ECLI:NL:CRVB:2024:2229
Centrale Raad van Beroep
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om vaststelling bijdrage maatwerkvoorziening op nihil te stellen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 november 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg van 18 juli 2023. De zaak betreft een verzoek van appellante om de bijdrage voor een maatwerkvoorziening, bestaande uit hulp bij het huishouden, op nihil te stellen. Het CAK had eerder de bijdrage over de periode van maart 2020 tot en met april 2021 vastgesteld, maar heeft deze later gecorrigeerd naar nihil. Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen de besluitvorming van het CAK, maar het CAK heeft het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen dit besluit eveneens niet-ontvankelijk verklaard, omdat appellante geen procesbelang zou hebben; zij had immers gekregen wat zij wilde bereiken.
Appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat zij wel degelijk procesbelang heeft, omdat zij de onrechtmatigheid van de besluitvorming van het CAK wil laten vaststellen. De Raad heeft echter geoordeeld dat het feit dat appellante haar doel heeft bereikt, namelijk de nihilstelling van de bijdrage, onvoldoende is om procesbelang aan te nemen. Bovendien zijn er geen bezwaarkosten gemaakt, wat ook een reden is om geen procesbelang te erkennen. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond. Appellante krijgt geen vergoeding voor griffierecht of proceskosten.