Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Inleiding
Het oordeel van de Raad
.De door de moeder van betrokkenen in bezwaar overgelegde (medische) stukken waren niet voldoende om dit vast te stellen. Van de onjuistheid van dit standpunt is de Raad mede gelet op de onderzoeksplicht van het college als bedoeld onder 5.2 niet kunnen blijken. Het college mocht zich mitsdien op het standpunt stellen dat een gesprek met betrokkenen redelijkerwijs kon bijdragen aan een juiste vaststelling van de jeugdhulp en daarmee aan een juiste uitvoering van de wet. Het college heeft het dan ook noodzakelijk kunnen achten met betrokkenen te spreken. Nu van de zijde van de moeder voorts geen concrete en geobjectiveerde redenen naar voren zijn gebracht waarom – bijvoorbeeld om redenen van medische aard – (toch) niet met betrokkenen gesproken zou kunnen worden, is niet voldaan aan de in artikel 8.1.2, derde lid, van de Jw bedoelde verplichting. De Raad volgt het college dan ook in het standpunt dat betrokkenen geen medewerking hebben verleend in de zin van artikel 8.1.2, derde lid, van de Jw.
Conclusie en gevolgen
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen tussenuitspraak en de aangevallen einduitspraak;
- verklaart het beroep tegen het besluit van 28 mei 2019 ongegrond;
- vernietigt het besluit van 20 juli 2022.