ECLI:NL:RBDHA:2024:16504
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen plaatsingsbesluit en vrijheidsbeperkende maatregel van het COa voor een minderjarige asielzoeker
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 10 oktober 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een plaatsingsbesluit van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COa) en een vrijheidsbeperkende maatregel opgelegd door de minister van Asiel en Migratie. De eiser, een minderjarige asielzoeker, was eerder betrokken bij meerdere incidenten in de opvang en werd op basis van zijn gedrag geplaatst in een Handhaving- en Toezichtlocatie (HTL) te Hoogeveen. De rechtbank oordeelde dat de plaatsing gerechtvaardigd was, gezien de ernst van de incidenten en de impact op de veiligheid van het personeel en andere bewoners. De rechtbank verwierp de stelling van eiser dat hij als statushouder niet onder de doelgroep van de HTL viel en dat er sprake was van discriminatie. Ook de argumenten over de huisregels en de beperking van zijn bewegingsvrijheid werden door de rechtbank niet gehonoreerd. De rechtbank concludeerde dat de huisregels 'foreseeable en accessible' waren en dat de vrijheidsbeperkende maatregel niet in strijd was met de artikelen 3 en 8 van het EVRM. De rechtbank oordeelde dat er voldoende rekening was gehouden met de minderjarigheid van eiser en dat de maatregel niet onrechtmatig was. De beroepen van eiser werden ongegrond verklaard.