Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- het op 19 mei 2014 ingekomen verzoekschrift,
- de brieven van mr. Van Bremen van 31 oktober en 17 december 2014 en 4 februari en
- de brieven van de IND van 10 juli 2014 en 14 juli 2015,
- de brief van de officier van justitie van 4 augustus 2015.
2.De feiten
3.Het verzoek en het standpunt van de IND
4.De beoordeling
Op grond van het voorgaande heeft verzoekster niet op grond van artikel 2 lid 1 aanhef en onder a WNI de Nederlandse nationaliteit verkregen. De stelling van verzoekster dat zij als derde generatie een sterke band met Nederland heeft, kan dit niet anders maken.
het wettig, gewettigd of door den vader erkend natuurlijk kind, waarvan tijdens de geboorte de vader den staat van Nederlander bezit;