Uitspraak
Beschikking op het op 8 september 2016 ingekomen verzoekschrift van:
[verzoekster]
DE STAAT DER NEDERLANDEN,
Procedure
Verzoek en het standpunt van de IND en de officier van justitie
Feiten
- Verzoekster is geboren op [huwelijksdatum] te Costa Rica als natuurlijk kind van [naam] (de moeder); zij verkreeg bij haar geboorte de Costa Ricaanse nationaliteit.
- Op 7 november 1987 is de moeder gehuwd met de heer [echtgenoot van moeder] (hierna: de man), van Nederlandse nationaliteit.
- In 1991 is verzoekster geadopteerd door de man. Zij heeft ter zake een besluit van de eerste familierechtbank van [plaatsnaam] van 19 september 1991 overgelegd. Dit betrof een Costa Ricaanse stiefouderadoptie.
- Op 30 juli 1996 is een akte van erkenning opgemaakt bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente ’s-Gravenhage, waarbij de man verzoekster heeft erkend en waarbij is gekozen voor de geslachtsnaam [echtgenoot van moeder] .
- In 1999 heeft verzoekster een verblijfsvergunning aangevraagd als vreemdeling c.q. niet-Nederlander.
- Op 10 mei 2000 heeft verzoekster zich vanuit Costa Rica in Nederland gevestigd.
- Op enig moment is verzoekster in de Nederlandse basisadministratie geregistreerd met de Nederlandse nationaliteit, met ingangsdatum 30 juli 1996.
- Op 26 april 2006 is aan verzoekster een Nederlands paspoort verstrekt.
- Op 11 mei 2007 is verzoekster teruggegaan naar Costa Rica.
- In 2015 heeft verzoekster zich in België gevestigd.
- Op 3 april 2015 is aan verzoekster in België een Nederlands paspoort verstrekt door de (Nederlandse) minister van Buitenlandse Zaken.
- Bij brief van 27 juni 2016 heeft het Ministerie van Veiligheid en Justitie aan verzoekster medegedeeld dat zij niet de Nederlandse nationaliteit bezit, omdat de erkenning van verzoekster op 30 juli 1996, tijdens haar meerderjarigheid, niet heeft geleid tot verkrijging van de Nederlandse nationaliteit en niet is gebleken dat zij op andere wijze de Nederlandse nationaliteit heeft verkregen.
- Het Nederlandse paspoort van verzoekster is onlangs vervallen verklaard op de grond dat verzoekster niet de Nederlandse nationaliteit bezit.
Beoordeling
1 april 2003 wordt Nederlander de minderjarige vreemdeling die door een Nederlander wordt erkend.
Beslissing
M.P. Verloop, bijgestaan door mr. M. Molenaar als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 11 mei 2017.