dhr. mr. J. Brand

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het college het bezwaar van appellanten terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard, omdat het bezwaarschrift prematuur was ingediend.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat een vaststellingsovereenkomst met een schadeverzekeraar niet in de weg staat aan de verstrekking van maatwerkvoorzieningen op grond van de Wmo 2015. Hoger beroep van appellante slaagt.

De Raad oordeelt dat de ingebrekestelling prematuur was en dat er geen dwangsom verschuldigd is. Het beroep tegen het besluit van 24 juni 2022 wordt ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkenen onvoldoende medewerking hebben verleend aan het onderzoek naar jeugdhulp, waardoor de aanvraag is afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt niet-ontvankelijkheid beroep studiefinanciering en proceskostenvergoeding. Appellante heeft geen belang bij inhoudelijke beoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de Svb terecht dubbele kinderbijslag aan appellante heeft geweigerd vanaf het tweede kwartaal van 2020.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant en wijst het hoger beroep van de appellant af, zonder nieuwe gronden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Limburg en verklaart het hoger beroep ongegrond. Appellante heeft geen procesbelang, omdat zij haar doel heeft bereikt: de bijdrage is op nihil gesteld.

De Raad kent een financiële maatwerkvoorziening toe voor autogebruik aan appellant met ernstige beperkingen, na niet-nakoming van eerdere rechterlijke uitspraken door het college.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het college passende maatwerkvoorzieningen heeft verstrekt en het pgb-tarief voor informele ondersteuning correct heeft toegepast. Hoger beroep van appellante afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen belang had bij beoordeling van bestreden besluiten en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat hoger beroep ontvankelijk is en draagt het college op een nieuw besluit te nemen over noodzakelijke voorzieningen voor appellante.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant recht heeft op een hoger pgb-uurtarief en schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag gehandicaptenparkeerkaart; medische adviezen voldoen aan eisen, geen objectieve onderbouwing van loopbeperking.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het college om de stoepophoging te verbreden voor scootmobielstalling, omdat appellante onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij niet veilig kan manoeuvreren.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de zorgaanvraag van appellante door het CIZ, omdat er geen noodzaak is voor 24 uur zorg in de nabijheid.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de betrokkene geen recht had op zijn studentenreisproduct na beëindiging van zijn inschrijving. De ov-schuld wordt vastgesteld op € 600,-.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in een pgb-zaak. Appellant ontvangt € 583,- van de Staat en € 417,- van het zorgkantoor.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt de herziening van het Wlz-indicatiebesluit van appellante door het CIZ, omdat onvoldoende is aangetoond dat haar zorgbehoefte is gewijzigd.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de omzetting van een prestatiebeurs in een gift moet plaatsvinden vanaf de eerste maand van toekenning, niet vanaf de maanden van de afgeronde opleiding. De eerdere uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkene wist dat hij geen recht had op studentenreisproduct en bevestigt ov-schuld van € 225,-. Eerdere uitspraak van rechtbank wordt vernietigd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van jeugdhulp voor dyslexiebehandeling, omdat appellant niet voldoet aan de criteria voor ernstige enkelvoudige dyslexie.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere afwijzing van pgb-aanvragen en verplicht colleges tot nieuwe besluiten na individuele beoordeling.

Centrale Raad van Beroep vernietigt afwijzing aanvraag gehandicaptenparkeerkaart; college heeft onvoldoende vergewisplicht nageleefd.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan procesbelang; appellant heeft geen belang meer bij inhoudelijke beoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt maatwerkvoorziening pgb vanaf 9 september 2019, maar kent proceskostenvergoeding toe aan appellante.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in de proceskosten tot € 2.115,22 na intrekking van het hoger beroep.

Centrale Raad van Beroep bevestigt uitspraak rechtbank en wijst verzoek om omzetting prestatiebeurs in gift toe, wegens onredelijke afwijzing door minister.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verlengt de diploma- en opnametermijn tot 31 augustus 2026, ondanks de weigering van de minister.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op studiefinanciering van januari tot juni 2020, omdat hij niet als migrerend werknemer kan worden aangemerkt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de minister correct heeft beslist over de studiefinanciering van een migrerende EU-student en dat er geen dwangsom verschuldigd is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de appellant niet voldoende heeft aangetoond dat hij meer uren voor dweilen nodig heeft dan de toegekende 429 uur per jaar.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de minister zelf het NiNbi van appellant moet vaststellen voor de berekening van de draagkracht in verband met de terugbetaling van een studieschuld. Schadevergoeding van € 500,- wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de inspecteur niet bevoegd is om het Niet in Nederland belastbaar inkomen van appellante vast te stellen, en dat de minister dit had moeten doen. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit blijven in stand.

Centrale Raad van Beroep vernietigt afwijzing jeugdhulpaanvraag door college Vlissingen wegens onduidelijke gemeentelijke verordening. Nieuwe beslissing op bezwaar vereist.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de afwijzing van jeugdhulpaanvraag, oordeelt dat gemeentelijke verordening onvoldoende rechtszekerheid biedt en draagt college op nieuw besluit te nemen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de vernietiging van het bestreden besluit tot toekenning van jeugdhulp door de rechtbank, omdat het college onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de eigen mogelijkheden van de ouders.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens onbekwaamheid van appellant om zijn belangen te waarderen.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant recht heeft op studiefinanciering voor de periode september 2021 tot en met december 2021, maar niet voor september 2020, omdat hij toen geen migrerend werknemer was.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkene geen recht heeft op studiefinanciering over augustus tot en met december 2021, omdat zij tijdens haar stage niet als migrerend werknemer wordt beschouwd.

De aanvraag voor een gehandicaptenparkeerkaart is afgewezen. De rechtbank oordeelt dat het college de afwijzing niet op deugdelijke medische adviezen heeft gebaseerd. Hoger beroep van het college wordt verworpen.

Het verzoek om een voorlopige voorziening wordt niet-ontvankelijk verklaard door de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep op 8 mei 2024.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de gemeente niet de in de Beleidsregels opgenomen tijden mag hanteren voor huishoudelijke ondersteuning en bevestigt dat de was- en strijkservice een algemene voorziening is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag maatwerkvoorziening WMO wegens gebrek aan medewerking appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de toekenning van een pgb van € 9.325,44 voor een scootmobiel aan appellant, oordelend dat dit bedrag voldoende is voor zelfredzaamheid en participatie.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat er geen procesbelang meer is voor appellant, wiens bezwaren ongegrond zijn verklaard. Hoger beroep tegen eerdere uitspraken niet-ontvankelijk verklaard.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat er geen procesbelang meer is voor appellante, nu haar bezwaar ongegrond is verklaard en geen kostenvergoeding is toegekend. De uitspraak bevestigt de eerdere beslissing van de rechtbank Overijssel.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de zorgaanvraag van appellante door het CIZ, omdat zij niet blijvend aangewezen is op 24 uur per dag zorg in de nabijheid.

Afwijzing van de aanvraag om uitbreiding van schoonmaakondersteuning op grond van de Wmo 2015 door het college van burgemeester en wethouders van Emmen, bevestigd door de Centrale Raad van Beroep.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het CIZ terecht geen grondslag verstandelijke handicap heeft vastgesteld voor betrokkene en vernietigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.