van kosten aan de moeder.

De rechtbank wijst het verzoek van twee Ghanaese verzoeksters tot vaststelling van hun Nederlanderschap af, omdat de geboorteakten niet gelegaliseerd zijn en het biologisch vaderschap niet tijdig is aangetoond.

De rechtbank heeft het verzoek tot vaststelling van het Nederlanderschap van een minderjarige afgewezen, omdat het Nederlanderschap bij Koninklijk Besluit was onthouden en het EVN niet van toepassing was.

De rechtbank heeft het verzoek tot teruggeleiding van minderjarigen afgewezen, oordelend dat de moeder niet in strijd met het gezagsrecht van de vader heeft gehandeld en dat de kinderen niet in een ondragelijke toestand zouden verkeren bij terugkeer naar Marokko.

De rechtbank Den Haag heeft het verzoek van de moeder tot teruggeleiding van de minderjarige naar Mexico afgewezen, omdat de gewone verblijfplaats van de minderjarige was gewijzigd naar Nederland.

De rechtbank heeft beslist dat er op dit moment geen omgangsregeling kan worden vastgesteld tussen de vader en de minderjarige dochter, gezien de kwetsbaarheid van het kind. De vader mag vier keer per jaar een kaartje sturen.

Echtscheiding toegewezen; verzoek partneralimentatie afgewezen wegens wangedrag van de man. Verdelen van huwelijksgemeenschap vastgesteld.

De rechtbank vernietigt overeenkomsten tussen Turkse Nederlanders en Kombassan Holding en Kombassan Insaat wegens dwaling en onvoldoende informatie, en veroordeelt tot terugbetaling van ingelegde bedragen.

De rechtbank heeft het verzoek om vaststelling van de Nederlandse nationaliteit afgewezen, omdat de verzoeker gebruik heeft gemaakt van valse personalia en niet voldoende identificeerbaar was.

De rechtbank stelt vast dat [verzoeker] vanaf zijn geboorte tot [geboortedatum] 2003 in het bezit is geweest van de Nederlandse nationaliteit, maar dat hij deze thans niet meer bezit.

De rechtbank wijst het verzoek van [A], [B] en [C] af om vast te stellen dat zij de Nederlandse nationaliteit bezitten, omdat zij deze nooit hebben verkregen. De verstrekte paspoorten waren gebaseerd op een nietige optieverklaring.

Eiser vordert schadevergoeding van gedaagde wegens onrechtmatige openbaarmaking van videobeelden. De rechtbank oordeelt dat gedaagde 20% van de schade moet vergoeden, met een totaalbedrag van € 29.751,38.

Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat aannemer [B] aansprakelijk is voor gebreken bij de aanleg van een badkamer, met schadevergoeding van € 28.265,89 aan eiser [A].

De rechtbank oordeelt dat de erfgenamen de nalatenschap niet zuiver hebben aanvaard. Vorderingen van Alliance c.s. worden afgewezen en het beslag op de woning van [A] wordt onrechtmatig verklaard.

Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat ontslag van minderheidsaandeelhouder als bestuurder niet leidt tot gedwongen overname van aandelen. Vordering van [A.] afgewezen.

Geschil tussen Genencor International B.V. en Eurosyn S.R.L. over distributie- en agentuurovereenkomst. Vordering tot betaling en schadevergoeding. Comparitie van partijen bevolen.

De rechtbank oordeelt dat Aegon onvoldoende bewijs heeft geleverd voor brandstichting door de verzekerden en moet dekking verlenen voor de schade door de brand.

De rechtbank oordeelt dat de bestuurders van ZHG Beheer aansprakelijk zijn voor onbehoorlijk bestuur door onterecht hoge managementvergoedingen uit te betalen, wat heeft bijgedragen aan het faillissement. De bestuurders worden hoofdelijk veroordeeld tot betaling van het boedeltekort.

Westport Petroleum verzocht om een voorlopig getuigenverhoor, maar de rechtbank wees dit verzoek af, oordelend dat de kwalificatie van slurry oil als afvalstof ter uitsluitende beoordeling van de bestuursrechter staat.

De rechtbank oordeelt dat de verdachte schuldig is aan zware mishandeling, met ernstige verwondingen voor het slachtoffer. Hij krijgt een gevangenisstraf van 210 dagen, een voorwaardelijke straf en een taakstraf, plus schadevergoeding aan het slachtoffer.

De rechtbank veroordeelt de verdachte tot 10 jaar gevangenisstraf voor een gewelddadige roofoverval met ernstige gevolgen voor de slachtoffers, waaronder zware mishandeling en poging tot doodslag.

De politierechter veroordeelt de verdachte tot 240 uur werkstraf en een geldboete van € 7.500 voor het aanwezig hebben en bewerken van hennep in een coffeeshop, na een rechtmatige politie-inval op basis van een warmtescan.

De politierechter veroordeelt de verdachte tot 240 uur werkstraf en € 2.500,- boete voor het overtreden van de Opiumwet door hennep te bewerken en aanwezig te hebben, gebaseerd op een warmtescan.

De rechtbank 's-Gravenhage heeft verdachte vrijgesproken van afpersing, maar schuldig bevonden aan het voorhanden hebben van een vuurwapen. Hij kreeg 5 maanden gevangenisstraf.

Verdachte veroordeeld tot 9 maanden gevangenisstraf (6 maanden voorwaardelijk) en 180 uren werkstraf voor het voorhanden hebben van vuurwapens en munitie.

Moeder vrijgesproken van het in hulpeloze toestand brengen van haar dochters, maar schuldig bevonden aan mishandeling. Werkstraf van 40 uur voorwaardelijk opgelegd.

De rechtbank wijst het wrakingsverzoek van verzoeker tegen kantonrechter mr. P. [A] af, omdat onvoldoende feiten zijn aangedragen die de vrees voor partijdigheid onderbouwen.

Verzoeker is niet-ontvankelijk in zijn wrakingsverzoek tegen mr. [ A ], omdat dit niet tijdig is ingediend. De rechtbank oordeelt dat verzoeker op de hoogte was van de feiten en omstandigheden die aanleiding gaven tot het verzoek.

Verdachte veroordeeld voor diefstal met geweld en bedreiging in winkel. Maatregel ISD van 2 jaar en gevangenisstraf van 3 maanden opgelegd. Vordering benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard.

De rechtbank 's-Gravenhage veroordeelt de verdachte voor poging tot diefstal en diefstal uit verenigingsgebouwen tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden en een werkstraf van 200 uren.

De rechtbank spreekt de verdachte vrij van de hem ten laste gelegde feiten in een zaak over een verkeersongeval, waarbij hij met 87 km/u reed op een Provinciale weg.

De rechtbank 's-Gravenhage heeft op 16 september 2004 een verdachte veroordeeld voor meermalen verkrachting van een minderjarig meisje, met een leerstraf van 80 uren en voorwaardelijke jeugddetentie van 4 maanden. De vordering van het slachtoffer tot schadevergoeding van € 5.000,-- is toegewezen.

De rechtbank 's-Gravenhage heeft een verdachte veroordeeld voor ontucht en verkrachting van een minderjarig meisje, met een voorwaardelijke jeugddetentie van vier maanden en een leerstraf van 80 uren.

De rechtbank 's-Gravenhage heeft een verdachte veroordeeld voor meervoudige verkrachting van een minderjarig meisje in een doveninstituut, met een leerstraf van 80 uren en voorwaardelijke jeugddetentie van 2 maanden.

De rechtbank 's-Gravenhage heeft een verdachte veroordeeld voor ontucht en verkrachting van een minderjarig meisje, met een leerstraf van 80 uren en voorwaardelijke jeugddetentie van 4 maanden, plus € 5.000,-- schadevergoeding aan het slachtoffer.

De rechtbank 's-Gravenhage heeft op 16 september 2004 een verdachte vrijgesproken van primair telastgelegde feiten, maar medeplichtigheid aan ontuchtige handelingen met een minderjarige bewezen verklaard. De verdachte is veroordeeld tot een leerstraf van 80 uren en voorwaardelijke jeugddetentie van 1 maand, met een schadevergoeding van € 5.000,-- aan het slachtoffer.

De rechtbank 's-Gravenhage heeft een verdachte veroordeeld voor meermalen ontucht en verkrachting van een minderjarig meisje, met een leerstraf van 80 uren en een voorwaardelijke jeugddetentie van vier maanden.

De rechtbank 's-Gravenhage heeft een verdachte veroordeeld tot vier maanden jeugddetentie voor het meermalen plegen van ontucht en verkrachting van een minderjarig meisje, met een schadevergoeding van € 5.000,-- aan het slachtoffer.

De rechtbank 's-Gravenhage heeft een verdachte schuldig bevonden aan meermalen verkrachting van een minderjarig meisje en opgelegd: 80 uren leerstraf, 2 maanden voorwaardelijke jeugddetentie en € 5.000,-- schadevergoeding aan het slachtoffer.

De rechtbank spreekt de verdachte vrij van ontuchtige handelingen met een meisje bij doveninstituut Effatha wegens gebrek aan bewijs en heft de voorlopige hechtenis op.

De rechtbank wijst de vordering tot ontruiming van een perceel grond af, omdat de gedaagden als bezitters te kwader trouw zijn en de rechtsvordering is verjaard.