In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 21 maart 2024 een spoedmachtiging tot uithuisplaatsing verleend voor een minderjarige, geboren op [geboortedag] 2022. De aanvraag voor deze machtiging is ingediend door de Stichting Jeugdbescherming West Zeeland, die als gecertificeerde instelling (GI) optreedt. De moeder van de minderjarige is belast met het ouderlijk gezag, terwijl de vader onbekend is. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een situatie waarin de veiligheid van de minderjarige in het geding is, en dat een mondelinge behandeling niet kan worden afgewacht zonder onmiddellijk en ernstig gevaar voor de minderjarige. De minderjarige verblijft momenteel in een pleeggezin, maar de GI heeft geconstateerd dat dit pleeggezin niet langer een veilige omgeving kan bieden. Daarom is er met spoed een verzoek ingediend om de minderjarige uit huis te plaatsen in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder. De kinderrechter heeft de machtiging verleend voor de duur van twee weken, met ingang van 21 maart 2024 en tot 4 april 2024. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat deze onmiddellijk moet worden uitgevoerd, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De kinderrechter heeft tevens bepaald dat de mondelinge behandeling van het verzoek voor het overige aanhangig blijft, en dat de zaak gelijktijdig met een andere zaak zal worden behandeld.