mw. mr. H. Hanssen-Telman

De rechtbank oordeelt dat het beroep van eiser tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag gegrond is. De minister moet binnen zestien weken een besluit nemen en een dwangsom van € 100,- per dag betalen bij overschrijding.

De rechtbank oordeelt dat het beroep van eiser tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag gegrond is en legt de minister een dwangsom op van € 100,- per dag, met een maximum van € 7.500,-.

De rechtbank oordeelt dat het beroep van eiser tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag gegrond is. De minister moet binnen zestien weken een besluit nemen en een dwangsom van € 100,- per dag betalen bij overschrijding.

De rechtbank oordeelt dat het beroep tegen het niet tijdig beslissen op de asielaanvraag gegrond is en legt de minister een dwangsom op van € 100,- per dag, met een maximum van € 7.500,-.

De rechtbank verklaart het beroep van eiser gegrond wegens het niet tijdig beslissen op de asielaanvraag. De minister moet binnen acht weken een besluit nemen en een dwangsom van € 100,- per dag betalen bij overschrijding, tot maximaal € 7.500,-.

De rechtbank oordeelt dat het beroep van eiser tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag gegrond is. De minister moet binnen zestien weken een besluit nemen en krijgt een dwangsom van € 100,- per dag bij overschrijding.

De rechtbank oordeelt dat het beroep tegen het niet tijdig beslissen op de asielaanvraag gegrond is en legt de minister een dwangsom op van € 100,- per dag bij overschrijding van de termijn van acht weken voor het nemen van een besluit.

De rechtbank oordeelt dat het beroep van eiser tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag gegrond is. De minister moet binnen zestien weken een besluit nemen en een dwangsom van € 100,- per dag betalen bij overschrijding, tot maximaal € 7.500,-.

De rechtbank verklaart het beroep gegrond en legt de minister een termijn van acht weken op om een besluit te nemen op de asielaanvraag, met een dwangsom van € 100,- per dag bij overschrijding.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat het beroep van eiseres tegen het niet tijdig beslissen op haar asielaanvraag gegrond is. De minister moet binnen zestien weken een besluit nemen en een dwangsom van € 100,- per dag betalen, met een maximum van € 7.500,-.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat het beroep van eiseres tegen het niet tijdig beslissen op haar asielaanvraag gegrond is. De minister moet binnen zestien weken een besluit nemen en een dwangsom van € 100,- per dag betalen bij overschrijding.

Rechtbank Den Haag verklaart het beroep gegrond en legt de minister een termijn van acht weken op om een besluit te nemen op de asielaanvraag, met een dwangsom van € 100,- per dag bij overschrijding.

Rechtbank Den Haag verklaart het beroep van eiseres gegrond en legt de minister een termijn van vier weken op om een besluit te nemen op de asielaanvraag, met een dwangsom van € 100,- per dag bij overschrijding.

Rechtbank Den Haag verklaart beroepen van eiser tegen maatregel van bewaring ongegrond. Eiser heeft asiel aangevraagd en is in bewaring gesteld. De rechtbank oordeelt dat de minister voldoende voortvarend werkt aan de asielaanvraag en dat de maatregel op juiste gronden is opgelegd.

Rechtbank Den Haag oordeelt op 18-12-2024 dat de minister van Asiel en Migratie de verzoeker moet vergoeden voor proceskosten, vastgesteld op € 437,50.

De rechtbank oordeelt dat het beroep van eiser tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag gegrond is. De minister moet binnen zestien weken een besluit nemen en een dwangsom van € 100,- per dag betalen bij overschrijding, tot maximaal € 7.500,-.

De rechtbank oordeelt dat het beroep van eiser tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag gegrond is. De minister moet binnen zestien weken een besluit nemen en een dwangsom van € 100,- per dag betalen bij overschrijding, tot maximaal € 7.500,-.

De rechtbank oordeelt dat het beroep van eiseres tegen het niet tijdig beslissen op haar asielaanvraag gegrond is. De minister moet binnen vier weken een besluit nemen en krijgt een dwangsom opgelegd van € 100,- per dag bij overschrijding.

De rechtbank oordeelt dat het beroep tegen het niet tijdig beslissen op de asielaanvraag gegrond is en legt de minister een dwangsom op van € 100,- per dag, met een maximum van € 7.500,-.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat het beroep van eiser tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag gegrond is. De minister moet binnen vier weken een besluit nemen en krijgt een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd.

De rechtbank oordeelt dat het beroep van eiser tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag gegrond is. De minister moet binnen zestien weken een besluit nemen en een dwangsom van € 100,- per dag betalen bij overschrijding.

De rechtbank oordeelt dat het beroep van eiser tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag gegrond is. De minister moet binnen zestien weken een besluit nemen en een dwangsom van € 100,- per dag betalen bij overschrijding, tot maximaal € 7.500,-.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat het beroep van eiser tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag gegrond is. De minister moet binnen acht weken een besluit nemen en krijgt een dwangsom van € 100,- per dag bij overschrijding.

Beroep tegen voortduren maatregel van bewaring ongegrond verklaard; minister werkt voldoende voortvarend aan uitzetting, eiser werkt onvoldoende mee.

Rechtbank Den Haag verklaart het beroep gegrond en legt de minister op om uiterlijk op 24 maart 2025 een besluit te nemen op de asielaanvraag, met een dwangsom van € 100,- per dag bij overschrijding.

De rechtbank oordeelt dat het beroep tegen het niet tijdig beslissen op de asielaanvraag gegrond is. De minister moet binnen acht weken een besluit nemen en een dwangsom van € 100,- per dag betalen bij overschrijding, tot maximaal € 7.500,-.

Rechtbank Den Haag verklaart het beroep gegrond wegens niet tijdig beslissen op aanvraag mvv, legt dwangsom op en veroordeelt minister in proceskosten.

De rechtbank verklaart het beroep gegrond en legt de minister op binnen twaalf weken een besluit te nemen, met een dwangsom van € 100,- per dag bij overschrijding.

Rechtbank Den Haag verklaart het beroep van eiseres gegrond wegens niet tijdig beslissen op haar aanvraag voor een mvv. De minister moet binnen twaalf weken een besluit nemen en een dwangsom van € 100,- per dag betalen, met een maximum van € 7.500,-.

De rechtbank verklaart het beroep gegrond en legt de minister een dwangsom op voor het niet tijdig beslissen op de aanvraag van eisers.

De rechtbank verklaart het beroep gegrond, legt de minister een beslistermijn op tot 30 november 2025 en stelt een dwangsom vast van € 1.442,-.

De rechtbank verklaart het beroep van eiser tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag niet-ontvankelijk, omdat de ingebrekestelling prematuur was ingediend.

Rechtbank Den Haag verklaart het beroep van eiseres tegen het niet tijdig beslissen op haar asielaanvraag gegrond en legt de minister een beslistermijn van acht weken op, met een dwangsom van € 100,- per dag.

De rechtbank verklaart het beroep van eiseres gegrond en legt de minister een dwangsom op voor het niet tijdig beslissen op de asielaanvraag.

De rechtbank verklaart het beroep gegrond en draagt de minister op binnen acht weken een besluit op de asielaanvraag bekend te maken, met een dwangsom van € 100,- per dag bij overschrijding.

De rechtbank verklaart het beroep gegrond en draagt de minister op binnen zestien weken een besluit op de asielaanvraag bekend te maken, met een dwangsom van € 100,- per dag bij overschrijding.

De rechtbank oordeelt dat het beroep van eiseres tegen het niet tijdig beslissen op haar asielaanvraag gegrond is. De minister moet binnen zestien weken een besluit nemen en een dwangsom van € 100,- per dag betalen bij overschrijding.

De rechtbank verklaart het beroep gegrond tegen het niet tijdig beslissen op een aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf. De minister moet binnen vier weken beslissen en krijgt een dwangsom opgelegd.

Rechtbank Den Haag verklaart het beroep van eiseres gegrond wegens niet tijdig beslissen op haar aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf. De minister moet binnen twaalf weken een besluit nemen en een dwangsom van € 100,- per dag betalen, met een maximum van € 7.500,-.

Rechtbank Den Haag verklaart het beroep van eiseres gegrond tegen het niet tijdig beslissen op haar aanvraag voor een mvv. De minister moet binnen twaalf weken een besluit nemen en een dwangsom van € 100,- per dag betalen, met een maximum van € 7.500,-.

De rechtbank verklaart het beroep gegrond en draagt de minister op binnen twaalf weken een besluit te nemen op de aanvraag voor een mvv. Tevens wordt een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd, met een maximum van € 7.500,-.

Rechtbank Den Haag verklaart het beroep van eiser tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag gegrond en legt de minister een dwangsom op van € 100,- per dag, met een maximum van € 7.500,-.

Rechtbank Den Haag verklaart het beroep van eiser gegrond wegens niet tijdig beslissen op asielaanvraag. Minister moet binnen 16 weken een besluit nemen en een dwangsom van € 100,- per dag betalen, max. € 7.500,-. Proceskosten van € 437,50 worden vergoed.

De rechtbank oordeelt dat het beroep van eiser tegen het niet tijdig beslissen op de asielaanvraag gegrond is. De minister moet binnen zestien weken een besluit nemen en een dwangsom van € 100,- per dag betalen bij overschrijding, tot maximaal € 7.500,-.

De rechtbank verklaart het beroep gegrond en draagt de minister op binnen zestien weken een besluit op de asielaanvraag bekend te maken, met een dwangsom van € 100,- per dag bij overschrijding.

De rechtbank verklaart het beroep van eiseres gegrond wegens het niet tijdig beslissen op haar aanvraag voor een mvv. De minister moet binnen vier weken een besluit nemen en krijgt een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd, met een maximum van € 7.500,-.

Eiser heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en legt de minister een termijn van acht weken op om alsnog een besluit te nemen, met een dwangsom van € 100,- per dag bij overschrijding.

Eiser heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en legt de minister een termijn van acht weken op om alsnog een besluit te nemen, met een dwangsom van € 100,- per dag bij overschrijding.

De rechtbank verklaart het beroep van eisers gegrond en verplicht de minister om binnen acht weken een besluit te nemen op de aanvraag, met een dwangsom van € 100,- per dag bij overschrijding.

Rechtbank Den Haag verklaart het beroep gegrond tegen het niet tijdig beslissen op een aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf. De minister moet binnen vier weken een besluit nemen en een dwangsom van € 100,- per dag betalen, met een maximum van € 7.500,-.

Rechtbank Den Haag wijst verzoek om proceskostenvergoeding toe na afwijzing aanvraag mvv door de minister van Asiel en Migratie.

Rechtbank Den Haag verklaart het beroep van eiser tegen de minister van Asiel en Migratie gegrond en legt een beslistermijn van vier weken op voor het nemen van een besluit op de asielaanvraag, met een dwangsom van € 100,- per dag bij overschrijding.

De rechtbank verklaart het beroep van eiseres tegen het niet tijdig beslissen op haar aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf niet-ontvankelijk, omdat het beroep prematuur was ingediend.

De rechtbank verklaart de beroepen van een minderjarige asielzoeker tegen het plaatsingsbesluit en de vrijheidsbeperkende maatregel van het COa ongegrond, o.a. vanwege zijn gedrag en de impact op de veiligheid.

De rechtbank vernietigt de afwijzing van de asielaanvraag van eiser, omdat de minister onvoldoende heeft gemotiveerd dat eiser geen reëel risico loopt bij terugkeer naar Ivoorkust.

De rechtbank verklaart het beroep van eiser gegrond, vernietigt de afwijzing van zijn asielaanvraag en draagt de minister op een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met het referentiekader van eiser.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af en veroordeelt de minister in de proceskosten van verzoeker tot € 875,-.

De rechtbank verklaart het beroep van eiser niet-ontvankelijk wegens prematuur indienen van de ingebrekestelling in het asielproces.

De rechtbank Den Haag wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af, omdat er geen sprake is van een ontvankelijk beroep na intrekking van het asielberoep.

De rechtbank verklaart het beroep van eiser niet-ontvankelijk wegens prematuur indienen van de ingebrekestelling in het kader van de asielaanvraag.

Eisers hebben beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op hun asielaanvragen. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en draagt de minister op binnen zestien weken een besluit bekend te maken, met een dwangsom van € 100,- per dag bij overschrijding.

Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op haar asielaanvraag. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en legt de minister een dwangsom op voor het overschrijden van de beslistermijn.

De rechtbank verklaart het beroep van eiser tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag niet-ontvankelijk, omdat de ingebrekestelling prematuur was ingediend.

De rechtbank verklaart het beroep van eiser tegen het buiten behandeling stellen van zijn asielaanvraag niet-ontvankelijk wegens ontbreken procesbelang.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat een eerdere uitspraak op het beroep is gedaan. Er is geen aanleiding voor proceskostenveroordeling.

Eiser heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en legt de minister een dwangsom op voor het overschrijden van de beslistermijn.

Eiser heeft beroep ingesteld tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en ongegrond, en veroordeelt de minister tot proceskostenvergoeding van € 437,50.

Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op haar asielaanvraag. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en legt de minister een dwangsom op voor het overschrijden van de beslistermijn.

Eiser heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en legt de minister een dwangsom op voor het niet tijdig nemen van een besluit.

Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op haar asielaanvraag. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en legt een dwangsom op aan de minister voor elke dag van overschrijding van de beslistermijn.

Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op haar asielaanvraag. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en legt een dwangsom op aan de minister.

De rechtbank heeft het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen, omdat het COA niet tegemoetgekomen is aan de verzoeker na intrekking van het beroep.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af, omdat het COA niet is tegemoetgekomen aan de verzoeker na intrekking van zijn beroep.

Rechtbank Den Haag verklaart het beroep van eiser gegrond en legt de minister een dwangsom op voor het niet tijdig beslissen op de asielaanvraag.

De rechtbank vernietigt het besluit van de minister van Asiel en Migratie en verleent eiser uitstel van vertrek met ingang van 20 april 2021, in plaats van 8 november 2023.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af en veroordeelt de minister in de proceskosten van verzoeker tot € 875,- en het griffierecht van € 187,-.

Rechtbank Den Haag verklaart het beroep van eiser tegen het terugkeerbesluit en inreisverbod van de minister niet-ontvankelijk, gezien eerdere besluiten.

De rechtbank verklaart het beroep van een Algerijnse eiser tegen de maatregel van bewaring ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de bewaring van eiser rechtmatig is, ondanks een te late omzetting van een eerdere maatregel. Eiser had geen rechtsmiddelen aangewend tegen zijn asielafwijzing en er is zicht op uitzetting naar Suriname.

De rechtbank Den Haag verklaart het beroep van eiser ongegrond en bevestigt de eigen bijdrage van € 536,79 voor opvangkosten, gebaseerd op zijn inkomsten in januari 2024.

Rechtbank Den Haag verklaart het beroep gegrond en vernietigt de buiten behandeling stelling van de aanvraag om verblijfsvergunning voor medische behandeling.

De rechtbank verklaart de beroepen van Moldavische eisers ongegrond, omdat Duitsland verantwoordelijk is voor hun asielaanvragen volgens de Dublinverordening. Eisers hebben niet aangetoond dat zij meer dan drie maanden buiten de EU zijn geweest en de staatssecretaris mag uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel.

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om voorlopige voorziening af in asielzaak van Moldavische verzoekers, omdat eerdere uitspraken geen voorlopige voorziening meer vereisen.

De rechtbank verklaart het beroep van eiseres ongegrond, waardoor de afwijzing van haar verzoek om toepassing van artikel 64 Vw door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid wordt bevestigd.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat de rechtbank op dezelfde dag uitspraak heeft gedaan op het beroep van verzoekster.

De rechtbank verklaart het beroep van een Iraanse eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag ongegrond, omdat zijn afvalligheid en bekering tot het christendom ongeloofwaardig zijn geacht.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de staatssecretaris onvoldoende heeft getoetst aan artikel 8 EVRM in de afwijzing van eisers verblijfsvergunning op humanitaire gronden. Beroep gegrond verklaard.

Rechtbank Den Haag vernietigt afwijzing naturalisatieverzoek van Syrische eiser wegens onvoldoende motivering en onjuiste verwijzing naar ontzegging rijbevoegdheid.

De rechtbank verklaart het beroep van Kazachse eisers van Oeigoerse etniciteit ongegrond, omdat hun asielaanvragen als kennelijk ongegrond zijn afgewezen. De vrees voor vervolging en uitzetting naar China is niet aannemelijk gemaakt.

De rechtbank verklaart het beroep van eiseres ongegrond, omdat zij geen mvv heeft en niet in aanmerking komt voor vrijstelling. De staatssecretaris heeft de aanvraag terecht afgewezen.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat er inmiddels uitspraak is gedaan op het beroep van verzoekster.

Rechtbank Den Haag verklaart het beroep van eiseres ongegrond, oordelend dat er geen recht op opvang is en geen acute medische noodsituatie is aangetoond.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af in asielzaak van Armeense verzoekster tegen COA.

De rechtbank verklaart het beroep van eiser niet-ontvankelijk wegens vertrek met onbekende bestemming en gebrek aan procesbelang.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat Frankrijk verantwoordelijk is voor de asielaanvraag. Er is geen hoger beroep mogelijk.

De rechtbank verklaart het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn asielaanvraag ongegrond, op basis van de Dublinverordening. Eiser kan worden overgedragen aan Zwitserland.

De rechtbank verklaart het beroep van eiser niet-ontvankelijk omdat hij met onbekende bestemming is vertrokken en geen procesbelang meer heeft.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af in de asielzaak van een Algerijnse verzoeker, omdat een eerdere uitspraak in een andere zaak de noodzaak daartoe wegneemt.

De rechtbank verklaart het beroep van eiser tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn asielaanvraag ongegrond, omdat eiser internationale bescherming geniet in Malta.

De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris de ingangsdatum van het uitstel van vertrek voor de Congolese vreemdeling terecht heeft vastgesteld op 6 november 2023, en verklaart het beroep ongegrond.

Rechtbank Noord-Nederland kent verzoekster een vergoeding van € 2.544,60 toe voor kosten van rechtsbijstand in een klaagschriftprocedure ex art. 552a Sv.

De rechtbank kent aan verzoeker een vergoeding van € 1.397,52 toe voor kosten van rechtsbijstand in een klaagschriftprocedure ex art. 552a Sv.

Een 15-jarige verdachte is veroordeeld voor roekeloos rijden en het veroorzaken van een dodelijk verkeersongeval, met een jeugddetentie van 6 maanden en een schadevergoeding van € 31.658,90 aan de nabestaanden.

Verdachte veroordeeld voor oplichting als collectant van het Leger des Heils, ISD-maatregel van twee jaar opgelegd.

Vrijspraak poging tot doodslag, veroordeling voor zware mishandeling en openlijke geweldpleging met schadevergoeding toegewezen.

De rechtbank veroordeelt de verdachte tot 100 uren taakstraf voor openlijke geweldpleging, met niet-ontvankelijk verklaring van de vordering van de benadeelde partij.

Verdachte veroordeeld tot 32 maanden gevangenisstraf voor seksueel misbruik van stiefdochter, met schadevergoeding van € 10.000,00.

De rechtbank veroordeelt de verdachte tot 30 maanden gevangenisstraf, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, voor zedenmisdrijven met minderjarigen en kinderporno.

Tussenvonnis van 22 maart 2023 waarin het onderzoek wordt heropend en getuigen worden opgeroepen in een strafzaak tegen een verdachte met meerdere tenlasteleggingen.

Vader veroordeeld tot 36 maanden gevangenisstraf voor meervoudige verkrachting van zijn minderjarige dochter, met bijzondere voorwaarden en schadevergoeding aan het slachtoffer.