ECLI:NL:CRVB:2025:88
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Gelderland. De Centrale Raad van Beroep heeft op 15 januari 2025 uitspraak gedaan in het hoger beroep met zaaknummer 24/975 WIA. De zaak betreft een beroep op betalingsonmacht van appellant, die niet in staat was het griffierecht van € 138,- tijdig te betalen. Appellant werd op 8 mei 2024 geïnformeerd over de verschuldigdheid van het griffierecht en kreeg de opdracht om dit bedrag binnen 28 dagen te betalen. Ondanks een beroep op betalingsonmacht en meerdere herinneringen, heeft appellant het griffierecht niet binnen de gestelde termijn voldaan. De Raad heeft appellant herhaaldelijk gewezen op de gevolgen van het niet tijdig betalen van het griffierecht, maar appellant heeft geen actie ondernomen om aan de vereisten te voldoen. De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat appellant in verzuim is geweest. De uitspraak is gedaan door J.D. Streefkerk, met J.M. Labage als griffier, en is openbaar uitgesproken op 15 januari 2025. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, en belanghebbenden kunnen binnen zes weken na verzending van de uitspraak verzet aantekenen.