Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Inleiding
Het oordeel van de Raad
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- veroordeelt het college in de proceskosten van appellant tot een bedrag van € 1.750,-.
Centrale Raad van Beroep
In deze uitspraak beoordeelt de Centrale Raad van Beroep of de rechtbank terecht het bestreden besluit tot toekenning van jeugdhulp heeft vernietigd. De Raad concludeert dat dit het geval is, nu in het gemeentelijke regelstellende kader niet op de juiste wijze is neergelegd hoe invulling wordt gegeven aan de gebruikelijke hulp door de ouders. Het college van burgemeester en wethouders van Groningen had in een eerder besluit aan betrokkene een voorziening voor jeugdhulp verstrekt, maar dit besluit werd door de rechtbank vernietigd omdat het niet zorgvuldig was voorbereid. De rechtbank oordeelde dat het college onvoldoende had onderzocht wat de eigen mogelijkheden en het probleemoplossend vermogen van de ouders waren. Het college ging in hoger beroep, maar de Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank. De Raad oordeelde dat het college niet voldoende had onderbouwd waarom de toekenning van 12 uur jeugdhulp per week voldoende was, gezien de specifieke situatie van betrokkene. De Raad benadrukte dat de gemeentelijke verordening onvoldoende rechtszekerheid bood en dat het college een nieuw besluit moest nemen waarin de noodzaak tot jeugdhulp adequaat wordt onderzocht. De Raad veroordeelde het college in de proceskosten van betrokkene tot een bedrag van € 1.750,- voor verleende rechtsbijstand.