Uitspraak
Internationale kinderontvoering
Beschikking op het op 11 februari 2014 ingekomen verzoek van:
[de moeder],
[de vader],
Procedure
- het verzoekschrift;
- het verweerschrift, ingediend op 19 februari 2014;
- de brief d.d. 19 februari 2014, met bijlagen, van de zijde van de moeder;
- de brief d.d. 5 maart 2014, met bijlagen, van de zijde van de moeder;
- het aanvullend verweerschrift, ingediend op 7 maart 2014;
- de brief d.d. 7 maart 2014, met bijlagen, van de zijde van de vader;
- het F9-formulier d.d. 7 maart 2014, met bijlagen, van de zijde van de moeder;
- de brief d.d. 7 maart 2014, met bijlagen, van de zijde van de vader.
- met toepassing van artikel 13 van de Uitvoeringswet internationale kinderontvoering (hierna: de Uitvoeringswet) de onmiddellijke terugkeer van na te melden minderjarige te bevelen, zonodig met behulp van de sterke arm, althans de terugkeer van de minderjarige vóór een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum te bevelen, waarbij de vader de minderjarige dient terug te brengen naar Peru, dan wel – indien de vader nalaat de minderjarige terug te brengen – te bepalen op welke datum de vader de minderjarige met de benodigde geldige reisdocumenten aan de moeder zal afgeven, zodat zij de minderjarige zelf mee terug kan nemen naar Peru,
- veroordeling van de vader in de kosten die de moeder heeft moeten maken in verband met de ontvoering en teruggeleiding,
Feiten
[de minderjarige],geboren op[geboortedatum] te [geboorteplaats] (Peru).
Beoordeling
De minderjarige spreekt Spaans en een beetje Nederlands.