ECLI:NL:GHSGR:2002:AE3558
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. Duindam
- A. Pannekoek-Dubois
- J. van Montfoort
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van een minderjarige
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de vader tegen twee beschikkingen van de kinderrechter in de rechtbank te 's-Gravenhage, die betrekking hebben op de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige. De kinderrechter had op 10 oktober 2000 Jeugdzorg gemachtigd om de minderjarige uit huis te plaatsen in een pleegzorgvoorziening. De vader, die in 2001 in hoger beroep ging, stelde dat Jeugdzorg onvoldoende op hem gericht was, wat het contact met de minderjarige negatief beïnvloedde. Het hof heeft de vader in de gelegenheid gesteld om een afzonderlijk beroepschrift in te dienen tegen de beschikking betreffende de uithuisplaatsing, wat hij op 22 januari 2002 deed.
Tijdens de mondelinge behandeling op 13 maart 2002 waren de vader, de moeder, de pleegouders en vertegenwoordigers van Jeugdzorg en de Raad voor de Kinderbescherming aanwezig. De vader heeft aangevoerd dat hij als juridische vader van de minderjarige moet worden aangemerkt, en dat hij belang heeft bij het aanvechten van de ondertoezichtstelling. Het hof overweegt dat, hoewel de vader zich in zijn positie als vader aangetast kan voelen, hij niet heeft aangetoond dat niet langer voldaan is aan de wettelijke gronden voor de ondertoezichtstelling. Daarom heeft het hof besloten de bestreden beschikking te bekrachtigen.
De uitspraak is gedaan door de rechters M. Duindam, A. Pannekoek-Dubois en J. van Montfoort, met mr. Verkuil als griffier, op 10 april 2002. De beschikking is openbaar uitgesproken en is van belang voor de betrokken partijen, waaronder de vader, de moeder, Jeugdzorg en de Raad voor de Kinderbescherming.