ECLI:NL:RBDHA:2024:20772
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, wordt het beroep van eiser tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag behandeld. Eiser heeft zijn aanvraag ingediend op 10 december 2023, en volgens de Vreemdelingenwet 2000 moet de minister binnen zes maanden na ontvangst van de aanvraag beslissen. De wettelijke beslistermijn zou in dit geval op 10 juni 2024 eindigen. Echter, de minister heeft de beslistermijn met negen maanden verlengd vanwege een groot aantal aanvragen, wat door de rechtbank als rechtsgeldig wordt beschouwd. Dit betekent dat de ingebrekestelling van 16 juli 2024 prematuur is ingediend, omdat de termijn nog niet was verstreken.
De rechtbank oordeelt dat het beroep van eiser niet voldoet aan de vereisten voor het indienen van een beroep tegen het niet tijdig beslissen, zoals vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank concludeert dat het beroep niet-ontvankelijk is, wat betekent dat de zaak niet verder in behandeling wordt genomen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, en de uitspraak is gedaan door mr. H. Hanssen-Telman, rechter, in aanwezigheid van M.A. Postma, griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt en bekendgemaakt op 11 december 2024.