ECLI:NL:RBDHA:2024:7850
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- H. Hanssen-Telman
- Y. van Wijk
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak
Op 23 mei 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van verzoekster, die een voorlopige voorziening had aangevraagd tegen de afwijzing van haar aanvraag door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De aanvraag was op 20 december 2023 afgewezen, waarna verzoekster bezwaar had gemaakt. De Staatssecretaris handhaafde zijn afwijzing in het bestreden besluit van 19 januari 2024. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld, waardoor het verzoek om voorlopige voorziening werd ingediend hangende het beroep.
De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak gedaan zonder zitting. Tijdens de uitspraak op 23 mei 2024 heeft de rechtbank ook op het beroep van verzoekster beslist, waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening verviel. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.