Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Beschikking op het op 30 december 2024 ingediende verzoekschrift van:
[verzoekster] ,
Feiten en procesverloop
- verzoekster, bijgestaan door haar advocaat;
- de psychiater, P. Wauben.
Rechtbank Den Haag
Op 6 januari 2025 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in een zaak betreffende een verzoek tot schorsing van een besluit tot toediening van medicatie aan verzoekster, die onder de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) valt. Verzoekster, geboren in 1985 en verblijvende in GGZ Rivierduinen, had eerder een klacht ingediend bij de klachtencommissie over de beslissing om haar clozapine voor te schrijven. De klachtencommissie had het schorsingsverzoek toegewezen, maar verklaarde de klacht op 23 december 2024 ongegrond. Verzoekster vroeg de rechtbank om haar klacht alsnog gegrond te verklaren en de beslissing tot toediening van clozapine te schorsen totdat de rechtbank uitspraak zou doen.
Tijdens de zitting op 6 januari 2025 werd de psychiater P. Wauben gehoord, die twijfels uitsprak over de diagnose schizofrenie en aangaf dat er vooral sprake was van een autismespectrumstoornis en persoonlijkheidsproblematiek. De psychiater benadrukte dat de suïcidaliteit van verzoekster een punt van zorg blijft, maar dat de huidige medicatie mogelijk niet bijdraagt aan haar behandeling. Verzoekster stelde dat zij goed hersteld was en dat er geen noodzaak was voor de toediening van clozapine, gezien de bijwerkingen en de effectiviteit van haar huidige medicatie.
De rechtbank oordeelde dat het belang van verzoekster bij schorsing van het besluit zwaarder weegt dan de noodzaak tot onmiddellijke toediening van clozapine. Gezien de omstandigheden en de bekende bijwerkingen van clozapine, besloot de rechtbank de toepassing van verplichte zorg in de vorm van toediening van clozapine te schorsen totdat er een beslissing op het klachtverzoek zou zijn genomen. Deze beschikking werd gegeven door rechter N.B. Verkleij, bijgestaan door griffier S.N. Maas, en is vastgesteld op 13 januari 2025.