ECLI:NL:RBDHA:2024:8330

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
30 mei 2024
Publicatiedatum
30 mei 2024
Zaaknummer
NL24.3531 en NL24.3533
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot Moldavische nationaliteit

Op 30 mei 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaken NL24.3531 en NL24.3533, waarin verzoekers, bestaande uit een moeder en haar minderjarige dochter, een voorlopige voorziening vroegen in het kader van hun asielaanvraag. De verzoekers, van Moldavische nationaliteit, hadden eerder aanvragen ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvragen waren door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling genomen. De reden hiervoor was dat Duitsland verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van deze aanvragen.

De verzoekers hebben tegen deze besluiten beroep ingesteld en vroegen de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 27 mei 2024, waarbij de verzoekers, hun gemachtigden en een tolk aanwezig waren. Tijdens de zitting is ook een uitspraak gedaan in andere aanverwante zaken (NL24.3530 en NL24.3532).

De voorzieningenrechter heeft overwogen dat, gezien de uitspraak in de andere zaken, een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Daarom heeft de voorzieningenrechter de verzoeken om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. H. Hanssen-Telman, in aanwezigheid van mr. Y. van Wijk, griffier, en is openbaar gemaakt via rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummers: NL24.3531 en NL24.3533

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen

[naam 1] , verzoekster

geboren op 23 oktober 1977, V-nummer: [v-nummer 1]
mede namens haar minderjarige dochter:
[naam 2]
geboren op 1 september 2016, V-nummer: [v-nummer 2]

[naam 3] , verzoeker

geboren op 12 februari 2007, V-nummer: [v-nummer 3]
allen van Moldavische nationaliteit,
hierna samen: verzoekers
(gemachtigde: mr. A.J. de Boer),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. Y. van Deel).

Procesverloop

Bij besluiten van 31 januari 2024 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de aanvragen van verzoekers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoekers hebben tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft de verzoeken, tezamen met de zaken NL24.3530 en NL24.3532, op 27 mei 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoekster, verzoeker, de gemachtigde van verzoekers en de gemachtigde van de staatssecretaris. Tevens is verschenen een tolk.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummers NL24.3530 en NL24.3532, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op de beroepen. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. H. Hanssen-Telman, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. Y. van Wijk, griffier en openbaar gemaakt door geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.