Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
(verlenging ondertoezichtstelling [minderjarige01] en [minderjarige02] )
(verlenging ondertoezichtstelling [minderjarige03] , [minderjarige04] en [minderjarige05] )
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 22 september 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaken met betrekking tot de ondertoezichtstelling van vijf minderjarigen, te weten [minderjarige01], [minderjarige02], [minderjarige03], [minderjarige04] en [minderjarige05]. De rechtbank heeft de verzoeken van de Stichting Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering (de Gecertificeerde Instelling) om de ondertoezichtstelling te verlengen voor de duur van een jaar afgewezen, maar heeft in plaats daarvan de ondertoezichtstelling voor een korte periode van één maand verlengd. Dit besluit is genomen na een mondelinge behandeling waarbij de minderjarigen hun mening hebben gegeven en de kinderrechter de situatie heeft beoordeeld aan de hand van eerdere beschikkingen en rapportages van de betrokken hulpverleners.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat er momenteel geen zorgsignalen zijn over de opvoeding en verzorging van de minderjarigen, maar dat er wel zorgen zijn over de onderliggende trauma's die de minderjarigen mogelijk ervaren. De kinderrechter heeft benadrukt dat er een borgingsplan moet worden opgesteld om de situatie van de minderjarigen te waarborgen en dat de Gecertificeerde Instelling contact moet leggen met de school en andere hulpverleningsinstanties. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat de ondertoezichtstelling onmiddellijk kan worden voortgezet ondanks een eventueel hoger beroep.
De rechtbank heeft de verzoeken tot verlenging van de ondertoezichtstelling voor de overige periode afgewezen, maar heeft de Gecertificeerde Instelling de gelegenheid gegeven om de situatie van de minderjarigen verder te monitoren en te evalueren. De beslissing van de kinderrechter is mondeling gegeven en op schrift gesteld op 4 oktober 2023.