Uitspraak
Gezagsuitoefening
Beschikking op het op 20 april 2015 ingekomen verzoek van:
[vader]
[moeder]
Procedure
- het verzoekschrift;
- het verweerschrift tevens houdende zelfstandig verzoek;
- de brief d.d. 29 juni 2015, met bijlagen, van de zijde van de vader.
Feiten
Verzoek en verweer
Beoordeling
- de vrijheid van een ouder om zijn/haar leven opnieuw in te richten;
- de noodzaak om te verhuizen;
- de mate waarin de verhuizing is voorbereid en doordacht;
- de door de ouder aangeboden alternatieven dan wel compensatie om de gevolgen van de verhuizing te verzachten;
- de mate waarin de ouders in staat zijn tot onderling overleg;
- het recht van de andere ouder en de minderjarigen op onverminderd contact met elkaar in hun vertrouwde omgeving;
- de leeftijd van de minderjarigen, hun mening en de mate waarin de minderjarigen zijn geworteld in hun omgeving;
- het feit dat een ouder aangeeft niet te zullen verhuizen als de rechtbank geen vervangende toestemming geeft.
Wat de minderjarigen betreft is de rechtbank van oordeel dat er aanwijzingen zijn dat het juist niet in hun belang is om naar Suriname te verhuizen. Hoewel de moeder heeft gesteld dat zijzelf gelukkiger is in Suriname en dat de minderjarigen daar ook baat bij hebben, ziet de rechtbank voor de minderjarigen duidelijke nadelen van een verblijf in Suriname. Voor beide minderjarigen betekent een verhuizing naar Suriname immers voor de tweede maal een onderbreking van hun schoolloopbaan en een verstoring van het contact met vrienden. Met name voor [minderjarige] is dit ongewenst, aangezien zij na een doublure in het afgelopen schooljaar thans over is naar het vierde jaar en het komende schooljaar eindexamen zal doen. Indien zij dit in Suriname zou doen, zou zij daarna hoogstwaarschijnlijk niet in Suriname gaan studeren, zodat er dan opnieuw een grote wijziging in haar verblijfplaats zou plaatsvinden. [minderjarige] heeft, in ieder geval mede als gevolg van de problemen tussen de ouders en de onduidelijkheid over haar verblijfplaats, een turbulente periode achter de rug, waarin zij ook individuele hulpverlening van Stichting Jeugdformaat heeft gekregen. Het gaat nu goed met haar, zoals zij zelf ook heeft aangegeven tegenover de rechtbank. Hoewel [minderjarige] zelf heeft aangegeven dat zij nu wel naar Suriname wil verhuizen, acht de rechtbank het niet in haar belang om op dit moment opnieuw een wijziging aan te brengen in haar leefsituatie en het evenwicht in haar leven te verstoren. Ook [minderjarige] wordt geacht gebaat te zijn bij rust en stabiliteit. Daarnaast wordt het contact van de minderjarigen met hun vader in Nederland door de grote afstand ernstig beperkt, terwijl daarvoor nauwelijks compensatie mogelijk is.
Bij een afweging van de belangen van de moeder en die van de kinderen dient thans naar het oordeel van de rechtbank het meeste gewicht te worden toegekend aan de belangen van de kinderen. De rechtbank zal het verzoek van de moeder om vervangende toestemming te verlenen voor een verhuizing naar Suriname derhalve afwijzen. De rechtbank gaat ervan uit dat de moeder haar toezegging gestand zal doen en zich zal gaan richten op haar leven met de minderjarigen in Nederland.