Uitspraak
PROCESVERLOOP
.Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door V.A.R. Kali.
OVERWEGINGEN
Inleiding
equality of armsniet, omdat appellante voldoende gelegenheid heeft gehad om de medische bevindingen van de verzekeringsartsen te betwisten. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om te oordelen dat het Uwv de belastbaarheid van appellante onjuist heeft ingeschat. De verzekeringsartsen hebben volgens de rechtbank uitgebreid en inzichtelijk gemotiveerd waarom zij tot de aangenomen beperkingen zijn gekomen. Daarbij acht de rechtbank van belang dat appellante in de beroepsfase geen nieuwe medische informatie heeft overgelegd ter onderbouwing van haar standpunt. Dat de verzekeringsartsen het “Protocol Aspecifieke lage rugpijn” niet expliciet hebben genoemd, maakt het oordeel volgens de rechtbank niet anders. Ook heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep volgens de rechtbank afdoende gemotiveerd dat geen sprake is van het aannemen van verdergaande beperkingen vanwege een somatische symptoomstoornis, omdat deze anti-revaliderend en
anti-mobiliserend werken. Volgens de rechtbank slaagt het beroep op de uitspraak van de Raad van 26 januari 2023 [1] evenmin. Het enkele gegeven dat in deze uitspraak sprake was van eenzelfde stoornis, is volgens de rechtbank niet maatgevend. Ook is volgens de rechtbank uit de beschikbare medische informatie niet gebleken dat sprake is van psychopathologie, ontwikkelingsstoornissen of mentale ziektes waardoor meer beperkingen moeten worden aangenomen. Naar het oordeel van de rechtbank hebben de verzekeringsartsen de belastbaarheid van appellante juist weergegeven, zodat de arbeidsdeskundigen hiervan mochten uitgaan bij het selecteren van functies. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft afdoende gemotiveerd waarom de geselecteerde functies geschikt zijn voor appellante.
Het oordeel van de Raad
somatisch-symptoomstoornis, maar dat dit geen psychiatrische stoornis in engere zin inhoudt. Appellante heeft ter nadere onderbouwing van haar standpunt in hoger beroep medische stukken overgelegd van behandelaars. Het Uwv heeft uiteengezet dat deze stukken dateren van ruim na de datum in geding en daarom geen aanleiding geven voor een gewijzigd oordeel. Ook blijkt uit deze stukken niet dat appellante op de datum in geding onder behandeling was voor haar psychische klachten. Daarnaast heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep gemotiveerd geconcludeerd dat beperkingen zijn aangenomen vanwege rugklachten en een descensus uteri en dat bij het aannemen van deze beperkingen balans is gezocht tussen enerzijds activatie en mobilisatie en anderzijds rekening houden met de ervaren pijnklachten. Appellante heeft geen nadere medische stukken overgelegd die aanknopingspunten geven voor het oordeel dat appellante op de datum in geding meer of anders beperkt is dan is opgenomen in de FML van 17 oktober 2022.