Uitspraak
Omgang
Beschikking op het op 28 februari 2013 ingekomen verzoek van:
[de man],
[de vrouw],
Procedure
Beoordeling
Nu tussen de man en de minderjarige al geruime tijd geen contact heeft plaatsgevonden en de minderjarige zelf ook geen contact wenst met de man, vindt de raad onder de voormelde omstandigheden een omgangsregeling op dit moment te belastend voor de minderjarige. Daarbij neemt de raad in aanmerking dat de man door het beperkte contact in het verleden weinig inzicht heeft in de ontwikkeling van de minderjarige en haar problematiek lijkt te onderschatten. De raad adviseert dat de mogelijkheid van contact met de vader in de toekomst wel open moet worden gehouden, omdat dat contact met beide ouders noodzakelijk is voor een evenwichtige identiteitsontwikkeling van kinderen.
Wat echter ook de oorzaak is van het feit dat de minderjarige nu geen omgang met haar vader wil, feit is dat zij daartegen grote weerstand heeft. Gedwongen contact zal daarom naar het oordeel van de rechtbank momenteel, in combinatie met haar problematiek, naar verwachting een negatieve invloed hebben op de verdere ontwikkeling van de minderjarige. De rechtbank acht voortzetting van de individuele hulpverlening voor de minderjarige noodzakelijk om haar sterker te maken en haar huidige negatieve beeldvorming over de man te veranderen alvorens geacht kan worden aan een fysieke ontmoeting. Dit maakt dat de rechtbank het niet in het belang van de minderjarige acht thans een omgangsregeling vast te stellen, al kan de rechtbank zich voorstellen dat de vader dit als erg onrechtvaardig ervaart. Bij haar beslissing speelt voor de rechtbank echter ook een rol dat de vader de problematiek van de minderjarige lijkt te ontkennen, althans te onderschatten, terwijl deze problematiek in het contact met de minderjarige een behoedzame aanpak van hem als vader zou vergen.