dhr. mr. J.D. Streefkerk

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellant een WIA-uitkering toe te kennen, omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Het medisch onderzoek is als voldoende beoordeeld.

Appellante trekt hoger beroep in na tegemoetkoming door Uwv; proceskostenveroordeling van € 2.721,- aan appellante.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens niet tijdig indienen beroepschrift en niet betalen griffierecht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellante wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellant een WIA-uitkering toe te kennen, omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. De Raad oordeelt dat het medisch onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd en de geselecteerde functies passend zijn.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens ontbreken beroepsgronden. Appellante heeft twee termijnen om gronden in te dienen ongebruikt laten verstrijken.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om proceskostenvergoeding af, omdat Uwv niet tegemoet is gekomen aan bezwaren van appellant.

Hoger beroep niet-ontvankelijk wegens te late indiening van het beroepschrift. Appellante heeft niet aannemelijk gemaakt dat zij niet in verzuim is geweest.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens niet-betaling griffierecht en ontbreken aangevallen uitspraak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WAO-uitkering; geen toegenomen beperkingen binnen vijf jaar na intrekking.

Hoger beroep niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betalen griffierecht. Appellant heeft beroep op betalingsonmacht afgewezen gekregen.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens niet tijdig betalen griffierecht van € 138,-.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante per 7 mei 2019 en veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellante tot € 3.174,50.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens ontbreken beroepsgronden. Appellant heeft geen gronden ingediend na herhaalde aanmaningen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van appellante op 45,65% door het Uwv, na hoger beroep.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening van toeslag op grond van de Toeslagenwet, omdat appellante haar AOP niet had doorgegeven.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WW-uitkering aan appellante wegens verwijtbare werkloosheid na vrijwillig ontslag.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellante een WIA-uitkering toe te kennen, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om terug te komen op het besluit van 25 januari 2001, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die dit rechtvaardigen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de verlaging van de WAO-uitkering van appellante door het Uwv, oordelend dat het medisch onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd en de verlaging terecht is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering; appellante is minder dan 35% arbeidsongeschikt.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt Uwv in proceskosten na intrekking hoger beroep door appellant, met een totaalbedrag van € 3.560,48 en vergoeding van griffierecht van € 186,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WW-uitkering langer dan drie maanden; appellante voldeed niet aan jareneis en kon geen privaatrechtelijke dienstbetrekking aantonen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WW-uitkering wegens verwijtbare werkloosheid en plichtsverzuim. Appellante verbergt vuurwapen tijdens politie-inval, wat leidt tot ontslag.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de minister de NOW-1 subsidie op € 0,- heeft vastgesteld, en dat appellante het voorschot van € 18.687,- moet terugbetalen.

Centrale Raad bevestigt weigering WIA-uitkering; appellant is minder dan 35% arbeidsongeschikt. Medische en arbeidskundige beoordeling zijn voldoende gemotiveerd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de toekenning van een WGA-uitkering aan appellant, waarbij de mate van arbeidsongeschiktheid op 62,42% is vastgesteld. Het Uwv heeft voldoende zorgvuldig medisch onderzoek verricht en de geselecteerde functies zijn passend voor appellant.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van het verzoek om terug te komen van een WIA-besluit, omdat appellant geen nieuw gebleken feiten heeft ingediend.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellant een WIA-uitkering toe te kennen, omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt is.

Centrale Raad van Beroep wijst aanvraag compensatie transitievergoeding af wegens termijnoverschrijding. Oordeel dat overschrijding niet verschoonbaar is, wordt bevestigd. Uwv veroordeeld in proceskosten.

Intrekking en terugvordering van een WIA-toeslag wegens schending van de inlichtingenplicht door appellante. Terugvordering vastgesteld op € 4.900,-. Geen dringende redenen om geheel van terugvordering af te zien.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de terugvordering van de WIA-uitkering van appellant, die gedetineerd was. Er zijn geen dringende redenen om van terugvordering af te zien. Appellant ontvangt geen proceskostenvergoeding.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt Uwv in proceskosten na intrekking hoger beroep door appellante.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk en wijst verzoek om schadevergoeding af, maar veroordeelt Uwv tot vergoeding van proceskosten en griffierecht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening en terugvordering WIA-uitkering wegens schending inlichtingenplicht door appellant.

Hoger beroep niet-ontvankelijk wegens ontbreken van beroepsgronden. Appellante heeft termijn voor indienen gronden ongebruikt laten verstrijken.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om proceskostenveroordeling af in hoger beroep inzake Ziektewetuitkering. Appellant kreeg geen tegemoetkoming in zijn bezwaar.

Weigering WIA-uitkering omdat appellante minder dan 35% arbeidsongeschikt is; voldoende medische en arbeidskundige onderbouwing.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering van € 3.540,62 aan onterecht verstrekte ZW-uitkering door het Uwv. Geen dringende redenen om van terugvordering af te zien.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onvoldoende zorgvuldig heeft gehandeld bij de toekenning van een WIA-uitkering en geeft opdracht tot herstel van gebreken in het besluit.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante per 27 maart 2020, oordelend dat het Uwv voldoende gemotiveerd heeft dat de geselecteerde functies passend zijn.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellant een WIA-uitkering toe te kennen, omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. De Raad oordeelt dat het medisch onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd en dat de medische beoordeling juist is.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WIA-uitkering van appellant, oordelend dat het Uwv terecht heeft vastgesteld dat appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt is, en wijst verzoeken om schadevergoeding af.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellant een WIA-uitkering toe te kennen, omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt is.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WIA-uitkering van appellante per 1 februari 2022, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Het Uwv heeft voldoende onderzoek verricht en de medische beoordeling is juist.

Centrale Raad van Beroep verklaart zich onbevoegd in hoger beroep tegen uitspraak voorzieningenrechter, omdat geen hoger beroep mogelijk is volgens de Awb.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellante een WIA-uitkering toe te kennen, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Het deskundigenonderzoek werd als zorgvuldig beoordeeld.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellante, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is en er geen toegenomen beperkingen zijn vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering aan appellant, oordelend dat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt is en de geduide functies passend zijn.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellant een WIA-uitkering toe te kennen, en veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellant.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellant een WIA-uitkering toe te kennen per 21 mei 2020 en 10 augustus 2021, omdat appellant niet voldoende arbeidsongeschikt is bevonden.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellante een WIA-uitkering toe te kennen, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Het medisch onderzoek is als zorgvuldig beoordeeld.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellant een WIA-uitkering toe te kennen, omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt is en beschikt over benutbare mogelijkheden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van verzoek tot verhoging IVA-uitkering tot 85% wegens onvoldoende hulpbehoevendheid.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de toekenning van een WIA-uitkering aan appellant met een arbeidsongeschiktheid van 53,34%.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering wegens arbeidsongeschiktheid onder 35%. Medische beoordeling door Uwv wordt als voldoende gemotiveerd beschouwd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant per 13 mei 2022, oordelend dat het medisch onderzoek zorgvuldig was en de geselecteerde functies geschikt zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat Uwv terecht geen IVA-uitkering toekende aan appellante, omdat volledige arbeidsongeschiktheid niet duurzaam is. WGA-uitkering blijft in stand.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellante wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid. Medische beoordeling door Uwv is voldoende zorgvuldig.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellant een WIA-uitkering toe te kennen, omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. De geselecteerde functies zijn geschikt voor appellant.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellant een WIA-uitkering toe te kennen, omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. De medische beoordeling is zorgvuldig uitgevoerd en de geduide functies zijn passend.

Centrale Raad van Beroep rectificeert uitspraak van 6 maart 2024 over proceskostenveroordeling, waarbij de Staat nu verantwoordelijk is voor de kosten.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante per 15 maart 2023, oordelend dat het Uwv zorgvuldig medisch onderzoek heeft verricht en de geselecteerde functies geschikt zijn.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WIA-uitkering van appellante, die minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Appellante heeft onvoldoende onderbouwd waarom de rechtbank onterecht heeft geoordeeld.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de vaststelling van de arbeidsongeschiktheid van appellante door het Uwv op 100% per 3 december 2018 en 66,92% per 19 november 2020, en verklaart het hoger beroep ongegrond.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellante een WIA-uitkering toe te kennen, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. De medische beoordeling is voldoende onderbouwd en de geselecteerde functies zijn geschikt.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant per 20 juli 2022, oordelend dat het Uwv zorgvuldig onderzoek heeft verricht en appellant geschikt is voor de geselecteerde functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante minder dan 35% arbeidsongeschikt is en weigert WIA-uitkering, maar vernietigt uitspraak rechtbank vanwege onjuiste functies.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellante een WIA-uitkering toe te kennen, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. De medische beoordeling van het Uwv wordt onderschreven.

Centrale Raad bevestigt weigering WIA-uitkering; appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt na medisch onderzoek.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellant wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid. Zorgvuldig medisch onderzoek en juiste FML vastgesteld.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de WIA-uitkering van appellant met een arbeidsongeschiktheid van 35,05%, oordelend dat het Uwv de geselecteerde functies passend heeft gemotiveerd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van betrokkene per 12 april 2020, oordelend dat coronamaatregelen geen invloed hebben op de functieselectie door het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Uwv van vergoeding allriskverzekering voor auto ouder dan vijf jaar.

Hoger beroep over WIA-uitkering en kostenvergoeding bezwaar. Geen wijziging rechtspositie, dus geen herroeping en geen kostenvergoeding.

De Centrale Raad van Beroep heeft het verzoek om proceskostenveroordeling afgewezen, omdat het Uwv niet tegemoet is gekomen aan het beroep van appellant. Appellant trok het hoger beroep in, maar de Raad zag geen grond voor vergoeding van proceskosten.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over intrekking hoger beroep en proceskostenvergoeding in WIA-zaak. Uwv veroordeeld tot € 875,- aan proceskosten en € 136,- griffierecht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellant wegens gebrek aan gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid op 4 april 2024.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van verzoek om herziening WAO-uitkering en toekenning Wajong-uitkering; redelijke termijn niet overschreden.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WIA-uitkering van appellante per 4 augustus 2021, oordelend dat de medische conclusies van het Uwv juist zijn en de geselecteerde functies geschikt zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering IVA-uitkering aan appellant per 1 september 2020, o.b.v. niet-duurzame arbeidsongeschiktheid.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellante, oordelend dat de medische beoordeling van het Uwv juist is en dat de geselecteerde functies niet haar belastbaarheid overschrijden.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat WIA-uitkering appellant terecht is vastgesteld op 58,14% arbeidsongeschiktheid. Uwv moet nieuwe beslissing nemen over WGA-uitkering.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant, oordelend dat hij in staat is meer dan 65% van zijn laatst verdiende loon te verdienen, met voldoende medische en arbeidskundige onderbouwing.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellant, die minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Medische en arbeidskundige grondslagen zijn voldoende, geen nieuwe informatie overgelegd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant per 12 november 2020, oordelend dat het Uwv terecht concludeerde dat appellant geschikt was voor de geselecteerde functies na de EZWb.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering aan appellant, o.b.v. minder dan 35% arbeidsongeschiktheid en zorgvuldige medische beoordeling.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WIA-uitkering van appellant per 15 december 2021, omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. De medische beoordeling door het Uwv is juist en de geselecteerde functies zijn passend.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het Uwv terecht geen WIA-uitkering heeft toegekend aan betrokkene, omdat de medische en arbeidskundige grondslag voldoende is gemotiveerd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellant wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid, na zorgvuldig medisch onderzoek.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellant wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid. Medisch onderzoek en arbeidskundige beoordeling zorgvuldig uitgevoerd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellant een WIA-uitkering toe te kennen, omdat er geen toename van beperkingen is vastgesteld binnen vijf jaar.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid. Appellant heeft geen nieuwe medische gegevens overgelegd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante per 27 februari 2022, oordeelt dat de geselecteerde functies medisch geschikt zijn en veroordeelt het Uwv in proceskosten van € 3.500,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt toekenning loongerelateerde WGA-uitkering en verrekening met reeds betaalde voorschotten, zonder recht op WW-vakantiegeld.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de toekenning van een WIA-uitkering aan appellant met een arbeidsongeschiktheid van 69,85%. Appellant betwist de vaststelling, maar de Raad oordeelt dat het Uwv correct heeft gehandeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellante per 22 december 2019, oordeelt dat Uwv terecht geen urenbeperking heeft aangenomen.

Hoger beroep over de vaststelling van arbeidsongeschiktheid en de WAO-uitkering, waarbij de Centrale Raad van Beroep de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigt.

De Centrale Raad van Beroep kent een IVA-uitkering toe aan een werkneemster die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is, na vernietiging van het besluit van het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellant op 73,14% per 1 augustus 2020. Geen onzorgvuldig medisch onderzoek of schending van equality of arms vastgesteld.

De Raad oordeelt dat het Uwv de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant onzorgvuldig heeft vastgesteld en geeft opdracht tot herstel van de medische beoordeling.

Weigering WIA-uitkering per 21 juni 2021 wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid. Medisch onderzoek voldoende zorgvuldig. Hoger beroep afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellant na eerstejaars ZW-beoordeling. Appellant kan meer dan 65% van zijn laatst verdiende loon verdienen. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing opleidingsbudget door Uwv; aanvraag niet noodzakelijk voor arbeidsinschakeling.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens ontbreken procesbelang na volledige tegemoetkoming door Uwv. Uwv veroordeeld in proceskosten van € 1.750,- en griffierecht van € 136,-.

Hoger beroep over laattijdige aanvraag WIA-uitkering. De Centrale Raad oordeelt dat appellante de wachttijd niet heeft vervuld en bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.

De Raad verklaart het hoger beroep van appellant niet-ontvankelijk, omdat hij geen belang heeft bij de beoordeling. Het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen en het Uwv wordt veroordeeld in de proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen privaatrechtelijke dienstbetrekking had, waardoor WIA- en ZW-uitkering terecht zijn herzien en ingetrokken.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv het dagloon van betrokkene voor de Ziektewet terecht op € 26,06 heeft vastgesteld, en vernietigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.

De Centrale Raad van Beroep heeft het beroep van betrokkene tegen de WAZ-uitkering ongegrond verklaard en de terugvordering van € 4.968,98 door het Uwv bevestigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing faillissementsuitkering; appellante niet als werknemer aangemerkt door gebrek aan gezagsverhouding.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellant op 57,27% per 20 maart 2021 en oordeelt dat de geselecteerde functies geschikt zijn, ondanks de taalbarrière.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Uwv terecht WIA-uitkering herzien en teruggevorderd heeft na ontdekking hennepkwekerij. Appellante slaagt niet in bewijs van onschuld.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellante een WIA-uitkering toe te kennen, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. De medische beoordeling en geselecteerde functies zijn geschikt bevonden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering WIA-uitkering door Uwv wegens schending inlichtingenplicht door appellante.

Hoger beroep over WIA-uitkering en all-in loon bij MUP-overeenkomst. Centrale Raad bevestigt dat appellant geen extra vakantierechten opbouwt en dat de dagloonberekening correct is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het WW-dagloon van betrokkene op € 189,52 moet worden vastgesteld, waarbij het volledige bedrag van de eindejaarsuitkering van € 5.000,- in aanmerking moet worden genomen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering WIA-uitkering wegens schending inlichtingenplicht door appellant die als cosmetisch arts werkte.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellante per 6 januari 2020 een IVA-uitkering toe te kennen, omdat volledige arbeidsongeschiktheid niet duurzaam is.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onvoldoende heeft gemotiveerd waarom appellant niet duurzaam arbeidsongeschikt is en draagt het Uwv op het besluit te herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging toeslag WGA-uitkering op basis van artikel 3 Toeslagenwet; geen disproportionele gevolgen voor appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de maatregel van 25% korting op WGA-uitkering van appellant wegens onvoldoende medewerking aan re-integratieverplichtingen.

Appellante verzocht om terug te komen van een besluit dat haar geschikt verklaarde voor eigen werk. De Raad oordeelde dat er geen nieuwe feiten waren en bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over de ingangsdatum van een IVA-uitkering en bevestigt dat het Uwv geen bijzonder geval aanwezig achtte voor een eerdere toekenning.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de toekenning van WGA- en IVA-uitkering met ingangsdatum van een jaar voor aanvraag. Geen bijzondere omstandigheden voor terugwerkende kracht vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WW-uitkering wegens verwijtbare werkloosheid na zelf ontslag nemen zonder reëel vooruitzicht op nieuw dienstverband.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WW-uitkering aan appellant wegens verblijf buiten Nederland, o.b.v. artikel 19 WW.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep tegen Uwv-besluit ongegrond; stage-inkomsten worden als loon aangemerkt bij berekening WIA-uitkering.

Hoger beroep over de onregelmatigheidstoeslag en de berekening van het dagloon voor de IVA-uitkering. De Raad bevestigt dat de ORT niet kan worden meegenomen in de berekening van het dagloon, dat is vastgesteld op € 51,79.

Centrale Raad van Beroep verklaart het hoger beroep van appellante niet-ontvankelijk en bevestigt de kostenvergoeding van € 895,50 voor rechtsbijstand door het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het Uwv het dagloon van appellante correct heeft vastgesteld op € 97,43, zonder ruimte voor een medische afzakker.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de vaststelling van het dagloon van appellant op € 62,53 en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de hoogte van het dagloon van € 38,24 in het kader van de Wet WIA, met 30 april 2018 als eerste arbeidsongeschiktheidsdag.

Hoger beroep van appellante tegen afwijzing herzieningsverzoek ziekengeld. Geen nieuwe feiten of omstandigheden. Hoger beroep afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WAO-uitkering en terugvordering onverschuldigd betaalde uitkering na onderzoek naar uitkeringsfraude.

Hoger beroep over recht op ziekengeld; Uwv concludeert dat appellante meer dan 65% kan verdienen. Rechtbank bevestigt zorgvuldigheid van medisch onderzoek.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Uwv de ingangsdatum van de IVA-uitkering op 25 februari 2020 terecht heeft vastgesteld. Geen bijzonder geval aangetoond door betrokkene.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellante, die minder dan 35% arbeidsongeschikt is.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant terecht op 47,37% is vastgesteld na bedrijfsongeval, en vernietigt eerdere uitspraak van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening en terugvordering van toeslag door Uwv wegens inkomsten uit huishoudelijke werkzaamheden en schending van de inlichtingenplicht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering van appellante na zorgvuldig medisch onderzoek door Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt is en weigert WIA-uitkering. Proceskosten van € 3.348,- en griffierecht van € 181,- worden vergoed door Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante niet arbeidsongeschikt is en geen recht heeft op Wajong-uitkering.

Hoger beroep over de afwijzing van een Wajong-uitkering wegens arbeidsvermogen en basale werknemersvaardigheden. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.

Hoger beroep van appellante over afwijzing Wajong-uitkering wegens arbeidsvermogen. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, oordeelt dat medisch onderzoek zorgvuldig was en appellante arbeidsvermogen heeft.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt is en weigert WIA-uitkering. Medische beoordeling en geselecteerde functies zijn adequaat.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-loonaanvullingsuitkering; medische beoordeling van psychische klachten door Uwv is juist.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-uitkering; appellant beschikt niet duurzaam over arbeidsvermogen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt loonsanctie voor gemeente Goeree-Overflakkee wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen van werkneemster.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de laattijdige Wajong-aanvraag van appellante, omdat zij op haar achttiende en de vijf jaren daarna over arbeidsvermogen beschikte.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk en bevestigt beëindiging ZW-uitkering per 2 juni 2020.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op IVA-uitkering en dat het dagloon correct is vastgesteld op € 27,27.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep ongegrond; betrokkene heeft niet aangetoond dat urenvermindering medische noodzaak had.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-vervolguitkering van appellant per 20 februari 2020, oordeelt dat geselecteerde functies geschikt zijn en dat het Uwv zorgvuldig heeft gehandeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-aanvraag; appellant heeft ontwikkelingsmogelijkheden, maar geen duurzaam arbeidsvermogen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld na beoordeling van zijn medische en arbeidskundige situatie. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering en weigering WIA-uitkering, oordeelt dat appellant medisch geschikt is voor geselecteerde functies.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en oordeelt dat het projectplan van waterschap Aa en Maas geen nadelige gevolgen voor eisers heeft en voldoet aan de wettelijke normen.

De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en oordeelt dat de opgelegde voorschriften voor de omgevingsvergunning niet noodzakelijk en niet proportioneel zijn.

Rechtbank Oost-Brabant vernietigt het bestreden besluit gericht aan eiseres 1 en verklaart het beroep van eiseres 2 ongegrond, omdat de gevraagde maatwerkvoorschriften niet voldoen aan de eisen van de wetgeving.

De rechtbank vernietigt de watervergunning voor hemelwaterafvoer in Luchen, herroept het primaire besluit en vervangt dit door een gewijzigde vergunning. Eisers krijgen proceskosten vergoed.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens niet tijdige betaling van griffierecht door eiseres, ondanks beroep op betalingsonmacht.

De rechtbank vernietigt de weigeringen van omgevingsvergunningen voor een pluimveehouderij en draagt verweerder op nieuwe besluiten te nemen, vanwege onvoldoende onderbouwing van geluidmetingen en karakterisering van de omgeving.

De rechtbank oordeelt dat er geen concreet zicht op legalisatie is voor de pluimveehouderij van eiseres 1, en verklaart de beroepen van eiser 3 en eiseres 2 gegrond, terwijl het beroep van eiseres 1 ongegrond is.

Tussenuitspraak over watervergunning voor afvoer hemelwater door gemeente Geldrop-Mierlo, met aandacht voor bergingscapaciteit en monitoringsverplichting.

Rechtbank Oost-Brabant vernietigt intrekking van lasten onder dwangsom voor mestverwerkingsinstallatie in Asten; omgevingsvergunningen niet in werking, schorsing van lasten gedurende hoger beroep.

De rechtbank heeft de intrekking van milieuvergunningen op basis van de Wet Bibob bevestigd, ondanks procedurele tekortkomingen, omdat het niet invullen van een Bibob-vragenformulier als ernstig gevaar wordt gekwalificeerd.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van een machtiging. Eiseres heeft geen machtiging ingediend binnen de gestelde termijn.

Rechtbank Oost-Brabant verklaart het beroep gegrond en vernietigt het dwangsombesluit van het college van burgemeester en wethouders van 's-Hertogenbosch, stelt de dwangsom vast op € 535,00 en veroordeelt het college tot vergoeding van het griffierecht van € 47,00 aan eiser.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, omdat het bezwaar tegen het besluit van december 2019 niet-ontvankelijk is verklaard. Eiser kan geen bezwaar maken tegen de hoogte van de bestuursrechtelijke premie.

Rechtbank Oost-Brabant verklaart het beroep van eiser ongegrond, geen causaal verband tussen schade en waterbeheer waterschap.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond in een bestuursrechtelijke procedure over een Wob-verzoek, omdat het bezwaar niet-ontvankelijk is verklaard.

De rechtbank Oost-Brabant verklaart het beroep ongegrond in een geschil over planschadevergoeding, waarbij de rol van taxaties en het advies van SAOZ centraal staat.

De rechtbank verklaart het beroep van een melkveehouder ongegrond, omdat de pachtovereenkomst beperkingen oplegt aan het landbouwkundig gebruik, waardoor geen tegemoetkoming in faunaschade kan worden verleend.

Rechtbank Oost-Brabant wijst verzoek om nadeelcompensatie af; eiser aanvaardde risico van watertekort op gepacht perceel.

Rechtbank Oost-Brabant verklaart het beroep gegrond en vernietigt het besluit van verweerder om niet handhavend op te treden tegen de afwijkingen van de omgevingsvergunning voor een luchtwasser en stalplaats.

De rechtbank heeft het verzoek om nadeelcompensatie afgewezen omdat eiseres geen schade heeft geleden op de betrokken percelen, die niet haar eigendom waren.

De rechtbank heeft de omgevingsvergunning voor een zonnepark in Someren in stand gelaten, ondanks bezwaren van omwonenden over de procedure en de vereiste verklaring van geen bedenkingen.

Rechtbank Oost-Brabant verklaart het beroep gegrond wegens onterecht niet-ontvankelijk verklaren van bezwaar tegen WMO-besluiten, vanwege te korte hersteltermijn in kerstperiode.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat er geen onomkeerbare gevolgen zijn te verwachten voordat de rechtbank in de bodemzaak uitspraak doet.

Tussenuitspraak over planologisch nadeel en gebruiksmogelijkheden in bestuursrechtelijke context, waarbij de rechtbank concludeert dat de gebruiksmogelijkheden voor intensieve veehouderij niet zijn aangetast.

Rechtbank vernietigt besluit over omgevingsvergunning voor benzeen-immissie, oordeelt dat eiseres niet alleen verantwoordelijk kan worden gehouden voor de emissies.

De rechtbank heeft het verzoek om nadeelcompensatie afgewezen, omdat de werkzaamheden niet rechtmatig waren uitgevoerd. Eiseres kan geen schadevergoeding krijgen op basis van de Waterwet.

De rechtbank vernietigt de weigering van de omgevingsvergunning voor de uitbreiding van een bouwmarkt, omdat het college niet voldoende onderbouwd heeft of voldaan wordt aan de vereisten van de Dienstenrichtlijn.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens niet (volledig) betalen van griffierecht van € 345,00; slechts € 3,45 betaald.

Tussenuitspraak over afwijzing omgevingsvergunningen voor een pluimveehouderij in Sint Anthonis. Rechtbank oordeelt dat besluiten onvoldoende gemotiveerd zijn en geeft verweerder de kans om gebreken te herstellen.

De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond en oordeelt dat de omgevingsvergunning voor de bouw van een supermarkt rechtmatig is verleend, zonder strijd met het bestemmingsplan.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt over vergunning voor hemelwaterafvoer en wateroverlast. De rechtbank vernietigt het besluit, maar laat rechtsgevolgen in stand. Verweerder moet bewijslast aantonen.

Beroep tegen niet tijdig beslissen door bestuursorgaan gegrond verklaard; dwangsom vastgesteld op € 742,00; vergoeding griffierecht en proceskosten aan eiseres.

De rechtbank verklaart het beroep van een stichting op betalingsonmacht niet-ontvankelijk, omdat niet is voldaan aan de voorwaarden voor betalingsonmacht en het griffierecht niet is betaald.

De rechtbank heeft de beroepen van Stichting Breda380kV gegrond verklaard, de bestreden besluiten vernietigd en de bezwaren niet-ontvankelijk verklaard. Verweerder moet proceskosten en griffierecht vergoeden.

De rechtbank verklaart het beroep van eiseres ongegrond, omdat de intrekking van de vergoeding voor de toevoeging terecht was; beide toevoegingen betroffen hetzelfde rechtsbelang.

De rechtbank verklaart het beroep van eiseres niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van gronden in het beroepschrift. Eiseres heeft niet voldaan aan de vereisten van de Algemene wet bestuursrecht.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de afwijzing van de aanvraag om toevoeging voor gesubsidieerde rechtsbijstand voor een straat- en contactverbod.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens niet-betaling van het griffierecht.

De rechtbank verklaart het beroep van Green Valley Resort B.V. ongegrond, omdat de afstand tot het Natura 2000-gebied 'De Groote Peel' te groot is en de Wet natuurbescherming niet tot bescherming van de belangen van eiseres strekt.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt over lasten onder dwangsom aan eisers wegens overtredingen. De rechtbank bevestigt de meeste lasten, maar matigt de dwangsom voor eiseres 1.

Rechtbank vernietigt last onder dwangsom wegens onvoldoende bewijs van overtreding door eiseres. Verweerder moet griffierecht en proceskosten vergoeden.

Rechtbank vernietigt omgevingsvergunning voor woningbouw wegens strijd met beeldkwaliteitsplan en onvoldoende parkeerplaatsen.

Rechtbank Oost-Brabant vernietigt het bestreden besluit inzake omgevingsvergunning varkenshouderij, maar verklaart beroep tegen herstelbesluit ongegrond.

De rechtbank vernietigt de ontheffing voor afschot van grauwe ganzen, omdat onvoldoende is aangetoond dat er geen alternatieven zijn. Proceskosten worden vergoed.

De rechtbank heeft de weigering van een jachtakte aan eiser bevestigd, o.b.v. criminele betrokkenheid, en het beroep ongegrond verklaard.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat RWE Generation NL B.V. geen geldige vergunning heeft voor waterkrachtcentrale in Linne. Bepaalde voorschriften worden vernietigd wegens onvoldoende onderbouwing en onevenredige belasting voor de eiseres.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat Nuon Energy Sourcing N.V. een vergunning nodig heeft voor waterkrachtcentrales in de Nederrijn. Bepaalde voorschriften worden vernietigd, maar de noodzaak van monitoring en visbescherming blijft gehandhaafd.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat Nuon Energy geen vergunning had voor waterkrachtcentrales in de Maas en Nederrijn. Bepaalde voorschriften werden vernietigd, maar monitoring blijft noodzakelijk.

Rechtbank vernietigt weigering omgevingsvergunning voor uitbreiding vleeskalverenbedrijf wegens onvoldoende motivatie en eist nieuw besluit.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt over de intrekking van omgevingsvergunningen voor een varkenshouderij en de noodzakelijke belangenafweging door het bestuursorgaan.

Rechtbank Oost-Brabant verklaart beroep niet-ontvankelijk wegens onvoldoende onderbouwing van betalingsonmacht door rechtspersoon.

Eisers vorderen schadevergoeding van Gedeputeerde Staten vanwege schade door Luchthavenbesluit Seppe. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, omdat eisers buiten de geluidscontouren blijven en geen schade is vastgesteld.

Rechtbank vernietigt herstelbesluit omgevingsvergunning voor varkensstal; m.e.r.-beoordeling was vereist volgens Wet milieubeheer.

Rechtbank Oost-Brabant verklaart het beroep van eiseres niet-ontvankelijk wegens te late betaling griffierecht en het beroep van eisers ongegrond.

De rechtbank vernietigt het besluit van het college dat het bezwaar van eiser niet-ontvankelijk verklaarde, maar laat de rechtsgevolgen in stand omdat er een omgevingsvergunning is verleend. Verweerder moet alsnog op het verzoek van eiser beslissen.

De voorzieningenrechter verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek om voorlopige voorziening af in een zaak over handhaving van bijgebouwen op een gesplitst perceel.

Rechtbank Oost-Brabant weigert omgevingsvergunning voor lichtmast en weegbrug in strijd met bestemmingsplan; bezwaar van derde-partij niet-ontvankelijk.

De rechtbank heeft het beroep van eisers ongegrond verklaard en de invordering van verbeurde dwangsommen wegens gebruik van een weegbrug door derden bevestigd.

De rechtbank verklaart zich onbevoegd voor twee lasten onder dwangsom en zendt deze door naar de Afdeling bestuursrechtspraak. De overige lasten worden wel behandeld.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt over handhaving van recreatiewoningen en het vertrouwensbeginsel, vernietigt het bestreden besluit en verplicht de gemeente tot een nieuwe belangenafweging.

De rechtbank vernietigt het handhavingsbesluit van de gemeente en oordeelt dat eisers mochten vertrouwen op een eerdere brief, waardoor handhaving niet gerechtvaardigd is.

De rechtbank oordeelt dat de gemeente onvoldoende rekening heeft gehouden met het vertrouwensbeginsel van eisers in handhavingszaak recreatiewoningen. Beroep ongegrond verklaard.

De rechtbank oordeelt dat de gemeente onvoldoende rekening heeft gehouden met het vertrouwensbeginsel bij handhaving van illegaal gebouwde recreatiewoningen. Het bestreden besluit wordt vernietigd, maar de rechtsgevolgen blijven in stand.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt over handhaving en legalisatie van recreatiewoningen op park De Rooye Asch. Beroep van eisers ongegrond verklaard.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt over handhaving van bouwvoorschriften voor recreatiewoningen in Gemert-Bakel, waarbij het beroep van eiser ongegrond wordt verklaard.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt over handhaving illegale recreatiewoningen en vertrouwensbeginsel. Gemeente moet belangenafweging maken en besluit vernietigd.

De rechtbank oordeelt dat handhaving van illegaal gebouwde recreatiewoningen gerechtvaardigd is, ondanks het vertrouwensbeginsel, en verklaart het beroep ongegrond.

Tussenuitspraak over omgevingsvergunning voor uitbreiding varkenshouderij; gebreken in mer-beoordelingsbesluit vastgesteld.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond inzake de intrekking van vergoedingen voor rechtsbijstand aan een gezin in asielprocedures, oordelend dat er sprake is van samenhangende procedures.

Tussenuitspraak over omgevingsvergunning veehouderij; rechtbank constateert onduidelijkheid door wijzigingen in aanvraag en biedt verweerder gelegenheid tot herstel.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en oordeelt dat de vergunning voor de algenkwekerij voldoende waarborgen biedt tegen milieuoverlast en gezondheidsrisico's.

Einduitspraak over de uitbreiding van een mestverwerkingsinstallatie in Asten; vergunning voor bouwperceel groter dan 1,5 hectare in strijd met provinciale regelgeving.

De voorzieningenrechter verklaart zich onbevoegd in een verzoek om voorlopige voorziening en zendt het verzoek door naar de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak.

Rechtbank Oost-Brabant verklaart beroep eisers 2 niet-ontvankelijk en beroep eisers 1 gegrond, vernietigt het bestreden besluit m.b.t. parkeerbehoefte.

De voorzieningenrechter verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek om voorlopige voorziening af in de zaak over de omgevingsvergunning voor een multifunctioneel centrum in Lith.

De rechtbank vernietigt de proceskostenvergoeding van 0,5 en stelt deze vast op € 495,00 voor bezwaar en € 990,00 voor beroep, met veroordeling van verweerder tot vergoeding van griffierecht.

De rechtbank vernietigt de omgevingsvergunning voor een mestverwerkingsinstallatie in Oss vanwege onvoldoende zorgvuldigheid in de besluitvorming en risico's voor geurhinder en volksgezondheid. Verweerder moet binnen drie maanden een nieuw besluit nemen.

Tussenuitspraak over de uitbreiding van een mestverwerkingsinstallatie in Asten; rechtbank oordeelt dat vergunninghouder niet voldoende heeft geborgd dat alleen Brabantse mest wordt verwerkt en dat een bouwperceel groter dan 1,5 hectare is vergund.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de Raad voor Rechtsbijstand niet is uitgenodigd voor de hoorzitting, wat in strijd is met de Awb. Beroep gegrond, maar rechtsgevolgen blijven in stand.

Rechtbank Oost-Brabant verklaart verzoek om proceskostenvergoeding niet-ontvankelijk wegens misbruik van recht in WOB-zaak.

De rechtbank verklaart de verzoeken om proceskostenveroordeling niet-ontvankelijk wegens misbruik van recht in WOB-zaak. De verzoeker had de Wob-bevoegdheid voor een ander doel aangewend.

De rechtbank oordeelt dat een dronebezitter geen rechtstreeks belang heeft bij besluiten tot beperking van toegang tot Natura 2000-gebieden, waardoor zijn bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk is verklaard.

De rechtbank oordeelt dat het college van B&W niet bevoegd was om te beslissen over nadeelcompensatie. De bestreden besluiten zijn vernietigd en eisers krijgen schadevergoeding van RWS, het college en de Staat.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat eiseres ten onrechte als niet-belanghebbende is aangemerkt in handhaving tegen motorcrossactiviteiten. Besluiten van verweerder worden vernietigd, maar rechtsgevolgen blijven in stand. Eiseres krijgt proceskostenvergoeding.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond in een zaak over planschade, waarbij de meerwaarde-clausule in een overeenkomst niet als compensatie voor planschade wordt erkend.

De rechtbank vernietigt en past maatwerkvoorschriften aan in een zaak over een hondenkennel in Bernheze, waarbij omwonenden in beroep zijn gegaan tegen de gemeente.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat er geen spoedeisend belang was voor het tegenhouden van de bouw van een wijkgebouw in Eindhoven.

Rechtbank Oost-Brabant vernietigt de bestreden besluiten en oordeelt dat de omgevingsvergunning kan worden ingetrokken wegens onjuiste informatie in de aanvraag.

De rechtbank vernietigt de omgevingsvergunning voor tijdelijk afwijken van het bestemmingsplan wegens onduidelijkheid over aanvangs- en einddatum.

De rechtbank veroordeelt de verdachte voor valsheid in geschrift door een rechtspersoon tot 12 maanden gevangenisstraf, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, wegens het indienen van onjuiste belastingaangiften.

De voorzieningenrechter schorst de last onder dwangsom voor een horecagelegenheid, zodat deze tijdens carnaval alcoholhoudende drank kan verstrekken.

Einduitspraak na twee tussenuitspraken over omgevingsvergunning voor pluimveehouderij en stierenstal in Veghel. Beroepen deels ongegrond, proceskostenvergoeding aan eisers.

Rechtbank Oost-Brabant vernietigt de omgevingsvergunning voor een winkel met appartementen vanwege onvoldoende afweging van relevante omstandigheden met betrekking tot daglichttoetreding.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt over herstelbesluit omgevingsvergunning voor pluimveehouderij. Niet alle gebreken zijn hersteld, vooral op het gebied van geluid en totaalstofemissie. Verweerder krijgt acht weken om te herstellen.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat wijziging door bestemmingsplan Brandevoort II geen planologisch nadeel oplevert voor eiser. Beroep tegen bestreden besluiten ongegrond verklaard.

De rechtbank verklaart het beroep van een Iraakse asielzoeker niet-ontvankelijk, omdat de beslistermijn nog niet was verstreken en de ingebrekestelling prematuur was.

Rechtbank Den Haag vernietigt het niet tijdig nemen van een besluit inzake asielaanvraag en stelt dwangsom vast op € 1.260,00.

De rechtbank vernietigt de vergunning voor een schietboom vanwege onjuiste akoestische rapportage en oordeelt dat de gemeente een nieuw besluit moet nemen.

De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond en bevestigt de verlening van de omgevingsvergunning aan de diervoederproducent, waarbij de toetsing aan geurhinder en emissievoorschriften correct is uitgevoerd.

De rechtbank Oost-Brabant verklaart zich onbevoegd in een zaak tegen de Raad voor Rechtsbijstand, omdat eiser in het buitenland woont. Het beroepschrift wordt doorgestuurd naar de rechtbank Midden-Nederland.

De voorzieningenrechter oordeelt dat de aanbouwde keuken geen rol speelt bij het bepalen van de voorgevel, maar wel bij het achtererfgebied. Het bestreden besluit wordt vernietigd en de gemeente moet opnieuw beslissen op bezwaar.

Rechtbank vernietigt besluit gemeente Deurne over handhaving maatwerkvoorschrift A2 en verplicht tot nieuw besluit.

De rechtbank verklaart het beroep van eiseres ongegrond inzake de bestuursrechtelijke inbeslagname van een illegale opgezette wildzwijnkop, waarbij bestuursdwang zonder voorafgaande last terecht is toegepast.

Rechtbank Den Haag wijst asielaanvraag van eiser af wegens betrokkenheid bij oorlogsmisdrijven in Syrië en bevestigt tienjarig inreisverbod.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt over planschade door kamerverhuur; vergunning leidt tot overlast en planologische verslechtering, besluit vernietigd.

De rechtbank schorst de omgevingsvergunning voor een pluimveehouderij vanwege gebreken in de toetsing aan bestemmingsplannen en milieuaspecten, en geeft verweerder de kans om deze te herstellen.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat vergunninghouder voldoet aan zorgvuldige dialoog bij omgevingsvergunning voor varkensstal. Beroep van eiser ongegrond verklaard.

Eiser is niet-ontvankelijk verklaard in zijn beroep tegen een watervergunning, omdat hij geen verklaring van erfrecht heeft overgelegd en niet kan aantonen dat hij bevoegd is om namens de erfgenamen op te treden.

Rechtbank verklaart beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan besluitvorming in asielprocedure.

De rechtbank oordeelt dat de weigering van de tegemoetkoming in planschade niet terecht is en dat verweerder een nieuw besluit op bezwaar moet nemen. Proceskosten worden toegewezen aan eisers.

Rechtbank Oost-Brabant verklaart beroep ongegrond inzake herontwikkeling Kom Zuid Rosmalen; eisers ontvankelijk, maar geen grond voor vernietiging besluit omgevingsvergunning.

Rechtbank Oost-Brabant vernietigt het besluit van het college van Deurne over strijdig gebruik van grond en bevestigt de toepassing van overgangsrecht voor kleinschalige opslag.

De rechtbank verklaart de beroepen van het Groene Hart ongegrond en bevestigt de omgevingsvergunningen voor het Dynamisch Beekdal, oordelend dat de werkzaamheden bijdragen aan het beoogde beekherstel.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat het herstelbesluit van verweerder inzake omgevingsvergunningen voor het project Dynamisch Beekdal is hersteld. Eiser's beroep is gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd, maar de rechtsgevolgen blijven in stand.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de weigering en intrekking van omgevingsvergunningen op basis van Bibob-advies gerechtvaardigd zijn, gezien het vermoeden van een zakelijk samenwerkingsverband met strafbare feiten.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de aanwezigheid van teerhoudend asfaltgranulaat niet als stortplaats kan worden gekwalificeerd, maar vernietigt het bestreden besluit wegens onvoldoende motivatie en gebrek aan onderzoek naar legalisatie.

Rechtbank vernietigt omgevingsvergunning voor zendmast in Eindhoven, herroept besluit en verbindt voorschrift voor stralingsniveau aan vergunning.

Rechtbank vernietigt vergunning voor co-vergistingsinstallatie en veehouderij wegens onterecht afgegeven verklaring van geen bedenkingen. Verweerder moet binnen 6 maanden nieuw besluit nemen.

De rechtbank vernietigt het bestreden besluit voor de projectomgevingsvergunning voor de woonwijk "De Grassen" in Vlijmen, maar laat de rechtsgevolgen in stand. Eisers hebben onvoldoende aangetoond dat de ontwikkeling niet voldoet aan de regionale behoefte.

Tussenuitspraak over omgevingsvergunning voor kanaalpark; rechtbank oordeelt dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd waarom waterberging prevaleert boven natuurwaarden.

Rechtbank Oost-Brabant wijst het verzoek om planschadevergoeding af, omdat de schade niet in nauw verband staat met het reconstructieplan Beerze-Reusel. Het beroep is ongegrond verklaard.

De rechtbank oordeelt dat de Staat der Nederlanden ten onrechte slechts één toevoeging per advocaat heeft verstrekt voor 58 gedetineerden. De beroepen zijn gegrond en de bestreden besluiten zijn vernietigd.

Rechtbank vernietigt één emissievoorschrift van omgevingsvergunning, maar bevestigt dat overige voorschriften voldoende bescherming bieden tegen geurhinder.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat omgevingsvergunningen voor natuurpark in EVZ Rosmalense Aa terecht zijn verleend, toetsing aan bestemmingsplan is correct.

Eisers vorderen planschadevergoeding van de gemeente Oss. De rechtbank oordeelt dat compensatie in natura aanvaardbaar is, maar vernietigt het besluit wegens onvoldoende onderbouwing van de planologische aanvaardbaarheid.

De voorzieningenrechter verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de omgevingsvergunning voor een restaurant met logiesfunctie, ondanks bezwaren over bestemmingsplan en parkeren.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de vaststelling van het geluidsniveau op basis van feitelijke metingen correct was en verklaart het beroep van eiseres ongegrond.

De rechtbank vernietigt de weigering van de omgevingsvergunning beperkte milieutoets voor uitbreiding van een varkenshouderij, omdat de milieueffecten van de gehele inrichting ten onrechte zijn betrokken.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond inzake de weigering van deelname aan het jeugdstrafpiketrooster, gebaseerd op de inschrijvingsvoorwaarden advocatuur.

De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard, waarbij de weigering van de omgevingsvergunning voor een nieuwe varkensstal werd bevestigd vanwege strijd met de Wet geurhinder en veehouderij.

Rechtbank Oost-Brabant weigert omgevingsvergunning voor scharrelvarkenshouderij vanwege significante ammoniakemissie op Natura 2000-gebieden. Eiseres had onvoldoende mitigerende maatregelen voorgesteld.

De rechtbank oordeelt dat de onderhoudsplicht van de waterloop bij eiser ligt en wijst zijn beroep ongegrond, omdat de status van de watergang niet is gewijzigd.

Rechtbank Oost-Brabant verklaart beroep ongegrond inzake handhaving tegen moestuin op landgoed Haverleij.

De rechtbank verklaart de beroepen van eisers tegen het projectplan Beekherstel Beekloop ongegrond, oordelend dat de maatschappelijke functie van visvijvers gewaarborgd blijft en dat alternatieven niet gelijkwaardig zijn.

De rechtbank verklaart het beroep van eiseres niet-ontvankelijk en wijst het verzoek om vaststelling van een dwangsom af.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat verzoekers niet aannemelijk hebben gemaakt dat de geluidnormen zijn overschreden.

De rechtbank oordeelt dat de omgevingsvergunning voor de herinrichting van het terrein aan de N.C.B-laan 52g te Veghel in rechte stand houdt. Eiseressen hebben geen voldoende onderbouwde gronden aangevoerd om het besluit te vernietigen.

De voorzieningenrechter schorst de last onder dwangsom voor het exploiteren van een autoparkeerterrein, oordelend dat de gemeente onvoldoende draagkrachtig heeft gemotiveerd waarom het gebruik niet toegestaan is.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens een onvoldoende specifieke procesmachtiging. [persoon A] heeft geen meer specifieke volmacht ingediend binnen de gestelde termijn.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens onvoldoende specifieke procesmachtiging van de gemachtigde.

De voorzieningenrechter schorst de last onder dwangsom voor het bouwen en gebruiken van een motorcrossaccommodatie zonder vergunning, onder voorwaarden.

Eiser heeft beroep ingesteld tegen een Wob-besluit, maar de rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens misbruik van procesrecht en ongeldige ingebrekestelling.

Rechtbank vernietigt omgevingsvergunning voor schietboom wegens onvolledig akoestisch onderzoek en onvoldoende waarborgen voor omwonenden.

Rechtbank vernietigt het besluit van Waterschap De Dommel over onderhoudsplicht voor eisers, oordeelt dat het waterschap onvoldoende heeft gemotiveerd waarom eisers als onderhoudsplichtigen zijn aangewezen.

Rechtbank Oost-Brabant verklaart het beroep ongegrond inzake de weigering van ontheffing op basis van de Verordening Ruimte Noord-Brabant 2011, waarbij de civiele rechter bevoegd is voor schadevergoeding.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat er causaal verband is tussen inkomensschade en planologische maatregel. Beroep ongegrond verklaard.

Rechtbank Oost-Brabant verklaart het beroep van eiser ongegrond inzake afwijzing tegemoetkoming faunaschade door Faunafonds, wegens te late indiening en onvoldoende onderbouwing.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat verweerder twee Wob-verzoeken over leaseauto's van DVOM als één verzoek mocht behandelen. Eiser heeft geen recht op twee dwangsommen. Beroep ongegrond verklaard.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat twee Wob-verzoeken van eiser terecht als één verzoek zijn behandeld. Beroep ongegrond verklaard.

Rechtbank Oost-Brabant wijst de aanvraag voor toevoeging rechtsbijstand af, omdat het belang van eiser niet voldoet aan de criteria van de Wet op de Rechtsbijstand. Beroep ongegrond verklaard.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat eiser geen recht heeft op huurtoeslag vanwege medebewoners en bevestigt de terugvordering door de Belastingdienst.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat de loods illegaal was gebouwd zonder vergunning en het beroep op gewekt vertrouwen niet slaagde.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, oordelend dat de loods illegaal is en handhaving gerechtvaardigd is.

Rechtbank Oost-Brabant wijst schadevergoeding af wegens onrechtmatig handelen, omdat de milieuvergunning en handhavingsbesluiten formele rechtskracht hebben.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat burgers ook in Wahv-zaken Wob-verzoeken kunnen indienen. De rechtbank verklaart de beroepen gegrond en legt een dwangsom op van € 2.520,00 voor het niet tijdig beslissen op aanvragen.

De rechtbank oordeelt dat elk van de drie appartementen als zelfstandige onroerende zaak moet worden aangemerkt voor de berekening van planschade en normaal maatschappelijk risico.

Tussenuitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant over verzoek om tegemoetkoming in planschade door eiser, afgewezen door het college van burgemeester en wethouders. De rechtbank oordeelt dat het bestemmingsplan niet als schadeveroorzakend feit kan worden aangemerkt en geeft verweerder de kans om het besluit te herstellen.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt over planschadetegemoetkoming en maatschappelijk risico. Eiseres krijgt gedeeltelijk gelijk; besluit van 10 mei 2011 wordt vernietigd, maar beroep tegen herzien besluit ongegrond verklaard. Proceskostenvergoeding van € 1.652,00 toegekend.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt over planschadevergoeding en bevestigt toepassing kortingsmethode. Eiseres krijgt tegemoetkoming van € 5.200,00 en € 4.200,00 voor respectievelijk objecten [adres1] en [adres2].

Eiser verzet zich tegen een omgevingsvergunning voor beekherstelproject Beerze Kampina. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, o.a. omdat de flora- en faunaregelgeving niet in het nadeel van eiser is geschonden.

Rechtbank Oost-Brabant weigert onttrekkingsvergunning voor woning als kantoor; beroep ongegrond.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat eiser geen misbruik van procesrecht heeft gemaakt in zijn Wob-verzoeken. Verweerder wordt veroordeeld tot betaling van een dwangsom van € 1.260,00 en proceskosten.

De rechtbank oordeelt dat eisers met beperkt zicht op een bouwlocatie voor een mestverwerkingsloods ontvankelijk zijn in hun bezwaren. Het bestreden besluit wordt vernietigd voor deze eisers, terwijl de bezwaren ongegrond worden verklaard.

De rechtbank verklaart het beroep van eisers niet-ontvankelijk, omdat er geen overtreding van de milieuvergunning is en het actuele belang bij de beoordeling is komen te vervallen.

De rechtbank Oost-Brabant heeft het verzoek van Beleggingsmaatschappij De Mispelaar B.V. om planschadevergoeding afgewezen, oordelend dat er geen sprake was van een planologisch nadeliger positie door de wijziging van het bestemmingsplan.

De rechtbank oordeelt dat eiser recht heeft op kinderopvangtoeslag voor 2008, ondanks de herziening door de Belastingdienst. De schenking door de gastouder wordt erkend, en de rechtbank vernietigt de besluiten van de Belastingdienst.

De voorzieningenrechter vernietigt de omgevingsvergunning voor huisvesting van 60 arbeidsmigranten, omdat deze in strijd is met de provinciale Verordening Ruimte 2012.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat eiseres niet geschikt is voor de functie handmatig uitvoerder afwerking. Beroep gegrond, bestreden besluit vernietigd, arbeidsongeschiktheid herzien naar 65-80%.

Omwonenden hebben beroep ingesteld tegen een omgevingsvergunning voor een schietboom in Mheer. De rechtbank oordeelt dat de vergunning niet voldoende is gemotiveerd en geeft verweerder de kans om het gebrek te herstellen.

Rechtbank 's-Hertogenbosch vernietigt het besluit van de gemeente Helmond over evenementen in Kasteelpark, oordeelt dat er geen zicht op legalisatie is en draagt de gemeente op een nieuw besluit te nemen.

Rechtbank 's-Hertogenbosch weigert inschrijving eiseres in het Register beëdigde tolken en vertalers wegens onvoldoende taalcompetentie. Beroep ongegrond verklaard.

Tussenuitspraak over herziening WAO-uitkering van eiseres, waarbij de rechtbank oordeelt dat de motivering voor geschiktheid van een functie niet deugdelijk is en verweerder de gelegenheid biedt om het gebrek te herstellen.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de intrekking van de WAO-uitkering van eiseres wegens fraude met medische verklaringen.

Rechtbank 's-Hertogenbosch vernietigt de ziekengeldsanctie aan DIT Technical Services 1 B.V. wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen, maar oordeelt dat beroep op het vertrouwensbeginsel slaagt.

Beroep ongegrond tegen omgevingsvergunning voor verplaatsing schutterslocatie; geen schending belangen eisers, vergunning in overeenstemming met bestemmingsplan.

Omwonenden hebben beroep ingesteld tegen een projectbesluit voor de bouw van een varkenshouderij. De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond, oordelend dat de aanvraag voldoet aan de eisen van de Wro en dat er geen onaanvaardbare gevolgen zijn voor het woon- en leefklimaat.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk omdat er geen procesbelang meer is bij de beoordeling van de rechtmatigheid van de bouwvergunning voor een overkapping, nu onder de Wabo geen vergunning meer vereist is.

De rechtbank vernietigt de afwijzing van de planschadevergoeding voor [eiseres] en [eisers] en oordeelt dat zij niet konden voorzien dat woningbouw in hun achtertuinen mogelijk zou worden. De gemeente moet opnieuw beslissen op hun bezwaren.

Rechtbank 's-Hertogenbosch vernietigt last onder dwangsom opgelegd aan eiseres wegens overtreding van het Gebruiksbesluit, oordeelt dat verweerder niet bevoegd was tot oplegging.

De rechtbank 's-Hertogenbosch oordeelt dat de planschadevergoeding van €12.000 en €5.000 voor de eisers terecht is, en dat subjectieve angst voor gezondheidsrisico's geen rol speelt in de beoordeling.

De rechtbank verklaart het beroep van eiseres niet-ontvankelijk vanwege onduidelijke adressering van het primaire besluit, dat uitsluitend aan de heer [A] was gericht.

Verdachte veroordeeld tot 24 maanden gevangenisstraf voor gewapende overval op winkel in Eindhoven, met schadevergoeding van 140 euro aan slachtoffer.

De rechtbank 's-Hertogenbosch heeft op 13 juli 2010 een verdachte veroordeeld voor verkrachting, mishandeling en wederrechtelijke vrijheidsberoving van zijn vriendin tijdens een vakantie in Turkije, met een gevangenisstraf van 12 maanden en TBS met dwangverpleging.

De rechtbank verklaart het openbaar ministerie niet-ontvankelijk in de vervolging van de verdachte vanwege ernstige tekortkomingen in het opsporingsonderzoek, wat leidt tot schending van het recht op een eerlijk proces.

De rechtbank veroordeelt een bestuurder tot 12 maanden gevangenisstraf en 3 jaar ontzegging van de rijbevoegdheid voor het dodelijk aanrijden van een fietser onder invloed van alcohol.

De rechtbank behandelt een zaak van gewapende overvallen en vraagt de rechter-commissaris om onderzoek naar een rijksrecherche-rapport. De voorlopige hechtenis blijft gehandhaafd en een nadere zitting is gepland op 6 april 2010.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de gevraagde beperking van de kennisneming van privacygevoelige gegevens niet gerechtvaardigd is, en dat het belang van betrokkene bij het verdedigingsbeginsel zwaarder weegt.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat er geen spoedeisend belang is aangetoond.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de medische beperkingen van de appellant correct zijn ingeschat in het kader van de WAO-schatting.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WAO-uitkering aan appellant, gebaseerd op een juiste medische en arbeidskundige grondslag.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Zwolle over de WAO-schatting van appellante, gebaseerd op zorgvuldig medisch onderzoek.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de WAO-schatting van 25-35% en oordeelt dat de rechtbank correct heeft geoordeeld over de herziening van de uitkering.

Hoger beroep over de weigering van een WAO-uitkering. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep ongegrond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking WAO-uitkering van appellante op basis van medische beperkingen en geschiktheid voor arbeid.

Appellant heeft hoger beroep ingesteld tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn beroep inzake WAO-uitkering. De Raad bevestigt dat appellant geen procesbelang heeft, aangezien hij de maximale uitkering heeft bereikt. Hoger beroep wordt afgewezen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de WAO-uitkering van appellante, omdat haar arbeidsongeschiktheid op de relevante datum minder dan 15% was.

De Centrale Raad van Beroep heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat verzoeker onvoldoende spoedeisend belang aanvoerde.

Hoger beroep over intrekking WAO-uitkering. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, oordeelt dat medisch oordeel Uwv juist is en dat geen verlies aan verdienvermogen is aangetoond.

Hoger beroep van appellante tegen de weigering van een WAO-uitkering. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak en oordeelt dat de arbeidsmogelijkheden niet zijn overschat.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Assen over de WAO-uitkering van appellant, die is vastgesteld op 25 tot 35%. Hoger beroep afgewezen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de niet-ontvankelijkheid van het beroep van appellante wegens het ontbreken van het besluit waarop het geschil betrekking heeft.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening van de WAO-uitkering van appellante van 80-100% naar 45-55% en oordeelt dat de beperkingen correct zijn ingeschat.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WAO-uitkering aan appellant, die minder dan 15% arbeidsongeschikt werd geacht, en oordeelt dat er geen nieuwe feiten zijn aangedragen.

De Raad voor de Rechtspraak oordeelt dat het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn niet-ontvankelijk is in het bezwaar tegen de intrekking van een WAO-uitkering, omdat het college geen belanghebbende is.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt over de vergoeding van kosten voor een psychiatrisch rapport. Het hoger beroep van het Uwv wordt afgewezen en het Uwv wordt veroordeeld in de proceskosten van gedaagde tot € 322,-.

Hoger beroep over de rechtmatigheid van AAW-uitkering en terugvordering door het Lisv. De Raad oordeelt dat gedaagde geen arbeid heeft verricht en bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de AOV-uitkering van gedaagdes echtgenote niet als inkomen in verband met arbeid kan worden aangemerkt, waardoor de verlaagde AOW-toeslag onterecht was.