ECLI:NL:CRVB:2024:2222
Centrale Raad van Beroep
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om verlaging eigen bijdrage maatwerkvoorziening op grond van Wmo-2015
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 november 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Oost-Brabant van 6 maart 2023. De appellant ontving sinds 1 september 2018 een maatwerkvoorziening beschermd wonen op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) en was verplicht een bijdrage te betalen. Het CAK heeft deze bijdrage per 1 januari 2021 herzien en vastgesteld op € 320,17 per maand. De appellant heeft bezwaar gemaakt tegen deze herziening, maar het CAK heeft dit bezwaar ongegrond verklaard in een besluit van 2 mei 2022. De rechtbank heeft het beroep van de appellant tegen dit besluit ongegrond verklaard, waardoor het besluit van het CAK in stand bleef.
In hoger beroep heeft de appellant geen nieuwe of andere gronden aangevoerd die de rechtbank tot een ander oordeel hadden moeten brengen. De Raad heeft de argumenten van de appellant beoordeeld en geconcludeerd dat het hoger beroep niet slaagt. De Raad onderschrijft de overwegingen van de rechtbank en bevestigt de uitspraak. De Raad heeft vastgesteld dat het CAK voldoende gemotiveerd heeft hoe het tot de hoogte van de bijdrage is gekomen, en dat de appellant niet heeft onderbouwd dat deze bijdrage onredelijk bezwarend voor hem was. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten of teruggave van het griffierecht.