In deze beschikking van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 8 augustus 2018, wordt een verzoek behandeld dat op 1 november 2017 is ingediend door de moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. B.J.L. Baas. De vader, vertegenwoordigd door mr. M.N.G.N.H. Brech, wordt als belanghebbende aangemerkt. De ouders zijn eerder door de rechtbank verwezen naar een mediator om hun geschil over de zorg- en opvoedingstaken van hun minderjarige kinderen op te lossen. Tijdens de zitting op 4 juli 2018 zijn beide ouders verschenen en zijn er afspraken gemaakt over de behandeling van de kinderen door een kinderpsycholoog. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ouders het erover eens zijn dat de kinderen onderzocht zullen worden door een kinderpsycholoog en dat, indien nodig, behandeling zal volgen. De moeder heeft haar verzoeken met betrekking tot de reguliere zorgregeling en de hobby's/sport van de kinderen ingetrokken, waardoor de rechtbank hier niet op hoeft te beslissen.
De rechtbank heeft het verzoek van de moeder om vervangende toestemming voor de behandeling van de kinderen door een kinderpsycholoog afgewezen, omdat de vader heeft toegezegd mee te werken aan het onderzoek en de behandeling. Ook het verzoek van de moeder om informatieplicht jegens de vader over de voortgang van de behandeling is afgewezen, omdat de psycholoog beide ouders op de hoogte moet houden. De vader had verzocht om de moeder te veroordelen in de proceskosten, maar de rechtbank heeft dit verzoek afgewezen, omdat beide partijen hun eigen kosten moeten dragen. De rechtbank heeft bovendien opgemerkt dat het in het belang van de kinderen is dat de ouders een hulpverleningstraject volgen om de communicatie en verstandhouding te verbeteren. De beschikking eindigt met de beslissing dat iedere partij de eigen proceskosten draagt en dat het meer of anders verzochte wordt afgewezen.