Feiten
- Partijen hebben een affectieve relatie met elkaar gehad.
- Zij zijn de ouders van het volgende thans nog minderjarige kind:
- [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] .
- Partijen oefenen het gezamenlijk gezag over de minderjarige uit.
- De minderjarige was van 30 maart 2011 tot 30 maart 2013 onder toezicht gesteld van Stichting Bureau Jeugdzorg Haaglanden en is hij (met spoed) uit huis geplaatst geweest van 20 april tot 29 april 2011.
- Op 30 mei 2012 heeft deze rechtbank een voorlopige zorgregeling van de vader met de minderjarige vastgesteld in die zin dat de vader de minderjarige een keer per veertien dagen op zaterdag van 15.00 uur tot 17.00 uur ziet onder begeleiding van een door de ouders aan te wijzen persoon.
- Op 17 december 2012 heeft deze rechtbank de ouders, voor het op gang brengen van de contacten tussen de vader en de minderjarige, verwezen naar het omgangshuis.
- Tevens is door deze rechtbank op 17 december 2012 aan de moeder vervangende toestemming verleend voor het verkrijgen van een reisdocument ten behoeve van de minderjarige.
- Met ingang van 31 mei 2013 was de minderjarige wederom (aanvankelijk voorlopig) onder toezicht gesteld van Stichting Bureau Jeugdzorg Haaglanden, zulks tot 30 november 2014. Tevens is de minderjarige in het kader van een (spoed) machtiging tot uithuisplaatsing van 31 mei 2013 tot 20 oktober 2013 uit huis geplaatst geweest.
- Bij beschikking d.d. 23 december 2013 van deze rechtbank is –kort weergegeven– een door Bureau Jeugdzorg te begeleiden contact van één uur per twee weken van de vader met de minderjarige bepaald en is bepaald dat de moeder aan de vader eenmaal per drie maanden een recente kleurenfoto en het laatste schoolrapport toestuurt.
- Eind februari 2014 is de moeder, zonder toestemming daartoe verkregen te hebben van de vader en/of Bureau Jeugdzorg, verhuisd van [plaats] naar [plaats] .
- Bij beschikking d.d. 5 november 2014 heeft het gerechtshof Den Haag de beschikking d.d. 23 december 2013 vernietigd en een zorgregeling vastgesteld waarbij -kort weergegeven- het contact tussen de vader en de minderjarige ten minste tweemaal per maand onder begeleiding bij Stichting TussenThuis te [plaats] zal plaatsvinden, waarbij de moeder zorgt voor het halen en brengen van de minderjarige en ieder der ouders de helft van de kosten voor de begeleide contacten dient te voldoen.
- De moeder is in het vierde kwartaal van 2014 zonder toestemming van de vader en/of van Bureau Jeugdzorg met de minderjarige naar Groot-Brittannië verhuisd. Op 24 november 2014 is –mede om die reden– het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling afgewezen.
- The High Court of Justice te London heeft bij uitspraak van 29 september 2015 bepaald dat de minderjarige uiterlijk op 13 november 2015 moet terugkeren naar Nederland.
- De minderjarige is op 13 november 2015, zonder de moeder, onder begeleiding van de gezinsvoogdijwerker teruggekeerd naar Nederland.
- Bij beschikkingen d.d. 11 en 16 november 2015 van deze rechtbank is de minderjarige voorlopig onder toezicht gesteld van Stichting Bureau Jeugdzorg Haaglanden en is een spoedmachtiging tot uithuisplaatsing in een voorziening voor pleegzorg verleend voor de periode van 13 november 2015 tot 25 november 2015.
- Op 23 november 2015 is de ondertoezichtstelling van de minderjarige, met ingang van 23 november 2015 uitgesproken, geldend tot 23 november 2016. Hierbij is tevens de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige in een voorziening voor pleegzorg/plaatsing binnen het netwerk verleend, zulks met ingang van 23 november 2015 tot 23 mei 2016, en is het verzoek tot machtiging tot uithuisplaatsing voor het overige aangehouden tot een nog nader te bepalen vervolgzitting, gelegen kort vóór 23 mei 2016.
- De minderjarige verblijft thans in het kader van de voornoemde ondertoezichtstelling en machtiging uithuisplaatsing in een in Nederland wonend pleeggezin buiten het netwerk van de ouders.