5.1.Op grond van artikel 5 van de Wet WIA bestaat recht op een WIA-uitkering als een betrokkene ten minste 35% arbeidsongeschikt is. De mate van arbeidsongeschiktheid wordt berekend door het loon dat een betrokkene in zijn laatste werk nog had kunnen verdienen, te vergelijken met het loon dat hij kan verdienen in passende functies. Deze beoordeling is gebaseerd op een verzekeringsgeneeskundig en een arbeidskundig onderzoek. Beide aspecten worden hieronder besproken.
5.2.1.Als uitgangspunt geldt dat de bestuursrechter het oordeel van een onafhankelijke, door hem ingeschakelde deskundige volgt als de motivering van deze deskundige hem overtuigend voorkomt. Deze situatie doet zich hier voor. Het rapport van de door de Raad ingeschakelde deskundige geeft blijk van een zorgvuldig onderzoek en is inzichtelijk en consistent. De deskundige heeft het dossier, met alle daarin aanwezige medische informatie, bestudeerd. Zij heeft betrokkene gezien op haar spreekuur, waarbij zij een anamnese heeft afgenomen en een lichamelijk en een psychisch onderzoek heeft verricht. In haar rapporten heeft zij vastgesteld dat bij betrokkene sinds 2008 sprake is van diabetes mellitus type 1, status na hiv-infectie in oktober 2017, chronische darmklachten zonder duidelijke oorzaak en mogelijk bijwerkingen van medicatie. Op basis van haar onderzoek en alle beschikbare informatie heeft zij deugdelijk en inzichtelijk gemotiveerd dat op de datum in geding geen sprake was van volledige arbeidsongeschiktheid, aangezien betrokkene niet voldeed aan de criteria die hiervoor gelden en die zijn opgenomen in het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten.
5.2.2.De deskundige heeft het aannemelijk en plausibel geacht dat de vermoeidheidsklachten van betrokkene deels uit de (moeilijk instelbare) diabetes mellitus en deels vanuit de doorgemaakte hiv-infectie verklaard kunnen worden en dat betrokkene hierdoor op de datum in geding energetisch beperkt was. Tevens is het wenselijk dat betrokkene in verband met de diabetes niet al te zware lichamelijke inspanningen verricht. Gelet hierop dient de FML op enkele items te worden aangevuld (frequent reiken, frequent buigen, duwen of trekken). Met de urenbeperking van zes uur per dag, dertig uur per week naast de overige beperkingen, wordt volgens de deskundige voldoende tegemoet gekomen aan de verminderde energetische belastbaarheid van betrokkene. Omdat regelmaat in eten, activiteit en rust van belang is om de diabetes zo goed mogelijk te kunnen reguleren, heeft de deskundige betrokkene daarnaast aangewezen geacht op een regelmatig werkpatroon. Zij heeft onderkend dat de diabetes van betrokkene niet altijd optimaal gereguleerd is geweest en dat sprake is van brittle diabetes, dat wil zeggen moeilijk te managen diabetes. In dat verband heeft zij opgemerkt dat betrokkene weet hoe hij met voeding kan sturen zodat hij niet voor vreemde verrassingen komt te staan met betrekking tot zijn glycemieregulatie en dat ontregeling van de diabetes rond de datum in geding niet zo ernstig is geweest dat dit bijvoorbeeld heeft geleid tot opnames in het ziekenhuis. De in 2023 sterk gestegen waarde is voor de deskundige geen aanleiding geweest om de belastbaarheid verder aan te passen. Zij heeft opgemerkt dat zij rekening gehouden met de brittle diabetes bij het vaststelling van de belastbaarheid en heeft daarbij – gelet op de datum in geding van 19 juni 2018 – de waardes van juni 2017 en juni 2020 in aanmerking genomen.
5.2.3.Verder heeft de deskundige toegelicht dat van grote problemen met nachtelijke hypo’s niet is gebleken. In de onderzoeksverslagen van de verzekeringsarts is dit niet terug te vinden. Wel heeft zij aangenomen dat de nachtrust van betrokkene wordt verstoord door nachtzweten, wat leidt tot een verminderde energetische belastbaarheid. Voor een aanvullende beperking voor recuperatie is volgens de deskundige geen aanleiding, omdat recuperatie volgt op inspanning en niet aan de orde is vanwege een verstoorde nachtrust. Bij betrokkene is geen sprake van een aandoening waarbij het opgangkomen langer kan duren en de algemeen gebruikelijke pauzes zijn volgens haar voldoende. De Raad kan het standpunt van de deskundige omtrent de urenbeperking volgen, te meer omdat van de kant van betrokkene geen gemotiveerd ander medisch standpunt is ingebracht.
5.2.4.Verder kunnen de darmklachten van betrokkene niet duidelijk verklaard worden vanuit een onderliggend medisch substraat en is mogelijk sprake van een bijwerking van medicatie. Gezien de lange duur van deze klachten en het consistente klachtenpatroon dient volgens de deskundige in de buurt van de werkplek een toilet aanwezig te zijn en moet betrokkene het werk kunnen onderbreken wanneer toiletbezoek noodzakelijk is. Verder heeft de deskundige geen reden gezien om beperkingen aan te nemen in verband met verminderd volhouden van concentratie en opnemen van nieuwe informatie, omdat daarvoor een medische onderbouwing ontbreekt. Van cognitieve problemen tijdens haar onderzoek en tijdens onderzoeken door verzekeringsartsen is niet gebleken. Tot slot heeft zij opgemerkt dat de in de brief van de ergotherapeut genoemde ontsteking aan de hand van na de datum in geding dateert.
5.2.5.In wat betrokkene heeft aangevoerd wordt geen aanleiding gezien de juistheid van de conclusies van de deskundige in twijfel te trekken. Betrokkene heeft zijn stellingen dat de deskundige in onvoldoende mate rekening heeft gehouden met zijn diabetes en de gevolgen daarvan en dat de deskundige ten onrechte geen beperkingen heeft vastgesteld in verband met concentratieproblemen en informatieverwerking, niet onderbouwd met medische gegevens.
5.2.6.Nu de verzekeringsarts bezwaar en beroep de door de deskundige gestelde aanvullende beperkingen heeft opgenomen in de FML van 10 januari 2024, kunnen de beperkingen in deze FML worden gevolgd.
Arbeidskundige beoordeling
5.3.1.De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft in de rapporten van 17 januari 2024 en 24 mei 2024 voldoende en inzichtelijk gemotiveerd dat de geselecteerde functies passend zijn voor betrokkene. Op grond van de Arbowet is bij alle werkplekken een toilet in de nabijheid, wat betekent dat het toilet binnen één tot twee minuten lopen te bereiken is. In de functie van boekhouder/kassier (SBC-code 515070) bevindt het toilet zich buiten op de gang van de kantoortuin. In deze functie moet binnen twee uur worden gereageerd op een terugbelverzoek (ca. 1-2 keer per uur). Volgens de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft betrokkene voldoende tijd om hieraan te voldoen. Verder kan een collega een gesprek aannemen wanneer hij niet op de werkplek aanwezig is. Ten aanzien van de functie van productiemedewerker industrie (SBC-code 111180) is navraag gedaan bij de arbeidskundig analist. Er bevindt zich op 50 tot 70 meter van de werkplek een toilet. Het werk is niet machine gebonden en er is geen sprake van werk waarbij de collega’s voor de voortgang van het werk onderling van elkaar afhankelijk zijn. In de functie van administratief ondersteunend medewerker (SBCcode 315100) bevindt het toilet zich buiten op de gang van de kantoortuin. Volgens de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep worden naast het afhandelen van telefoontjes, administratieve taken verricht. Afhankelijk van het aanbod van telefoontjes kan de werkplek op elk moment verlaten worden en tussen de telefoontjes door is het mogelijk om het toilet te bezoeken. Verder kan een collega een gesprek aannemen wanneer betrokkene niet op de werkplek aanwezig is. De conclusie van de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep dat in de functies sprake is van eenvoudige werkzaamheden, waarbij de verschillende medewerkers niet afhankelijk zijn van elkaars (voortdurende) aanwezigheid op de werkvloer en dat bij alle werkplekken een toilet in de nabijheid is, kan dan ook worden gevolgd. De stelling van betrokkene dat de darmklachten onvoorspelbaar en ongecontroleerd zijn en dat hiermee ten onrechte geen rekening is gehouden, wordt niet gevolgd. Uit de medische stukken en de rapporten van de deskundige blijkt niet dat met de eis van een toilet in de nabijheid van de werkplek en de arbeidskundige onderbouwing onvoldoende tegemoet wordt gekomen aan de darmklachten van betrokkene.
5.3.2.In de rapporten van 5 september 2019 en 7 november 2019 heeft de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep voldoende toegelicht dat betrokkene voldoet aan de eisen van de functie van boekhouder/kassier, omdat hij de hbo-opleiding Facilitaire Dienstverlening heeft afgerond met een diploma en op grond daarvan beschikt over opleidingsniveau 6. Voor de functie van boekhouder/kassier geldt opleidingsniveau 5. Met het hbo-diploma heeft betrokkene verder aangetoond dat hij over een hoger niveau beschikt dan de voor de functie geldende opleidingseis havo-diploma of mbo-diploma niveau 4 richting administratief of juridisch. Ook de signaleringen in de functies zijn door de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep voldoende toegelicht en geven geen aanleiding om te oordelen dat de geselecteerde functies niet geschikt zijn voor betrokkene. Uitgaande van de beperkingen in de FML van 10 januari 2024 heeft het Uwv voldoende deugdelijk gemotiveerd dat de geselecteerde functies geschikt zijn voor betrokkene.