ECLI:NL:RBDHA:2024:12627
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- H. Hanssen-Telman
- M.J.C. ten Hoopen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenvergoeding in asielzaak na intrekking beroep
Op 12 augustus 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen een verzoeker en het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA). De verzoeker had een beroep ingesteld tegen de weigering van het COA om te bemiddelen bij het vinden van woonruimte en had tevens een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend. Echter, voordat de zaak werd behandeld, trok de verzoeker zijn beroep en verzoek in, omdat het COA had aangegeven dat het voor hem zou bemiddelen bij het vinden van woonruimte.
De voorzieningenrechter heeft het COA de gelegenheid gegeven om te reageren op het verzoek van de verzoeker om veroordeling in de proceskosten. Het COA stelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling, omdat de bemiddeling niet voortkwam uit het door de verzoeker ingestelde beroep, maar uit een eerder besluit van de IND om de verzoeker een verblijfsvergunning voor vijf jaar te verlenen. De voorzieningenrechter heeft vervolgens zonder zitting uitspraak gedaan en het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen.
In de uitspraak werd benadrukt dat voor een proceskostenveroordeling vereist is dat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk tegemoetkomt aan de indiener van het verzoekschrift. De voorzieningenrechter concludeerde dat de bemiddeling door het COA niet kan worden aangemerkt als een voorlopige maatregel die voortvloeit uit het verzoek van de verzoeker, en dat er derhalve geen sprake was van tegemoetkoming. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.