Uitspraak
OVERWEGINGEN
Inleiding
,gehandhaafd na bezwaar bij besluit van 25 maart 2020 (bestreden besluit), heeft de minister de draagkracht van appellant in verband met het aflossen van zijn studieschuld berekend. Vastgesteld is dat hij in het jaar 2020 maandelijks een bedrag van € 419,32 moet terugbetalen. Bij de berekening is de minister uitgegaan van het door appellant en zijn partner in het kalenderjaar 2018 in Duitsland gezamenlijk genoten bruto-inkomen van € 66.473,-.
Het oordeel van de Raad
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep tegen het besluit van 25 maart 2020 gegrond en vernietigt dat besluit;
- draagt de minister op een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen met inachtneming van deze uitspraak;
- bepaalt dat tegen de nieuwe beslissing op bezwaar slechts bij de Raad beroep kan worden ingesteld;
- veroordeelt de Staat der Nederlanden (Ministerie van Justitie en Veiligheid) tot betaling aan appellant van een vergoeding van schade tot een bedrag van € 500,-;
- bepaalt dat de minister aan appellant het in beroep en in hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal € 182,- vergoedt.