Uitspraak
Scheiding
Beschikking op het op 31 december 2013 ingekomen verzoek van:
[vrouw] ,
[man] ,
Procedure
- het verzoekschrift;
- het verweerschrift tevens verzoekschrift;
Verzoek en verweer
Feiten
Beoordeling
de bedrijfsruimte aan de [adres] te [plaats]
De rechtbank overweegt in dit verband ten slotte dat de vrouw ter terechtzitting heeft verklaard dat zij bereid is een betalingsregeling met de man te treffen, bijvoorbeeld door een deel van zijn pensioenaanspraak aan haar over te dragen.
Uit de gedingstukken blijkt het volgende omtrent de afwikkeling van de verkoopopbrengst. De hypotheek bij PVF van € 137.622,-- is in zijn geheel uit de opbrengst afgelost. De vrouw heeft het restant van de opbrengst van € 86.308,-- ontvangen ter aflossing van voornoemde schuld van de man aan haar van € 117.500,--, zodat van deze schuld nog € 31.192,-- resteerde. Nu de man voordien al € 9.100,-- op de lening had afgelost, bedroeg het restant van de lening nog € 22.092,--, na aftrek van het consumptieve deel ad € 13.051,72 nog € 9.040,28. Dit bedrag dient als onderwaarde te worden aangemerkt, derhalve € 4.520,14 voor ieder der partijen. Voor de vrouw resteerde derhalve een vordering van € 17.751,86 (€ 13.051,72 plus € 4.520,14) op de man. Gelet op het feit dat de man reeds € 16.577,-- heeft voldaan, resteert een vordering van de vrouw op de man van € 994,86.
De vrouw heeft ter terechtzitting verklaard dat zij weliswaar ieder jaar een berekening maakte van de kosten van de huishouding en inzicht had in de inkomens van partijen, maar niet eerder om verrekening van de huishoudelijke kosten heeft gevraagd, omdat zij de man
– die in de bedoelde periode ook nog alimentatieverplichtingen had en veel andere lasten – in staat wilde stellen zijn schulden bij derden te voldoen, hoewel zij zich toen ook realiseerde dat de man wat financiën betreft over weinig discipline beschikt(e). De rechtbank stelt vast dat geconcludeerd moet worden dat partijen c.q. de vrouw bewust van de huwelijkse voorwaarden zijn/is afgeweken, terwijl deze bovendien bepalen dat geen van beiden verrekening of teruggaaf kan verlangen van wat één van hen meer van de kosten betreffende de gewonde gang van de huishouding dan de ander mocht hebben gedragen dan waartoe die ene verplicht was. Het verzoek van de vrouw moet derhalve worden afgewezen.
Beslissing
- bepaalt dat na de betekening van deze uitspraak veertien dagen dienen te zijn verstreken alvorens deze kan worden ingeschreven in de openbare registers;
- bepaalt dat de man zijn medewerking dient te verlenen aan de verkoop van de vouwwagen, merk Holtkamp Flyer, en de aanwezige kampeerbenodigdheden aan een derde, onder bepaling dat het aandeel van de man in de opbrengst van de verkoop in mindering zal komen op de schuld van de man als hiervoor bedoeld, met dien verstande dat indien een lagere verkoopopbrengst dan € 2.250,-- wordt gerealiseerd, de helft van het verschil ten laste van het aandeel van de man in de opbrengst komt;