ECLI:NL:RBDHA:2020:8012

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
17 augustus 2020
Publicatiedatum
21 augustus 2020
Zaaknummer
C/09/597734 / FA RK 20-5485
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 17 augustus 2020 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een vrouw, geboren in 1971, die momenteel verblijft in een accommodatie. De officier van justitie had op 13 augustus 2020 een verzoek ingediend tot voortzetting van de crisismaatregel, die eerder op 12 augustus 2020 was opgelegd. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling van het verzoek telefonisch gehouden, vanwege de geldende veiligheidsmaatregelen in verband met COVID-19. Tijdens de zitting zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de betrokkene zelf, een arts, en de advocaat van de betrokkene, mr. M.J.A. Grimmelikhuijsen.

De betrokkene heeft verklaard dat ze een goede nacht heeft gehad, maar is bang haar kinderen en hulphond kwijt te raken. Ze heeft een verleden als remedial teacher en heeft eerder vrijwillig hulp gezocht. De arts heeft echter zorgen geuit over haar manische toestandsbeeld en het gebrek aan ziektebesef. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, waaronder ernstig lichamelijk letsel en psychische schade, en dat de betrokkene regelmatig in conflict komt met anderen.

De rechtbank oordeelt dat de voorgestelde verplichte zorg noodzakelijk is om het dreigende nadeel af te wenden. De machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel is verleend voor een periode van drie weken, tot en met 7 september 2020. De rechtbank heeft het meer of anders verzochte afgewezen. Deze beschikking is gegeven door rechter N.B. Verkleij, bijgestaan door griffier K.A.M. Boeije, en is uitgesproken ter openbare zitting.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/597734 / FA RK 20-5485
Datum beschikking: 17 augustus 2020

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel

Beschikkingnaar aanleiding van het op 13 augustus 2020 door de officier van justitie ingediende verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[de vrouw]

hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedag] 1971 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
thans verblijvende in de accommodatie [verblijfplaats]
advocaat: mr. M.J.A. Grimmelikhuijsen te 's-Gravenhage.

Procesverloop

Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 13 augustus 2020, heeft de officier van justitie verzocht om voortzetting van de op 12 augustus 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente ‘s-Gravenhage tot het nemen van de crisismaatregel;
  • een op 12 augustus 2020 ondertekende medische verklaring van [psychiater] die betrokkene heeft onderzocht maar niet bij haar behandeling betrokken was;
- een uittreksel uit de justitiële documentatie (blanco);
- een afschrift van de politiemutaties.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 17 augustus 2020.
Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen gelijktijdig telefonisch gehoord door de rechtbank omdat het houden van een fysieke zitting vanwege de geldende veiligheidsmaatregelen met betrekking tot het coronavirus niet mogelijk was:
- de [arts] , [verpleegkundige] en [coassistent] allen in aanwezigheid van betrokkene;
- de advocaat.
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig werd geacht door de officier van justitie, is de officier van justitie niet telefonisch gehoord.

Standpunten ter zitting

Betrokkene verklaart dat ze een bijzonder goede nacht heeft gehad zonder nachtmerries.
Betrokkene is bang haar kinderen (8 en 6 jaar) en haar hulphond kwijt te raken. Over haar in de stukken vermelde breedsprakigheid verklaart ze dat die er alleen maar is als de manie er is. Zij praat graag en schrijft gedichten en boeken. Het is misgegaan in 2011. Betrokkene had een goedlopende praktijk en werkte met autistische kinderen en andere kinderen met problemen. Zij is remedial teacher en verklaart erg hoog geschoold te zijn. Wat er is voorgevallen in het [hotel] en in de winkelstraat berust enkel op vergissingen en miscommunicatie volgens betrokkene.
De arts verklaart dat er veel zorgen zijn om mevrouw en dat zij een aanhoudend manisch toestandsbeeld vertoont. Het gaat nu wel iets beter, er is meer sprake van ziektebesef en inzicht, maar de breedsprakigheid blijft. Betrokkene kan snel boos worden en is gedesoriënteerd in haar handelen. Zij moet nog worden ingesteld op medicatie (ook antipsychotica) en dan wordt er toegewerkt naar een soepele overgang naar het ambulantewijkteam
De advocaat pleit voor afwijzing van het verzoek, omdat haar cliënte zelf ook inziet dat het belang van de kinderen voorop staat. Betrokkene heeft eerder vrijwillig hulp willen aanvaarden. Zij hoopt op vertrouwen.
Betrokkene geeft desgevraagd aan dat zij openstaat voor een vrijwillig verblijf. Ze doet wat er wordt gezegd. Betrokkene wil alleen maar een goede moeder zijn. Haar kinderen moeten niet worden belast met haar problemen. Betrokkene staat open voor hulp.
De arts geeft aan betrokkene nog onvoldoende te kennen om te kunnen oordelen of de behandeling vrijwillig kan worden voortgezet. Collega’s zien een wisselend beeld en betrokkene kan nog steeds erg snel boos worden. Gelet op de aard van de stoornis kan nog niet voldoende op de vrijwilligheid van betrokkene worden vertrouwd.
De verzochte vormen van verplichte zorg worden doorgenomen.

Beoordeling

Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijke risico op:
  • ernstig lichamelijk letsel
  • ernstige psychische schade
  • maatschappelijke teloorgang
  • de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept
  • de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
Betrokkene komt regelmatig in conflict met anderen en veroorzaakt veel onrust. Tevens heeft zij de zorg voor haar twee jonge minderjarige kinderen, die in de afgelopen periode zijn belast met haar problemen.
Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, te weten een manisch psychotisch toestandsbeeld in het kader van haar schizo-affectieve stoornis, bipolaire type.
De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
De rechtbank is van oordeel dat, anders dan de in de crisismaatregel genoemde zorg, de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om het nadeel af te wenden, te weten:
  • beperken van de bewegingsvrijheid;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
  • opnemen in een accommodatie.
Ter zitting is gebleken dat de overige verzochte vormen van verplichte zorg niet nodig zijn. De rechtbank zal het verzoek in zoverre afwijzen.
Betrokkene verzet zich tegen deze zorg. Betrokkene verklaart nu weliswaar hulp te zullen accepteren, en dit komt ook oprecht over, maar gelet op de aard van de ziekte, die stemmingswisselingen meebrengt en de volgens de psychiater nog steeds aanwezige manische verschijnselen, kan op dit moment niet voldoende op de bestendigheid van die wens worden vertrouwd.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na heden.

Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van:

[de vrouw]

geboren op [geboortedag] 1971 te [geboorteplaats] ,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
  • beperken van de bewegingsvrijheid;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
  • opnemen in een accommodatie;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 7 september 2020;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. N.B. Verkleij, rechter, bijgestaan door K.A.M. Boeije als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 17 augustus 2020.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 20 augustus 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.