ECLI:NL:RBDHA:2018:9136

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 augustus 2018
Publicatiedatum
27 juli 2018
Zaaknummer
C/09/542287 / FA RK 17-8362
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beschikking inzake gezagsuitoefening en zorgregeling voor minderjarigen

In deze beschikking van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 8 augustus 2018, wordt een verzoek behandeld dat op 1 november 2017 is ingediend door de moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. B.J.L. Baas. De vader, vertegenwoordigd door mr. M.N.G.N.H. Brech, wordt als belanghebbende aangemerkt. De ouders zijn eerder door de rechtbank verwezen naar een mediator om hun geschil over de zorg- en opvoedingstaken van hun minderjarige kinderen op te lossen. Tijdens de zitting op 4 juli 2018 zijn beide ouders verschenen en zijn er afspraken gemaakt over de behandeling van de kinderen door een kinderpsycholoog. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ouders het erover eens zijn dat de kinderen onderzocht zullen worden door een kinderpsycholoog en dat, indien nodig, behandeling zal volgen. De moeder heeft haar verzoeken met betrekking tot de reguliere zorgregeling en de hobby's/sport van de kinderen ingetrokken, waardoor de rechtbank hier niet op hoeft te beslissen.

De rechtbank heeft het verzoek van de moeder om vervangende toestemming voor de behandeling van de kinderen door een kinderpsycholoog afgewezen, omdat de vader heeft toegezegd mee te werken aan het onderzoek en de behandeling. Ook het verzoek van de moeder om informatieplicht jegens de vader over de voortgang van de behandeling is afgewezen, omdat de psycholoog beide ouders op de hoogte moet houden. De vader had verzocht om de moeder te veroordelen in de proceskosten, maar de rechtbank heeft dit verzoek afgewezen, omdat beide partijen hun eigen kosten moeten dragen. De rechtbank heeft bovendien opgemerkt dat het in het belang van de kinderen is dat de ouders een hulpverleningstraject volgen om de communicatie en verstandhouding te verbeteren. De beschikking eindigt met de beslissing dat iedere partij de eigen proceskosten draagt en dat het meer of anders verzochte wordt afgewezen.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Meervoudige Kamer
Rekestnummer: FA RK 17-8362
Zaaknummer: C/09/542287
Datum beschikking: 8 augustus 2018

Gezagsuitoefening

Beschikking op het op 1 november 2017 ingekomen verzoek van:

[verzoekster] ,

de moeder,
wonende te [woonplaats]
advocaat: mr. B.J.L. Baas te Maarssen.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[belanghebbende] ,

de vader,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. M.N.G.N.H. Brech te ‘s-Gravenhage.

Procedure

Bij beschikking van 12 december 2017 van deze rechtbank zijn de ouders naar de voor hen bekende mediator verwezen om te trachten hun geschil ten aanzien van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken (hierna: zorgregeling) met betrekking tot de minderjarigen:
  • [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
  • [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
alsmede de verzoeken van de moeder terzake hobby/ sport en behandeling door een kinderpsycholoog, door middel van mediation tot een oplossing te brengen. Iedere verdere beslissing ten aanzien van de zorgregeling, de verzoeken terzake hobby/sport en terzake behandelding door een kinderpsycholoog alsmede de kostenveroordeling is aangehouden.
De rechtbank heeft wederom kennis genomen van de stukken, waaronder thans ook:
  • het F9-formulier met bijlage van 13 maart 2018 van de zijde van de moeder;
  • het F9-formulier met bijlage van 15 maart 2018 van de zijde van de vader;
  • het F9-formulier met bijlage van 16 maart 2018 van de zijde van de moeder;
  • het F9-formulier met bijlage van 16 maart 2018 van de zijde van de vader;
  • het F9-formulier met bijlagen van 31 mei 2018 van de zijde van de vader;
  • het F9-formulier met bijlagen van 22 juni 2018 van de zijde van de moeder;
  • het F9-formulier met bijlagen van 29 juni 2018 van de zijde van de vader.
Op 4 juli 2018 is de behandeling ter terechtzitting voortgezet. Hierbij zijn verschenen: de moeder met haar advocaat en de vader met zijn advocaat.

Beoordeling

De rechtbank handhaaft al hetgeen bij genoemde beschikking is overwogen en beslist.
Zorgregeling en hobby/sport
Ter terechtzitting heeft de moeder haar verzoeken met betrekking tot de reguliere zorgregeling en de hobby’s/sport van de kinderen ingetrokken. De rechtbank hoeft op deze punten dus niet te beslissen.
Vakanties en feestdagen
Ten aanzien van het verzoek met betrekking tot de wijziging van de verdeling van de vakanties en de feestdagen is de rechtbank van oordeel dat de moeder onvoldoende de noodzaak van de wijziging naar voren heeft gebracht. De rechtbank wijst het verzoek derhalve af.
Vervangende toestemming behandeling kinderpsycholoog
Ter terechtzitting hebben de ouders afspraken gemaakt over de behandeling van de kinderen door een kinderpsycholoog, inhoudende dat beide ouders het erover eens zijn dat de kinderen naar een kinderpsycholoog zullen gaan. De kinderen zullen door de kinderpsycholoog worden onderzocht. Indien door de kinderpsycholoog wordt geconstateerd dat de kinderen behandeling nodig hebben, zijn de ouders het erover eens dat de kinderen door de kinderpsycholoog zullen worden behandeld. De moeder zal de huisarts per e-mail om een suggestie voor een kinderpsycholoog vragen, waarbij de vader in de CC van de e-mail wordt gezet. Indien de huisarts geen suggestie voor een kinderpsycholoog heeft, dan vragen de ouders het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) om een suggestie voor een kinderpsycholoog.
Gelet op de toezegging van de vader ter zitting dat hij zal meewerken aan onderzoek en eventueel behandeling van de kinderen door een kinderpsycholoog en op de afspraken die de ouders in dit verband hebben gemaakt, is de rechtbank van oordeel dat de moeder geen belang meer heeft bij haar verzoek om vervangende toestemming. De rechtbank wijst dit verzoek dan ook af.
Ten aanzien van het verzoek tot bepaling dat de moeder een informatieplicht heeft jegens de vader over de voortgang van de behandeling door de kinderpsycholoog, overweegt de rechtbank dat de psycholoog is gehouden om zowel de vader als de moeder op de hoogte te stellen van de voortgang van de behandeling, nu beide ouders met het gezag over de kinderen zijn belast. De rechtbank zal dit verzoek bij gebrek aan belang eveneens afwijzen.
Proceskosten
De vader heeft verzocht de moeder te veroordelen in de werkelijke kosten van het geding. Volgens de vader had de moeder eerst met hem moeten overleggen voordat zij de onderhavige procedure startte. Daarnaast blijft de moeder het gevecht met de vader aangaan. De onderhavige procedure is hiervan het gevolg, aldus de vader.
De moeder is van mening dat beide partijen de eigen proceskosten moeten dragen. De vader heeft namelijk zelf ook proceskosten veroorzaakt, omdat de zaak na de vorige zitting wat de moeder betreft op de stukken had kunnen worden afgedaan. Daarnaast heeft de vader niet gereageerd op de verzoeken van de moeder met betrekking tot de behandeling van de kinderen door een kinderpsycholoog. Zij heeft hierdoor een procedure moeten starten.
Gelet op de overgelegde stukken is het de rechtbank gebleken dat de vader meerdere malen geen (duidelijk) antwoord heeft gegeven op de verzoeken van de moeder om toestemming te verlenen voor behandeling van de kinderen door een kinderpsycholoog. De moeder heeft de vader ook gevraagd of hij een voorkeur had voor een specifieke psycholoog. Ook overigens ziet de rechtbank in hetgeen door de vader is gesteld onvoldoende aanleiding om de moeder in de proceskosten te veroordelen. De rechtbank zal het verzoek van de vader dus afwijzen. Gelet op het feit dat het hier een procedure van familierechtelijke aard betreft, ziet de rechtbank aanleiding de proceskosten te compenseren als hierna vermeld.
Ten overvloede merkt de rechtbank nog op dat – zodra de gemoederen die samenhangen met de onderhavige procedure zijn bedaard – het in het belang van de kinderen is dat de ouders een hulpverleningstraject zoals Kinderen uit de Knel zullen gaan volgen. De rechtbank is van oordeel dat het programma Kinderen uit de Knel kan bijdragen aan het verbeteren van de onderlinge communicatie en verstandhouding tussen de ouders en het opbouwen van wederzijds vertrouwen. De rechtbank hoopt dat de ouders door de contacten met de aan te zoeken kinderpsycholoog meer inzicht zullen krijgen in wat de huidige situatie met de kinderen doet en wat de ouders ieder aan verbetering daarvan kunnen bijdragen.

Beslissing

De rechtbank:
bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten draagt;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mrs. N.B. Verkleij, H.M. Boone en M.P. Verloop, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. L. Lagerwerf als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 8 augustus 2018.