ECLI:NL:RBDHA:2025:669

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 januari 2025
Publicatiedatum
21 januari 2025
Zaaknummer
C/09/678000 / FA RK 24-9345
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing schorsingsverzoek in het kader van verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 6 januari 2025 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in een zaak betreffende een verzoek tot schorsing van een besluit tot toediening van medicatie aan verzoekster, die onder de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) valt. Verzoekster, geboren in 1985 en verblijvende in GGZ Rivierduinen, had eerder een klacht ingediend bij de klachtencommissie over de beslissing om haar clozapine voor te schrijven. De klachtencommissie had het schorsingsverzoek toegewezen, maar verklaarde de klacht op 23 december 2024 ongegrond. Verzoekster vroeg de rechtbank om haar klacht alsnog gegrond te verklaren en de beslissing tot toediening van clozapine te schorsen totdat de rechtbank uitspraak zou doen.

Tijdens de zitting op 6 januari 2025 werd de psychiater P. Wauben gehoord, die twijfels uitsprak over de diagnose schizofrenie en aangaf dat er vooral sprake was van een autismespectrumstoornis en persoonlijkheidsproblematiek. De psychiater benadrukte dat de suïcidaliteit van verzoekster een punt van zorg blijft, maar dat de huidige medicatie mogelijk niet bijdraagt aan haar behandeling. Verzoekster stelde dat zij goed hersteld was en dat er geen noodzaak was voor de toediening van clozapine, gezien de bijwerkingen en de effectiviteit van haar huidige medicatie.

De rechtbank oordeelde dat het belang van verzoekster bij schorsing van het besluit zwaarder weegt dan de noodzaak tot onmiddellijke toediening van clozapine. Gezien de omstandigheden en de bekende bijwerkingen van clozapine, besloot de rechtbank de toepassing van verplichte zorg in de vorm van toediening van clozapine te schorsen totdat er een beslissing op het klachtverzoek zou zijn genomen. Deze beschikking werd gegeven door rechter N.B. Verkleij, bijgestaan door griffier S.N. Maas, en is vastgesteld op 13 januari 2025.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Enkelvoudige Kamer
Zaak-/rekestnummer: C/09/678000 / FA RK 24-9345
Datum beschikking: 06 januari 2025
Verzoek tot schorsing ex artikel 10:9 lid 1 Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz)

Beschikking op het op 30 december 2024 ingediende verzoekschrift van:

[verzoekster] ,

hierna te noemen: verzoeker,
geboren op [geboortedatum] 1985 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
verblijvende te GGZ Rivierduinen, afdeling HIC, te [plaats] ,
advocaat: mr. A.A. van Harmelen te Den Haag,
Als belanghebbenden worden aangemerkt:
- de zorgaanbieder, GGZ Rivierduinen.

Feiten en procesverloop

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
- het verzoekschrift met bijlagen.
Aan verzoekster wordt door de zorgaanbieder verplichte zorg verleend krachtens een door deze rechtbank verleende zorgmachtiging van 2 juli 2024, geldend uiterlijk tot en met 2 juli 2025.
Verzoekster heeft bij brief van 12 december 2024 een klacht ingediend bij de klachtencommissie GGZ Zuid-Holland-Noord, waarbij de zorgaanbieder is aangesloten. Deze klacht is gericht tegen de beslissing om verplichte zorg aan verzoekster te verlenen in de vorm van het toedienen van medicatie, te weten clozapine. Daarbij heeft verzoekster de klachtencommissie ook verzocht om de betreffende beslissing te schorsen tot de commissie uitspraak zou hebben gedaan over de klacht. Daarnaast heeft verzoekster gevraagd om een schadevergoeding op basis van billijkheid toe te kennen.
De klachtencommissie heeft het schorsingsverzoek voorgelegd aan de geneesheer-directeur van de zorgaanbieder, die tot schorsing heeft geadviseerd. Daarop heeft de voorzitter van de klachtencommissie het schorsingsverzoek toegewezen.
De klachtencommissie heeft op 23 december 2024 de klacht ongegrond verklaard. Deze beslissing heeft de klachtencommissie op 24 december 2024 aan verzoekster toegezonden.
Daarop heeft mr. Van Harmelen namens verzoekster bij de rechtbank het onderhavige verzoekschrift ingediend om een beslissing over de klacht te verkrijgen.
Verzoekster vraagt haar klacht tegen de beslissing tot het toedienen van clozapine alsnog gegrond te verklaren, alsmede die beslissing te schorsen totdat de rechtbank uitspraak heeft gedaan op het verzoekschrift.
Omdat de behandelaar heeft toegezegd tot 6 januari 2025 te zullen wachten met het toedienen van de clozapine, is op 6 januari 2025 uitsluitend het verzoek tot schorsing ter zitting van de rechtbank behandeld. Daarbij zijn gehoord:
  • verzoekster, bijgestaan door haar advocaat;
  • de psychiater, P. Wauben.

Standpunten partijen

Verzoekster stelt zich op het standpunt dat de toediening van clozapine niet aan de beginselen van doelmatigheid, proportionaliteit en subsidiariteit voldoet. Clozapine kent vele en ernstige bijwerkingen en er zijn minder ingrijpende mogelijkheden om het doel – het voorkomen van suïcide – te bereiken. Verzoekster erkent dat zij last had van psychotische verschijnselen, maar stelt dat zij sinds de opname behoorlijk is hersteld. Verzoekster stelt zich altijd meewerkend op en vraagt als dat nodig is zelf om een opname op een gesloten afdeling. Verder gebruikt zij de antipsychotica aripiprazol en olanzapine, een combinatie die voor haar goed werkt, en zijn de doses van deze medicijnen opgehoogd. Sindsdien voelt verzoekster zich goed en heeft zij nergens meer last van. Volgens verzoekster is er daarom geen noodzaak voor de toediening van clozapine.
De psychiater heeft ter zitting verklaard dat er wordt getwijfeld aan de gestelde diagnose schizofrenie. Volgens de psychiater is er vooral sprake van een autismespectrumstoornis en persoonlijkheidsproblematiek. Verzoekster is hiervoor uitgebreid behandeld en de mogelijkheden zijn uitgeput. De suïcidaliteit van verzoekster blijft echter aanwezig. Er zijn veel crisismomenten geweest, waarbij zij dreigde zichzelf te suïcideren. Het is vooral de structuur van de afdeling die haar goed doet. De psychiater vraagt zich af of de huidige medicatie daaraan bijdraagt. De psychiater onderschrijft de gedachte van de psychiater van het wijkteam over de toediening van clozapine. Er is op kleine schaal onderzoek gedaan naar mensen met persoonlijkheidsproblematiek die worden behandeld met clozapine, maar clozapine wordt vooral op basis van klinische ervaring ingezet. De clozapine zorgt voor afname van suïcidaliteit en impulsiviteit. Dit kan een goede reden zijn om deze medicatie, als laatste redmiddel, verplicht toe te dienen aan verzoekster. Dit kan echter wachten tot de uitspraak over de klacht, omdat het nu goed gaat met verzoekster.

Beoordeling

Op grond van het bepaalde in artikel 10:9 lid 1 Wvggz kan de rechtbank de beslissing waartegen de klacht is gericht, schorsen. Zij dient daarbij een terughoudende toets te hanteren.
In dit geval ziet de rechtbank, gelet op de door de psychiater ter zitting gegeven toelichting, aanleiding om het besluit tot toediening van clozapine te schorsen in afwachting van de beslissing van de rechtbank over de klacht van verzoekster. Het gaat naar omstandigheden goed met verzoekster en het is niet te verwachten dat uitstel van de toediening van clozapine dermate nadelige gevolgen heeft op haar behandeling dat die uitspraak niet kan worden afgewacht. Bovendien is clozapine een medicijn met bekende, potentieel ernstige bijwerkingen. Het belang van verzoekster bij schorsing van het besluit weegt daarom zwaarder dan het op korte termijn toedienen van clozapine.

Beslissing:

De rechtbank:
schorst de toepassing van verplichte zorg in de vorm van toediening van clozapine, totdat op het klachtverzoek is beslist.
Deze beschikking is gegeven door mr. N.B. Verkleij, rechter, bijgestaan door S.N. Maas als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 06 januari 2025.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 13 januari 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.