ECLI:NL:CRVB:2025:251
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. R.A. van Heijningen, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De Centrale Raad van Beroep heeft op 13 februari 2025 uitspraak gedaan in deze zaak, geregistreerd onder nummer 24/1749 NOW. De kern van de zaak betreft de niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep, omdat het griffierecht van € 559,- niet binnen de gestelde termijn was betaald. De gemachtigde van appellante werd herhaaldelijk gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht en op de gevolgen van het niet tijdig betalen. Ondanks een beroep op betalingsonmacht, werd het formulier hiervoor niet aangeleverd, waardoor het beroep op betalingsonmacht werd afgewezen. De Raad heeft vastgesteld dat appellante niet heeft voldaan aan de eisen voor het indienen van een beroep op betalingsonmacht en dat er geen reden was om aan te nemen dat appellante niet in verzuim was. Hierdoor werd het hoger beroep als kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, zonder verder onderzoek. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending van het afschrift.