ECLI:NL:RBDHA:2017:16575
Rechtbank Den Haag
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vervangende toestemming voor vakantie naar Ethiopië
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter op 18 juli 2017 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een moeder en een vader over vervangende toestemming voor een vakantie naar Ethiopië met hun minderjarige kind. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. Ö. Aydogan, vorderde toestemming om met de minderjarige, geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], van 20 juli 2017 tot en met 17 augustus 2017 naar Ethiopië te reizen. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.M. Bekooij, weigerde deze toestemming te verlenen, wat leidde tot de procedure. De ouders zijn van 17 februari 2003 tot 20 december 2007 met elkaar gehuwd geweest en hebben gezamenlijk het ouderlijk gezag over de minderjarige. De minderjarige heeft de hoofdverblijfplaats bij de moeder en heeft in de afgelopen twee jaar nauwelijks contact met de vader gehad.
Tijdens de mondelinge behandeling op 17 juli 2017 heeft de vader een recent reisadvies van Ethiopië overgelegd. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat, hoewel Ethiopië als onveilig wordt beschouwd, de specifieke risico's zich vooral in bepaalde regio's voordoen en niet in Addis Ababa, waar de moeder en de minderjarige bij familie zullen verblijven. De moeder heeft verklaard niet van plan te zijn buiten Addis Ababa te reizen en heeft retourtickets geboekt. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de vordering van de moeder moet worden toegewezen, omdat de vader onvoldoende heeft onderbouwd dat de reis onveilig zou zijn voor de minderjarige.
De voorzieningenrechter heeft ook opgemerkt dat de communicatie tussen de ouders verbeterd moet worden in het belang van de minderjarige. Wat betreft de proceskosten heeft de rechter bepaald dat iedere partij de eigen kosten draagt, omdat de moeder de vader voor een voldongen feit heeft geplaatst door zonder overleg vliegtickets te boeken. De uitspraak verleent de moeder vervangende toestemming voor de reis naar Ethiopië, verklaart het vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wijst het meer of anders gevorderde af.