In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van internationale kinderontvoering, heeft de rechtbank Den Haag op 24 augustus 2018 een tussenbeschikking gegeven. De vader, wonende in het Verenigd Koninkrijk, heeft verzocht om de onmiddellijke terugkeer van zijn kinderen, die door de moeder naar Nederland zijn gebracht. De moeder, die de Nederlandse nationaliteit heeft, heeft verweer gevoerd tegen dit verzoek. De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder het verzoekschrift en een brief van de moeder. Tijdens een regiezitting op 15 augustus 2018 zijn beide ouders verschenen, bijgestaan door hun advocaten, en is er gesproken over de mogelijkheid van crossborder mediation. De rechtbank heeft besloten dat, gezien de belangen van de kinderen, een bijzondere curator benoemd moet worden. Deze curator zal gesprekken voeren met de kinderen om hun mening over hun verblijf in Nederland en het Verenigd Koninkrijk te achterhalen. De rechtbank heeft de bijzondere curator de opdracht gegeven om uiterlijk twee dagen voor de volgende zitting een schriftelijk verslag op te stellen. De beslissing om de bijzondere curator te benoemen is genomen om de belangen van de minderjarigen te waarborgen, gezien de complexe situatie waarin de ouders zich bevinden. De rechtbank heeft verder iedere beslissing aangehouden tot de volgende zitting.