Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.De feiten in conventie en in reconventie
- [de minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] te [geboorteplaats] ( [de minderjarige 1] ), en
- [de minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] te [geboorteplaats] ( [de minderjarige 2] ).
3.Het geschil
- de moeder te bevelen om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis [de minderjarige 2] aan de vader mee te geven;
- te beslissen dat beide kinderen hun verblijfplaats vanaf de dag na betekening van dit vonnis bij de vader zullen hebben in afwachting van de uitspraak in de echtscheidingsprocedure;
4.De beoordeling van het geschil
Uit het door de advocaat van de vader overgelegde faxbericht blijkt dat mr. Marić op 6 september 2018 namens de vader bij mr. Hoogenraad heeft geïnformeerd naar verhinderdata ten behoeve van het voeren van een kort geding. Mr. Hoogenraad heeft in reactie hierop op diezelfde dag zijn verhinderdata verstrekt en daarbij te kennen gegeven dat de dagvaarding aan zijn kantoor betekend mag worden. Omdat de moeder volgens de verklaring van haar advocaat gedagvaard kon worden op het adres van haar advocaat, is niet aannemelijk geworden dat de moeder door het vermelden van het onjuiste adres in de dagvaarding onredelijk is benadeeld. Dit maakt dat de vermelding van het verkeerde adres in dit geval geen gebrek is dat tot nietigheid van de dagvaarding leidt. De moeder is behoorlijk opgeroepen.
4.5. De voorzieningenrechter merkt op dat zij uiteraard niets kan afdoen aan het verlangen van de moeder om in [plaats 2] te wonen in een voor haar vertrouwde en prettige omgeving. Door de geboorte van de twee kinderen uit het huwelijk van partijen is echter een situatie ontstaan waarin de moeder haar wensen om zich elders te vestigen niet zonder meer met medeneming van de kinderen tot uitvoering kan brengen. Daarvoor is de toestemming van de andere ouder vereist, en als deze die toestemming niet wil geven, vervangende toestemming van de rechtbank. Nu de rechtbank, nadat zowel de ouders als beide kinderen hierover zijn gehoord, die toestemming niet heeft verleend, is de verblijfplaats van [de minderjarige 2] in [plaats 1] gebleven en behoort zij naar school te gaan in [plaats 1] , op de basisschool waar zij is ingeschreven en die zij tot de zomervakantie heeft bezocht. Dit is een vertrouwde omgeving voor [de minderjarige 2] . Ook al zal deze beslissing een teleurstelling voor haar zijn, gelet op de door de moeder gewekte verwachtingen, is het niet van dien aard dat dit in strijd met haar belang kan worden geacht en kan dus ook niet geoordeeld geworden dat er een spoedeisend belang is zoals hiervoor onder 4.3 bedoeld.
Het voorgaande betekent dat de vordering van de vader tot afgifte van [de minderjarige 2] zal worden toegewezen. Daarbij zijn partijen ter terechtzitting overeengekomen dat de afgifte het beste kan plaatsvinden op zondag 16 september 2018 om 14.00 uur, waarbij de vader zowel [de minderjarige 1] als [de minderjarige 2] zal komen ophalen bij de moeder. Het is aan de moeder om [de minderjarige 2] op deze overdracht voor te bereiden en ervoor te zorgen dat [de minderjarige 2] die middag met de vader mee terug zal gaan naar [plaats 1] .
5.De beslissing
- bepaalt dat de twee minderjarige kinderen van partijen,
- [de minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] te [geboorteplaats] , en
- [de minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] te [geboorteplaats] ,
- beveelt de moeder om de minderjarige dochter van partijen [de minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] te [geboorteplaats] , op zondag 16 september 2018 om 14.00 uur aan de vader mee te geven;
€ 10.000,-;
- verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af het meer of anders gevorderde;