ECLI:NL:RBSGR:2004:AR5784
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- N.B. Verkleij
- M.Th. Boerlage
- A.C. Zuidema
- Rechtspraak.nl
Verkeersongeval met overschrijding van de snelheid op een Provinciale weg
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 12 november 2004 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die betrokken was bij een verkeersongeval. De verdachte reed bij het naderen van een kruising met een snelheid van 87 kilometer per uur, terwijl de maximaal toegestane snelheid 80 kilometer per uur was. Door middel van een verkeersongevalsanalyse is vastgesteld dat de verdachte, zelfs als hij met de toegestane snelheid had gereden, niet op tijd had kunnen stoppen voor de plaats van de botsing. De rechtbank oordeelt dat het overschrijden van de snelheid met 7 kilometer per uur op een Provinciale weg niet van zodanige aard is dat dit automatisch leidt tot roekeloos of aanmerkelijk onvoorzichtig gedrag. Er waren geen andere voertuigen voor de vrachtwagen van de verdachte en hij had vrij zicht op de weg.
De rechtbank overweegt verder dat van de verdachte niet verwacht kon worden dat hij, rijdende over een Provinciale weg waar voorrang aan hem verleend diende te worden, een zodanige snelheid aanhield dat hij in staat was om de vrachtwagen tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien. De verdachte had redelijkerwijs niet hoeven te verwachten dat het slachtoffer hem geen voorrang zou verlenen. Zelfs als hij meer rekening had gehouden met de mogelijkheid van een voorrangsovertreding door het slachtoffer, zou hij het ongeval niet hebben kunnen voorkomen.
De rechtbank wijst op een eerdere uitspraak van de Hoge Raad, maar concludeert dat de omstandigheden in die zaak niet vergelijkbaar zijn met de huidige. Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat de verdachte niet wettig en overtuigend bewezen is dat hij de hem ten laste gelegde feiten heeft begaan, en spreekt hem vrij. De officier van justitie had gevorderd dat de verdachte zou worden veroordeeld tot een geldboete en een werkstraf, maar de rechtbank heeft deze vordering afgewezen.