Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], V-nummer: [nummer], eiser
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de minister van Asiel en Migratie. Eiser, die stelt de Somalische nationaliteit te hebben, heeft op 9 november 2021 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel. De minister heeft deze aanvraag afgewezen op 25 juni 2024, met het argument dat de aanvraag kennelijk ongegrond was. Eiser heeft in eerdere aanvragen, waaronder een in 2013, aangegeven biseksueel te zijn, maar de minister heeft deze claims als niet geloofwaardig bestempeld.
De rechtbank heeft het beroep op 10 september 2024 behandeld, waarbij de gemachtigde van de minister aanwezig was, maar eiser en zijn gemachtigde zich afmeldden. De rechtbank concludeert dat de minister onvoldoende rekening heeft gehouden met het referentiekader van eiser, wat betreft zijn achtergrond en cultuur. De rechtbank stelt dat de minister niet voldoende heeft gemotiveerd hoe hij de seksuele gerichtheid van eiser heeft beoordeeld en dat de afwijzing van de asielaanvraag niet zorgvuldig tot stand is gekomen.
De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het besluit van de minister en draagt de minister op om een nieuw besluit te nemen, waarbij rekening wordt gehouden met de overwegingen in deze uitspraak. Tevens veroordeelt de rechtbank de minister tot betaling van proceskosten aan de rechtsbijstandverlener van eiser, vastgesteld op € 875,-.