mw. mr. M. Duin

De kinderrechter verleent een spoedmachtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige] in een pleegzorgvoorziening, gezien de detentie van de moeder en zorgen over de veiligheid.

De kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige 1] verlengd en de ondertoezichtstelling van [minderjarige 2] en [minderjarige 3] voor zes maanden. Het verzoek tot uithuisplaatsing van [minderjarige 2] is aangehouden tot januari 2025.

De kinderrechter verleent een machtiging voor gesloten jeugdhulp aan een minderjarige, met ingang van 12 april 2024 tot 12 oktober 2024, in de zaak van het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Middelburg.

De kinderrechter verleent een spoedmachtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige voor twee weken, met ingang van 21 maart 2024, vanwege ernstige zorgen over de veiligheid.

De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen toegewezen vanwege ernstige ontwikkelingsbedreigingen en trauma, met een looptijd van een jaar.

De kinderrechter verlengt de voorlopige ondertoezichtstelling van de minderjarige tot 7 maart 2024, maar wijst de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing af.

De kinderrechter verlengt de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige] tot 5 januari 2025 en wijzigt de zorgregeling.

De kinderrechter verlengt de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarigen, wijst op tekortkomingen van de GI en benoemt een bijzondere curator.

De kinderrechter verlengt de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige voor twee maanden, tot 16 februari 2024, vanwege aanhoudende zorgen over de ontwikkeling.

De kinderrechter verleent op 17 november 2023 een spoedmachtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, in het kader van jeugdbescherming, voor de duur van twee weken.

De kinderrechter heeft op 25 oktober 2023 de ondertoezichtstelling van [minderjarige01] verlengd tot 29 april 2024, met positieve ontwikkelingen in de samenwerking tussen de GI en de moeder.

De kinderrechter verleent een machtiging gesloten jeugdhulp voor [minderjarige] voor de duur van drie maanden, vanwege ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen.

De kinderrechter heeft een ondertoezichtstelling uitgesproken voor twee minderjarigen en een ongeboren baby, vanwege zorgen over de ontwikkeling en de draaglast van de moeder.

De kinderrechter verklaart de schriftelijke aanwijzing van 3 mei 2022 vervallen en roept de GI op om de omgangsregeling tussen de vader en [minderjarige01] opnieuw te bekijken.

De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige] verlengd tot 6 januari 2024, ondanks een onvoldoende onderbouwd verzoek van de GI.

De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling van vijf minderjarigen verlengd voor één maand, tot 25 oktober 2023, en de verzoeken voor langere verlenging afgewezen.

De kinderrechter heeft het spoedverzoek tot uithuisplaatsing van een minderjarige afgewezen, omdat er geen acuut gevaar is. Een mondelinge behandeling van het reguliere verzoek is gepland op 29 augustus 2023.

De kinderrechter verlengt de machtiging tot uithuisplaatsing van een pasgeboren baby tot 15 augustus 2023, met nadruk op de noodzaak van een veilige omgeving en het afwachten van de netwerkscreening.

Verdachte veroordeeld voor marktplaats oplichting, diefstal en computervredebreuk met een jeugddetentie van 160 dagen, waarvan 61 dagen voorwaardelijk.

Verdachte, een minderjarige, is veroordeeld voor zware mishandeling met een imitatiepistool, met een voorwaardelijke jeugddetentie van 3 maanden en een schadevergoeding van € 2.000,00 aan de benadeelde partij.

De rechtbank verklaart de officier van justitie niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot beoordeling van het bevel tot beperking van het vrije verkeer tussen ouders en minderjarige verdachte, omdat de juiste procedure niet is gevolgd.

De rechtbank heeft een minderjarige verdachte veroordeeld tot jeugddetentie voor geweldsincidenten en diefstal, met bijzondere voorwaarden voor begeleiding en toezicht.

De rechtbank sprak de verdachte vrij van doodslag, maar legde een onvoorwaardelijke PIJ-maatregel op voor zware mishandeling, waarbij het slachtoffer ernstig letsel opliep.

Eiser vorderde schadevergoeding wegens onrechtmatige uitlatingen in EO-uitzending. De rechtbank oordeelde dat de EO niet onrechtmatig handelde, maar gedaagde [gedaagde 2] wel.

De rechtbank vernietigt de beslissing van de gemeente Medemblik om de subsidie voor bibliotheekwerk te verlagen, omdat er geen redelijke termijn is geboden voor aanpassing aan de bezuinigingen.

Rechtbank Noord-Holland verklaart beroep ongegrond tegen omgevingsvergunning voor verbouwing, o.a. wegens onvoldoende onderbouwing van vrees voor strijd met Bouwbesluit.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat bezwaar tegen afwijzing verzoek om nadeelcompensatie openstaat. Verweerder heeft ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard. Beroep gegrond verklaard en bestreden besluit vernietigd.

Rechtbank Noord-Holland verklaart beroep ongegrond inzake omgevingsvergunning voor legalisatie bouwwerk; vergunning voor bouwen is niet vereist, gebruik in strijd met bestemmingsplan is gemotiveerd.

De rechtbank oordeelt dat de weigering van de korpschef om politiemutaties te verwijderen niet onredelijk is. Het beroep van de eiser is ongegrond verklaard.

De rechtbank verklaart het beroep tegen het handhavingsbesluit gegrond voor de steiger, vernietigt het besluit en herroept het primaire besluit. Voor de berging blijft het besluit in stand.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, omdat eiser niet de gevraagde gegevens heeft aangeleverd voor zijn aanvragen omgevingsvergunning.

Beroep tegen weigering handhavend optreden tegen houtrookoverlast ongegrond verklaard; geen overtreding Bouwbesluit vastgesteld.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, omdat het FIOD-journaal niet als bestand in de zin van de Wpg kan worden aangemerkt en het verzoek om verstrekking terecht is afgewezen.

Eiser verzocht om openbaarmaking van facturen in de Klimop-zaak. De rechtbank oordeelde dat verweerder onvoldoende motiveerde waarom openbaarmaking niet mogelijk was en vernietigde het besluit.

De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en de weigering van de staatssecretaris om documenten over de Klimop-zaak openbaar te maken, bevestigd.

De rechtbank verklaart het beroep tegen het invorderingsbesluit van de gemeente Haarlem ongegrond. De bekendmaking van de last onder bestuursdwang was op juiste wijze geschied.

De rechtbank verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in zijn bezwaarschrift tegen de afwijzing van onderzoekswensen door de rechter-commissaris, omdat de bevoegdheid van de rechter-commissaris was geëindigd na de aanvang van het onderzoek ter terechtzitting.

De rechtbank sprak de verdachte vrij van roekeloosheid, maar achtte hem schuldig aan een verkeersfout die leidde tot een dodelijk ongeval. Hij kreeg een geldboete van € 1.000 en een voorwaardelijke rijontzegging van zes maanden.

Verdachte is schuldig bevonden aan diefstal van koper en gewoontewitwassen. Hij kreeg een taakstraf van 180 uren en werd vrijgesproken van enkele andere feiten.

Verdachte veroordeeld voor roekeloos rijgedrag met dodelijke afloop en zwaar letsel. Gevangenisstraf van 12 maanden en 5 jaar rijontzegging opgelegd.

Het hof heeft verzoeker een schadevergoeding van € 7.700,73 toegekend voor gederfde uitkeringsinkomsten en immateriële schade na detentie, waarbij besparingen tijdens detentie in mindering zijn gebracht.

De rechtbank veroordeelt de penningmeester van de Krulbolclub Molenzicht voor verduistering en valsheid in geschrift, legt een werkstraf en voorwaardelijke gevangenisstraf op.

Het hof beslist dat de vader voorlopig alleen het ouderlijk gezag over de kinderen krijgt en verzoekt om extern onderzoek naar de omgangsregeling.

Het hof heeft de alimentatieverplichting van de man jegens de vrouw beëindigd na vijftien jaar, oordelend dat dit naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid van de vrouw kon worden gevergd.

Het hof bekrachtigt de vervangende toestemming tot erkenning van de vader en vraagt om proefcontacten voor de omgangsregeling met het kind.

Het hof heeft de kinderalimentatie vastgesteld op € 1.120,- per maand, rekening houdend met de kosten van kinderopvang en de draagkracht van beide ouders.

Het hof verklaart de man niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot ontkenning van het vaderschap, omdat dit verzoek ruim buiten de wettelijke termijn is ingediend. De rechtbank's beslissing wordt bekrachtigd.

Het hof vernietigt de beschikking van de rechtbank en bepaalt dat [kind] de geslachtsnaam van de moeder behoudt, omdat er geen gezamenlijke verklaring is over de naam.

Hoger beroep over kinderalimentatie en schuldsanering. Het hof bekrachtigt de beschikking van de rechtbank, waarbij de alimentatie tijdelijk op nihil is gesteld vanwege de schuldsanering van de vader.

Het Gerechtshof 's-Gravenhage heeft op 13 oktober 2004 de bestreden beschikking van de rechtbank vernietigd, omdat niet is komen vast te staan dat het huwelijk duurzaam ontwricht is. De verzoeken van de man zijn afgewezen.

Het hof bekrachtigt de beschikking van de kinderrechter die de terugkeer van een vijfjarige naar Spanje beveelt. Alle grieven van de moeder falen.

Hoger beroep van de man tegen echtscheiding en ouderlijk gezag; man niet ontvankelijk verklaard; beschikking bekrachtigd.

Het hof heeft het verzoek van de vader tot gezamenlijk gezag over [kind] afgewezen, o.a. vanwege slechte communicatie tussen de ouders en het belang van [kind].

Het hof bekrachtigt de nietigverklaring van het huwelijk tussen een Turkse man en een Nederlandse vrouw, oordelend dat er sprake is van een schijnhuwelijk.

De vader is niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep tegen de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van zijn minderjarige kind, nu de machtiging op de datum van uitspraak was verlopen.

Het hof bekrachtigt de beschikking van de rechtbank die de man niet ontvankelijk verklaarde in zijn verzoek om een vervangende geboorteakte, omdat artikel 1:25c BW niet naar analogie kan worden toegepast.

Het hof oordeelt dat gezamenlijk gezag over een minderjarige niet in het belang van het kind is en bekrachtigt de eerdere beschikking van de rechtbank.

Het hof verklaart de vader niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank over voorlopige voorzieningen in de omgangsregeling met zijn kind.

Het hof vernietigt de beschikking van de rechtbank en verklaart de man niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot opheffing van het mentorschap en ontslag van de mentor.

Hoger beroep van de vrouw tegen echtscheiding; vrouw niet-ontvankelijk verklaard in hoger beroep.

Het hof vernietigt de beschikking van de rechtbank en verklaart de man niet-ontvankelijk in zijn verzoek. De gemeente wordt niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek tot vaststelling van de betalingsachterstand.

Het Gerechtshof 's-Gravenhage verklaart zich niet bevoegd om kennis te nemen van het hoger beroep inzake de benoeming van een bewindvoerder over de nalatenschap van de curandus.

Hoger beroep van de moeder tegen de verlenging van de uithuisplaatsing van haar kind. Het hof bekrachtigt de beschikking van de kinderrechter en verklaart de moeder niet-ontvankelijk in haar verzoek tot vervanging van Jeugdzorg.

Hoger beroep over kinderalimentatie; het hof vernietigt de beschikking van de rechtbank en wijst het verzoek van de vader af.

Het hof heeft de alimentatieplicht van de man jegens de vrouw beëindigd, oordelend dat zij samenwoont met een ander als waren zij gehuwd, en de vrouw hoeft teveel betaalde alimentatie niet terug te betalen.

Het hof oordeelt dat de vrouw recht heeft op alimentatie van de man, vastgesteld op ƒ 2.000,- bruto per maand voor een jaar, en daarna ƒ 1.000,- bruto per maand voor twee jaar, met terugwerkende kracht vanaf 3 juli 2001.

Het hof oordeelt dat de vader ontvankelijk is in zijn verzoek tot wijziging van de kinderalimentatie, maar wijst het verzoek af en vernietigt de eerdere beschikking.

Het hof vernietigt de beschikking van de rechtbank en wijst het verzoek tot ontheffing van het ouderlijk gezag af, waarbij de kinderen in het pleeggezin blijven.

Hoger beroep over kinder- en partneralimentatie. Het hof oordeelt dat de man in staat is om alimentatie te betalen, ondanks zijn hertrouw. De alimentatie voor de kinderen wordt vastgesteld op € 125,- per maand per kind, en voor de vrouw op € 157,- per maand.

Het hof verklaart de vader niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep inzake de uithuisplaatsing van de minderjarige, omdat hij niet bevoegd was om dit verzoek in te dienen.

Hoger beroep van de vader tegen de verlenging van de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van de minderjarige. Het hof bekrachtigt de bestreden beschikking.

Hoger beroep over alimentatie en draagkracht na vervroegd pensioen van de man. Alimentatie vastgesteld op ƒ 1.125,- per maand, ingaande 1 april 2001.

Hoger beroep over wijziging kinderalimentatie na beëindiging RWW-uitkering. Vader kan niet aantonen dat hij onvoldoende draagkracht heeft. Achterstand in betalingen vastgesteld op € 4.537,80.

Hoger beroep over de afwijzing van een verzoek tot erkenning van ongehuwd zijn na overlijden van de echtgenote. Het hof bekrachtigt de afwijzing van de rechtbank.