Uitspraak
Gezagsuitoefening
[moeder] ,
[vader]
Procedure
Feiten
Verzoek en verweer
Beoordeling
- de vrijheid van een ouder om zijn/haar leven opnieuw in te richten;
- de noodzaak om te verhuizen;
- de mate waarin de verhuizing is voorbereid en doordacht;
- het recht van de andere ouder en de minderjarigen op onverminderd contact met elkaar in hun vertrouwde omgeving;
- de door de verhuizende ouder aangeboden alternatieven dan wel compensatie om de gevolgen van de verhuizing (zoals vermindering van contact en extra kosten) te verzachten;
- de bestendigheid van een nieuwe relatie van de verhuizende ouder;
- de mate waarin de ouders in staat zijn tot onderling overleg;
- de leeftijd van de minderjarigen, hun mening en de mate waarin de minderjarigen zijn geworteld in hun omgeving;
- het feit dat een ouder aangeeft niet te zullen verhuizen als de rechtbank geen vervangende toestemming geeft.
De moeder weet niet wat haar partner zal doen als zij geen vervangende toestemming krijgt voor de verhuizing.
Het feit dat de moeder niet weet wat haar partner gaat doen zij als geen toestemming krijgt voor de verhuizing, maakt niet dat getwijfeld moet worden aan de bestendigheid van de relatie tussen haar en haar partner. Mogelijk verhuist de partner dan zonder de moeder, maar gesteld noch gebleken is dat in dat geval ook de relatie zou worden verbroken.
Beslissing
- in de even weken vanaf vrijdag 16.00 uur, waarbij de moeder de minderjarigen bij de (groot)vader (vaderszijde) brengt, tot zondag 19.00 uur, waarbij de vader de minderjarigen bij de moeder brengt,
- alsmede maximaal vijf extra dagen ten opzichte van en in aanvulling op de voormelde door het Gerechtshof bij beschikking van 23 januari 2013 vastgestelde vakantie- en feestdagenregeling, in onderling overleg tussen partijen te bepalen;