Uitspraak
Beschikking op het op 10 september 2015 ingekomen verzoekschrift van:
[minderjarige] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , Ghana,
DE STAAT DER NEDERLANDEN,
Procedure
- het verzoekschrift;
- de brief d.d. 3 november 2015, met bijlage, van de zijde van de IND;
- de brief d.d. 24 februari 2016, met bijlagen, van de zijde van mr. Jangali;
- de brief d.d. 4 maart 2016, met bijlagen, van de zijde van mr. Jangali;
- de brief d.d. 18 maart 2016, met bijlage, van de zijde van mr. Jangali;
- de brief d.d. 23 mei 2016, met bijlagen, van de zijde van de IND;
- de conclusie van de officier van justitie d.d. 7 juli 2016;
- de fax d.d. 23 augustus 2016 van de zijde van mr. Jangali;
- de brief d.d. 26 oktober 2016, met bijlagen, van de zijde van mr. Jangali;
- de brief d.d. 21 maart 2017, met bijlagen, van de zijde van de IND;
- de fax d.d. 17 mei 2017, met bijlage, van de zijde van Jeugdbescherming.
Verzoek en het standpunt van de IND en de officier van justitie
Feiten
- Volgens de “certified copy of entry in register of births, entry no. 38”, opgemaakt op 12 januari 2006 door de
- Bij beschikking van deze rechtbank van 9 januari 2014 is vastgesteld dat de moeder van de minderjarige sinds 5 juni 1985 in het bezit is van de Nederlandse nationaliteit.
- Bij beschikking van 27 maart 2015 heeft de Hoge Raad de beschikking van deze rechtbank van 9 januari 2014 vernietigd, het verzoek om vast te stellen dat de moeder de Nederlandse nationaliteit bezit afgewezen en vastgesteld dat de moeder van 5 juni 1985 tot 1 april 2013 de Nederlandse nationaliteit had bezeten. In deze beschikking is bepaald dat de moeder ingevolge artikel 15, lid 1 aanhef en onder c, van de Rijkswet op het Nederlanderschap (RWN) op 1 april 2013 de Nederlandse nationaliteit heeft verloren, nu zij vanaf 1 april 2003 en derhalve ten tijde van de beschikking langer dan 10 jaar ononderbroken haar hoofdverblijf had in Ghana.
- Bij beschikking van 17 augustus 2015 van de rechtbank Amsterdam is Jeugdbescherming belast met de voorlopige voogdij over de minderjarige.
- Bij beschikking van 30 maart 2016 van de rechtbank Amsterdam is Jeugdbescherming benoemd tot voogd over de minderjarige.
- Bij beschikking van deze rechtbank van 13 oktober 2016 is het verzoek van de moeder om vast te stellen dat zij de Nederlandse nationaliteit bezit, afgewezen.
Beoordeling
- de verklaring van [naam 1] (oom van de minderjarige) d.d. 25 oktober 2016;
- de verklaring van [naam 1] (oma van de minderjarige) d.d. 25 oktober 2016;
- het verzoek d.d. 3 augustus 2005 om advies voor afgifte machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) van [naam 1] , de toenmalige vriend van de moeder van de minderjarige, ten behoeve van de moeder van de minderjarige;
- de brief d.d. 25 augustus 2005 van [toenmalige vriende moeder] , waarbij hij de aanvraag mvv ten behoeve van de moeder van de minderjarige intrekt.