dhr. prof. mr. F.J.L. Pennings

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van verzoeken om terug te komen van eerdere besluiten inzake bevordering tot hogere rang. Appellant kan geen nieuwe feiten aanvoeren.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de korting van 30% op de bezoldiging van betrokkene onterecht was, omdat zijn arbeidsongeschiktheid voortkwam uit een beroepsincident. Betrokkene heeft recht op volledige doorbetaling van zijn bezoldiging.

De Raad bevestigt de resultaatsbeoordeling van appellant over 2016, die door de rechtbank als voldoende onderbouwd is beoordeeld. Appellant's hoger beroep wordt verworpen.

Appellant verzocht om herziening van zijn AOW-pensioen naar gehuwdenpensioen met partnertoeslag. De Svb wees dit verzoek af. De Centrale Raad bevestigde de afwijzing, omdat er geen nieuwe feiten waren en het eerdere besluit in stand blijft.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening AOW-pensioen naar gehuwdennorm; geen duurzaam gescheiden leven.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het bestuur niet tijdig heeft beslist op het bezwaar van appellant, waardoor hij recht heeft op een dwangsom van € 1.442,-. Het beroep tegen het bestreden besluit wordt niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan procesbelang.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellante na herbeoordeling door Uwv, proceskostenvergoeding van € 4.294,86.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de ontheffing van appellant van de korte opleiding tot officier zeedienst, oordelend dat hij onvoldoende voortgang heeft geboekt en geen eerlijke kans heeft gekregen om de opleiding af te ronden.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beoordeling van de appellant in de Korte Officiersopleiding als onvoldoende, omdat deze op voldoende gronden berust. Hoger beroep ongegrond verklaard.

De aanvraag voor kinderbijslag over de eerste twee kwartalen van 2019 is afgewezen omdat de zoon van appellant in Marokko woonde. Het NMV was niet van toepassing op appellant, die niet als werknemer werd aangemerkt.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de ontzegging van toegang en het eervol ontslag van appellante wegens een verstoorde arbeidsrelatie. Het hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant recht heeft op militair invaliditeitspensioen wegens PTSS vanaf 20 juli 2017, ondanks eerdere afwijzing door staatssecretaris.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de disciplinaire straf van ontslag van appellante wegens ernstig plichtsverzuim, waaronder ongeoorloofde appberichten en onjuiste informatieverstrekking.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van kinderbijslag door de Svb, omdat belanghebbende niet heeft aangetoond de kinderen in belangrijke mate te onderhouden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt korting op ouderdomspensioen van 30% wegens niet-verzekerde jaren; appellant niet verzekerd voor AOW omdat hij niet in Nederland woonde.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de Svb terecht geen nabestaandenuitkering aan appellante heeft toegekend per 1 januari 2021, omdat zij minder dan 45% arbeidsongeschikt is. De herzieningen van de uitkering zijn ook terecht.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het bezwaar van betrokkene tegen de beëindiging van de ANW-uitkering niet tijdig is ingediend, omdat zij pas na bijna twaalf jaar bezwaar maakte. De uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd.

Appellante heeft recht op nabestaandenuitkering met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2014, maar niet verder. Svb moet opnieuw beslissen op bezwaar en wordt veroordeeld tot schadevergoeding van € 500,- en proceskosten van € 2.511,-.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om herziening af; geen nieuwe feiten of omstandigheden die herziening rechtvaardigen.

Hoger beroep van appellante tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake niet tijdig beslissen op bezwaar door het college van burgemeester en wethouders van Westland is afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het college om terug te komen van ontslagbesluit en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding redelijke termijn.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de periode van schorsing van een ambtenaar moet worden betrokken bij de vakantieopbouw. Het college moet een nieuwe beslissing nemen over de vakantieopbouw van de appellant.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de boete van appellant wegens niet tijdig melden huwelijk, maar laat terugvordering ouderdomspensioen en AIO-aanvulling in stand.

Centrale Raad van Beroep bevestigt strafontslag van ambtenaar wegens ernstig plichtsverzuim en integriteitsinbreuken. Hoger beroep slaagt niet.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat consignatiediensten van appellanten niet als arbeidstijd, maar als rusttijd moeten worden aangemerkt, waardoor geen vergoeding als aanwezigheidsdienst verschuldigd is.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt het ontslag van een militair wegens wangedrag en oordeelt dat het drugsbeleid van Defensie redelijk is. Hoger beroep van de staatssecretaris en incidenteel hoger beroep van betrokkene slagen niet.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de afwijzing van schadevergoeding voor PTSS van een brandweerman onvoldoende gemotiveerd is. Het college moet een nieuw besluit nemen en de appellant heeft recht op proceskostenvergoeding.

Hoger beroep over ontslag wegens wangedrag van een ambtenaar bij de Koninklijke Landmacht. Ontslag bevestigd, proceskosten vergoed.

Hoger beroep van een reservist die is ontslagen wegens wangedrag. Ontslag blijft in stand; gebruik van dienstvoertuigen voor privédoeleinden en onjuiste urendeclaraties zijn bewezen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het dienstongeval van appellant op 1 november 2017 niet als beroepsincident kan worden aangemerkt. Appellant krijgt geen proceskostenvergoeding.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening en terugvordering van WIA-uitkering wegens schending inlichtingenverplichting door appellante, die PGB-inkomsten niet meldde.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellant, omdat hij meer dan 65% van zijn maatmaninkomen kan verdienen. Medische beoordeling door Uwv wordt als zorgvuldig beschouwd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de WIA-uitkering van appellante terecht heeft geweigerd, maar constateert een motiveringsgebrek over de geschiktheid van gehoorbescherming.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Rotterdam over de arbeidsongeschiktheid van appellant en de WIA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging van ZW-uitkering van appellant, die meer dan 65% van zijn maatmaninkomen kan verdienen, ondanks psychische klachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ziekengeld en afwijzing WIA-uitkering wegens niet voldoen aan wachttijd van 104 weken.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante recht heeft op een IVA-uitkering in plaats van een WGA-uitkering, omdat haar arbeidsongeschiktheid duurzaam is. Besluit van het Uwv wordt vernietigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante van 31 maart 2011 tot 20 januari 2016 geen woonplaats in Nederland had en niet verzekerd was voor de AOW.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de fusie van [Naam B.V. 1] met [Naam B.V. 2] en [Naam B.V. 3] leidt tot toerekening van WGA-uitkeringen aan [Naam B.V. 1], ondanks formele timing van de fusie.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv onterecht de periodeloonvergelijking heeft toegepast bij de berekening van de WAO-uitkering van betrokkene, die zowel inkomen uit loondienst als zelfstandige arbeid heeft.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag compensatie zelfstandigen na bevalling; overschrijding aanvraagtermijn niet verschoonbaar.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk omdat appellante geen procesbelang meer heeft; medische kosten zijn al vergoed.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening en schorsing van het ouderdomspensioen van de appellant door de Svb, omdat hij en zijn echtgenote niet duurzaam gescheiden leven.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland over de rechtmatigheid van uitkeringen en inlichtingenverplichting van appellant in het kader van WIA en ZW.

Hoger beroep van appellante over IVA-uitkering en dagloon. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank, omdat er onvoldoende bewijs is voor een eerdere arbeidsongeschiktheidsdag dan 24 maart 2017.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de datum in geding voor de WIA-uitkering op 6 juni 2018 en oordeelt dat het Uwv een zorgvuldig medisch onderzoek heeft verricht. De rechtbank heeft de medische en arbeidskundige beoordeling van appellante onderschreven.

Hoger beroep over intrekking WAO-uitkering. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak en wijst verzoek om schadevergoeding af.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van het ouderdomspensioen van appellante, die als tweede echtgenote niet de eerste echtgenote is. Er zijn geen nieuwe feiten of omstandigheden die de intrekking onterecht maken.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante, een migrerende EU-burger, op de peildata van 2017 geen woonplaats in Nederland had en dus niet als verzekerde voor de AKW kan worden aangemerkt. De Svb wordt veroordeeld in de proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de ingangsdatum van kinderbijslag voor appellante correct is vastgesteld na onjuiste gegevensuitwisseling, met een terugwerkende kracht van maximaal vijf jaar.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op kinderbijslag voor 2016, op basis van artikel 14, derde lid, van de AKW. Geen strijd met het Unierecht of het EVRM.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant vanaf 1 januari 2018 niet verzekerd was op grond van de AKW, omdat hij niet als ingezetene van Nederland kon worden aangemerkt.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening en terugvordering van AOW-toeslag wegens schending van de inlichtingenplicht door betrokkene en zijn echtgenote.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening AOW-pensioen van appellante wegens niet-nakoming medewerkingsverplichting. Hoorplicht niet geschonden. Geen dringende redenen voor afzien van herziening.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Svb bevrijdend heeft betaald op de ING-rekening van betrokkene, ondanks verzoek tot storting op budgetbeheerrekening. De eerdere uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd.

Centrale Raad van Beroep verklaart het hoger beroep van het Uwv niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang, en veroordeelt het Uwv in de proceskosten.

Centrale Raad van Beroep vernietigt het besluit van het college en stelt de invaliditeit van appellante vast op 80-100% na gebrekkig arbeidskundig onderzoek.

Hoger beroep van appellant over functievergelijking en plaatsing binnen de politie. De Raad oordeelt dat de korpschef onvoldoende heeft gemotiveerd waarom appellant niet in de functie van Operationeel Begeleider B geplaatst kon worden. De eerdere uitspraak wordt vernietigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat PTSS van politieambtenaar niet als beroepsziekte kan worden erkend door onvoorzichtigheid bij bijtincident met diensthond.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkenen functievolgers zijn voor Docent B, niet voor Operationeel Begeleider B, vanwege het ontbreken van een politiediploma. De eerdere uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd.

Hoger beroep over loonbetalingsverplichtingen van appellant. De Raad oordeelt dat de vordering van appellant niet aan gerede twijfel onderhevig is en kent hem een uitkering van € 2.700,- toe.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WW-uitkering aan appellant na ontslag wegens zedenmisdrijf, oordelend dat er sprake is van verwijtbare werkloosheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WW-uitkering aan appellante wegens oneigenlijk gebruik van Suwinet, waarbij 350 keer vertrouwelijke gegevens zijn opgevraagd zonder zakelijke noodzaak.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening van de WAO-uitkering van appellante, waarbij de medische beoordeling van haar beperkingen correct is vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt het ontslag van een ambtenaar wegens plichtsverzuim door onjuiste registratie van werk- en reistijd. Appellant erkent de feiten, maar betwist plichtsverzuim. De Raad oordeelt dat de minister terecht heeft gehandeld.

Hoger beroep van de korpschef tegen uitspraak rechtbank over vaststelling invaliditeit en smartengeld bij PTSS. Raad vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep betrokkene ongegrond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de Nederlandse sociale zekerheidswetgeving van toepassing is op betrokkene voor de periode van 1 januari 2014 tot en met 30 september 2015, na beoordeling van zijn werkzaamheden in Nederland en België.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering nabestaandenuitkering na postmortale inseminatie; geen schending van discriminatieverboden of inmenging in gezinsleven.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat pensioenpremies niet meetellen voor het dagloon in de WW. Hoger beroep van appellant slaagt niet.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de kinderbijslag per 2015 en de herziening per 2017 op basis van verblijfsvergunning en verzekeringsstatus.

Hoger beroep niet-ontvankelijk wegens ontbreken procesbelang; verzoek om schadevergoeding afgewezen. Uwv veroordeeld in proceskosten van € 2.100,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de toekenning van AOW-pensioen en de proportionaliteit van de AOW-leeftijd verhoging.

Hoger beroep over de ingangsdatum van AOW-pensioen. De Raad bevestigt de beslissing van de Svb en wijst de klachten van appellant af. Schadevergoeding van € 1.000,- voor overschrijding van de redelijke termijn.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek om schadevergoeding af, omdat appellant niet heeft aangetoond dat de verhoging van de AOW-leeftijd leidde tot een onevenredig zware last.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkene geen onevenredig zware last ondervond door AOW-leeftijd verhoging; Svb correct in toekenning ouderdomspensioen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op verhoging van zijn Wajong-uitkering wegens gebrek aan geregelde verzorging.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over postuum ouderdomspensioen en huwelijkse tijdvakken. Appellante krijgt 24% toeslag, maar geen zelfstandig recht op pensioen. Svb veroordeeld in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering ZW-uitkering wegens geen privaatrechtelijke dienstbetrekking. Schadevergoeding voor overschrijding redelijke termijn toegewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant in de periode van 16 april 2013 tot 1 juli 2015 niet als ingezetene van Nederland kan worden aangemerkt en dus niet verzekerd was op grond van de Wlz.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Svb appellante ten onrechte niet als verzekerd voor AOW heeft aangemerkt over de periode 18 augustus 1985 tot 14 februari 1988. De uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om terug te komen van eerdere besluiten inzake Wajong-uitkering, geen nieuwe feiten aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op ziekengeld omdat zij meer dan 65% kan verdienen van haar maatmaninkomen. Geen schending van equality of arms, geen deskundige benoemd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de Svb appellante terecht niet heeft verzekerd voor de Wlz, omdat zij uitsluitend in Duitsland werkzaam was.

Appellant verzocht om een wezenuitkering op basis van de ANW na het overlijden van zijn vader. De aanvraag werd geweigerd omdat één ouder nog in leven was. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank dat er geen gerechtvaardigde verwachting was op een uitkering.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de kinderbijslag van appellante wegens het ontbreken van ingezetenschap in Nederland vanaf het derde kwartaal van 2014.

Appellante verzoekt om een nabestaandenuitkering ANW na het overlijden van haar echtgenoot. De aanvraag wordt afgewezen omdat de echtgenoot niet als ingezetene van Nederland kan worden aangemerkt. De Centrale Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt de verlaging van nabestaandenuitkeringen voor 19 betrokkenen in Marokko, oordeelt dat er sprake is van ongeoorloofd onderscheid naar woonplaats en geeft de Svb opdracht opnieuw te beslissen op de bezwaren.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellante geen recht heeft op een hogere nabestaandenuitkering op basis van internationale verdragen, omdat het verzekerd risico niet was ingetreden voor de inwerkingtreding van de Whk.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking ZW-uitkering wegens niet verschijnen op spreekuren. Appellant kan niet aantonen dat hij niet kon verschijnen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing laattijdige Wajong-aanvraag; bewijsrisico ligt bij aanvrager. Medische informatie onvoldoende om arbeidsongeschiktheid aan te tonen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de vaststelling van het bruto maandinkomen van de echtgenote van appellant en de terugvordering van onverschuldigd betaalde toeslag door de Svb.

Hoger beroep over de weigering van een persoonsgebonden budget voor huishoudelijke ondersteuning; de Centrale Raad bevestigt dat appellant niet in staat is om de taken van een pgb op verantwoorde wijze uit te voeren.

Hoger beroep over de afwijzing van een maatwerkvoorziening voor boodschappen door het college van Rotterdam. De Raad bevestigt dat een boodschappendienst als algemeen gebruikelijke dienst kan worden aangemerkt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag Wlz-zorg; appellant kan geen grondslag verstandelijke handicap aantonen.

Appellante verliest hoger beroep tegen korting op AOW-pensioen; redelijke termijn overschreden, schadevergoeding van € 2.000,- toegekend.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing AOW-aanvragen; appellanten voldeden niet aan verzekeringsvereisten. Wetswijziging is legitiem en leidt niet tot buitensporige last.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening AOW-pensioen naar 86% wegens schuldig nalatig verklaring. Appellant's beroep ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep ongegrond in zaak over AOW-toekenningsbesluit en schadevergoeding door de Svb.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de niet-ontvankelijkverklaring van bezwaar tegen kinderbijslagbesluiten en handhaaft de opgelegde boete wegens schending van de inlichtingenplicht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op tweevoudige en enkelvoudige kinderbijslag over de betreffende perioden.

Hoger beroep over korting op AOW-pensioen en partnertoeslag. Korting op ouderdomspensioen blijft staan, maar echtgenote wordt deels als verzekerd aangemerkt. Svb veroordeeld in proceskosten van € 2.048,-.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Svb appellante ten onrechte niet als nabestaande heeft aangemerkt. De Raad vernietigt de eerdere afwijzing en draagt de Svb op een nieuwe beslissing te nemen.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Svb bevoegd was om proceskostenvergoeding te verrekenen met onverschuldigd betaalde ANW- en AOW-uitkeringen, en vernietigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.

Hoger beroep over AOW-pensioen en verzekeringsjaren. Korting op pensioen vastgesteld op 22% in plaats van 26%.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt over de toekenning van kinderbijslag en de beoordeling van herhaalde aanvragen. De aanvraag van 23 januari 2015 wordt niet als herhaald beschouwd, en er is geen bijzonder geval voor verdere terugwerkende kracht.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak over WIA-uitkering; deskundige concludeert dat beperkingen appellante zijn onderschat.

De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat de Sociale verzekeringsbank ten onrechte kinderbijslag heeft geweigerd aan appellante en heeft de Svb veroordeeld tot schadevergoeding en vergoeding van proceskosten.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante niet verzekerd is voor AOW over de periode van 14 augustus 1978 tot en met 31 januari 2009, en dat haar uitsluiting niet als discriminatie kan worden aangemerkt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellant toestemming te verlenen voor verhuizing naar Turkije met behoud van Wajong-uitkering.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over verrekening van Ierse invaliditeitspensioen met WAO-uitkering. De rechtbank verklaarde het beroep tegen het bestreden besluit niet-ontvankelijk, maar de Raad vernietigt deze uitspraak en verklaart het beroep ongegrond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraken over de toepassing van het woonlandbeginsel en de Wet herziening export kinderbijslag, waarbij appellanten geen recht op kinderbijslag kunnen ontlenen aan artikel 33 van het NTV.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat kinderbijslag voor kinderen van appellante tot en met Q4 2015 niet geweigerd kan worden, maar dat er geen recht is voor Q1 en Q2 2016.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van kinderbijslag voor een zoon die in Egypte woont, oordelend dat er geen recht op uitkering bestaat.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant recht heeft op kinderbijslag, ondanks eerdere weigering door de Svb, omdat hij op 1 oktober 2016 als verzekerde moet worden aangemerkt.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de aanvraag van appellante voor Wajong-uitkering opnieuw moet beoordelen, gezien nieuwe feiten over toegenomen arbeidsongeschiktheid.

Hoger beroep over kinderbijslag onder de AKW. Appellante kreeg volledig gelijk, waardoor het hoger beroep niet-ontvankelijk werd verklaard. Svb veroordeeld in proceskosten van € 1.503,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Amsterdam over de beëindiging van de AOW-toeslag na duurzaam gescheiden leven van appellant en zijn echtgenote.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante recht heeft op Wajong-uitkering na herbeoordeling van arbeidsongeschiktheid, vernietigt eerdere besluiten Uwv.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over de hoogte van de WAO-uitkering en schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. Appellant krijgt € 500,- schadevergoeding toegekend.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat een pgb gebruikt mag worden voor zorg in het buitenland, en dat de weigering van het Zorgkantoor om dit toe te staan in strijd is met het Europese recht.

Hoger beroep over de berekening van het dagloon voor WAO-uitkering. De Raad bevestigt dat het dagloon moet worden gebaseerd op het hogere dagloon van timmerman (€ 106,38) en niet op het lagere dagloon van conciërge (€ 88,21).

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv zijn beleid om geen herziening van boetebesluiten toe te staan zonder nieuwe feiten niet aanvaardbaar is. Uwv moet besluit herstellen binnen 3 maanden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de toepassing van de kostendelersnorm in de IOAW, waarbij de appellante niet in aanmerking komt voor uitzonderingen op de norm.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de terugvordering van een WAO-uitkering van appellante wegens schending van de inlichtingenplicht. Appellante heeft geen melding gemaakt van haar inkomsten uit arbeid, wat leidde tot onterecht ontvangen uitkering.

Hoger beroep over afwijzing Wajong-aanvraag en schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn. Schadevergoeding van € 2.000,- toegekend.

Hoger beroep over WIA-uitkering van werkneemster met Parkinson en CIDP; Raad vernietigt Uwv-besluit wegens motiveringsgebrek en oordeelt over arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-uitkering; zorgvuldig medisch onderzoek door Uwv.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat werknemer per 9 augustus 2012 recht heeft op IVA-uitkering na vernietiging Uwv-besluit.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering; geschiktheid functies op basis van CBBS-systeem is gerechtvaardigd.

Centrale Raad van Beroep verklaart bezwaarschrift niet-ontvankelijk wegens gebrek aan ondertekening en vaststelling identiteit. Hoger beroep slaagt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt toekenning IVA-uitkering en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante per 1 augustus 2014 geen recht meer had op WW-uitkering en dat het Uwv de uitkering terecht heeft ingetrokken en teruggevorderd.

Centrale Raad van Beroep herziening en terugvordering WW-uitkering na schending inlichtingenplicht; boete verlaagd van € 2.390,- naar € 2.386,88.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing bijzondere bijstand voor niet-dekkende kosten en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep vernietigt intrekking bijstandsuitkering en terugvordering op basis van onroerend goed in Marokko; college moet nieuwe beslissing nemen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de intrekking van bijstand over de periode van 1 september 2009 tot 2 december 2012 wegens onvoldoende bewijs van gezamenlijke huishouding.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over intrekking en terugvordering van bijstand en boete wegens schending inlichtingenverplichting. Boete vastgesteld op € 350,-.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat afwijzing bijstandsaanvraag dakloze niet zorgvuldig was en draagt college op gebreken te herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van AOW-pensioen aan appellant wegens onvoldoende bewijs van verblijf en werk in Nederland.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de Duitse uitkering in mindering mag worden gebracht op de WGA-uitkering van appellant. Hoger beroep afgewezen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening van de arbeidsongeschiktheidsuitkering van appellant naar 25-35%, gebaseerd op deskundigenrapport.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de intrekking van de loongerelateerde WGA-uitkering van appellante terecht is, ondanks haar klachten. De geselecteerde functies zijn passend bevonden.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening en terugvordering van AOW-toeslag door de Svb op basis van het inkomen van de partner van appellant als directeur grootaandeelhouder.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WW-uitkering aan de appellant, omdat hij niet voldeed aan de voorwaarden van het sociale zekerheidsverdrag met het VK.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante recht heeft op kinderbijslag over het tweede kwartaal van 2012 en juli 2012, vernietigt eerdere uitspraak en besluit van de Svb.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering van bijstand wegens gezamenlijke huishouding. Appellante heeft onvoldoende bewijs geleverd tegen de conclusies van het college.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt de uitspraak van de rechtbank Utrecht en verklaart het beroep van appellante gegrond inzake WIA-uitkering. Uwv wordt veroordeeld in proceskosten en moet griffierecht vergoeden.

Centrale Raad van Beroep vernietigt besluiten van Stichting Openbaar Onderwijs 3Primair over plaatsing leerkrachten bewegingsonderwijs in risicodragend deel van de formatie, wegens onvoldoende motivering.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de ingangsdatum van de WAO-uitkering van appellant terecht is vastgesteld op 1 december 2004, omdat appellant zijn inlichtingenverplichting niet tijdig is nagekomen. Uwv veroordeeld in proceskosten van € 2.205,-.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de Ziektewetuitkering van appellant, die niet meer ongeschikt werd geacht voor zijn eigen arbeid als (voorman) schoonmaker.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellant, die niet meer ongeschikt werd geacht voor maatgevende arbeid.

Hoger beroep over beëindiging ZW-uitkering. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, oordeelt dat medische beoordeling zorgvuldig was en nieuwe informatie niet leidt tot ander oordeel.

Tussenuitspraak over de weigering van Wajong- en ZW-uitkering; Uwv moet gebreken in besluit herstellen.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang. Appellant had geen recht op ziekengeld en zijn WW-uitkering zou niet veranderen door de uitspraak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante in staat is gangbare arbeid te verrichten, ondanks haar klachten. De eerdere uitspraak van de rechtbank wordt onderschreven.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-aanvraag; geen toename van beperkingen vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA- en Wajong-uitkering; appellant kan meer dan 75% van minimumloon verdienen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt schuldig nalatig verklaring AOW-premies 2002; appellant kan verwijt worden gemaakt voor niet betalen.

Centrale Raad van Beroep verklaart het beroep van appellante ongegrond, omdat niet is aangetoond dat haar klachten het gevolg zijn van oorlogsgeweld, maar eerder van haar verblijf in een vakantiekolonie.

De Centrale Raad van Beroep verklaart het beroep ongegrond, omdat er geen nieuwe feiten zijn die een herziening van het besluit rechtvaardigen.

Centrale Raad van Beroep verklaart het beroep ongegrond; aanvraag Wubo afgewezen wegens onvoldoende bewijs van oorlogsgeweld.

De Centrale Raad van Beroep heeft het herzieningsverzoek van appellante gegrond verklaard en erkend dat zij is getroffen door oorlogsgeweld, met opdracht aan verweerder voor een nieuw besluit.

Centrale Raad van Beroep verklaart het beroep ongegrond inzake verlaging Wuv-uitkering na overlijden echtgenote, met inachtneming van pensioeninkomsten.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de ZW-uitkering van appellante na haar bevalling, omdat er geen arbeidsongeschiktheid was die verband hield met de zwangerschap of bevalling.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellant, die minder dan 35% arbeidsongeschikt is bevonden. De medische beoordeling door het Uwv wordt als zorgvuldig beschouwd.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt de beëindiging van het ouderdomspensioen van appellant, maar bevestigt de beëindiging per 1 augustus 2012 wegens onttrekking aan de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf.

Centrale Raad van Beroep vernietigt intrekking AOW-uitkering en AIO-aanvulling van appellant, oordelend dat Svb ten onrechte aannam dat appellant zich onttrok aan vrijheidsbenemende maatregel.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Amsterdam over de herziening van de AOW-uitkering van appellant, die niet verzekerd was na terugkeer naar Turkije.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep van appellant gegrond inzake de beëindiging van zijn ZW-uitkering. De rechtsgevolgen blijven in stand en het Uwv wordt veroordeeld in de proceskosten.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een ZW-uitkering aan appellant op basis van een benadelingshandeling, waarbij de rechtbank oordeelde dat appellant zijn recht op loon bewust had prijsgegeven.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de geduide functies medisch geschikt zijn voor appellant met beperking voor monotoon werk, en wijst het hoger beroep af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van ziekmelding en het ontbreken van recht op doorbetaling van bezoldiging na ontslag van een ambtenaar.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eervol ontslag van appellante wegens verstoorde arbeidsverhouding. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep vernietigt verlaging ZW-uitkering van appellante wegens onvoldoende bewijs van niet-nakoming re-integratieverplichtingen door het Uwv.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv niet deugdelijk heeft gemotiveerd waarom de Wajong-uitkering van appellante kon worden ingetrokken tijdens haar zwangerschap.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de plaatsing van leerkrachten bewegingsonderwijs in het risicodragende deel van de formatie onvoldoende gemotiveerd is en draagt de stichting op om dit binnen acht weken te herstellen.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het schorsingsbesluit van 29 maart 2005 zijn werking heeft verloren door de intrekking van de WAO-uitkering op 2 mei 2007. Het Uwv moet het besluit herstellen en de uitkering opnieuw beoordelen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake WIA-uitkering, omdat appellant geen bezwaar heeft gemaakt tegen eerder besluit.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Uwv ten onrechte WAO-aanvraag afwees. Nieuwe informatie van neuroloog moet in herziening worden betrokken. Appellant moet nieuw besluit nemen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van appellante onterecht heeft vastgesteld. Deskundige adviseert maximale werkcapaciteit van 3 uur per dag. Uwv moet wettelijke rente en kosten vergoeden.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de WIA-uitkering van appellant ten onrechte heeft afgewezen en draagt het Uwv op om de FML opnieuw vast te stellen.

Centrale Raad van Beroep herroept beëindiging WAO-uitkering van betrokkene, oordeelt dat hij zich niet heeft onttrokken aan vrijheidsstraf.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-uitkering; appellante niet meer dan 35% arbeidsongeschikt, medische onderbouwing onvoldoende.

Tussenuitspraak over de mogelijkheid van dubbele functie-selectie bij WIA-uitkering. Uwv moet gebrek in besluit herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellante na zorgvuldig medisch onderzoek en concludeert dat zij geschikt is voor de geselecteerde functies.

Hoger beroep over intrekking WIA-uitkering. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak; geen urenbeperking nodig, functies zijn passend.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WAO-uitkering door Uwv; beroep ongegrond verklaard en proceskosten vergoed.

Centrale Raad van Beroep vernietigt besluit Uwv over ZW-uitkering na ongeval en zwangerschap, oordeelt dat arbeidsongeschiktheid mede door zwangerschap kan zijn veroorzaakt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellante per 28 februari 2011, op basis van voldoende medische en arbeidskundige grondslag.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WAO-uitkering, oordelend dat er geen toegenomen beperkingen zijn vastgesteld.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant, die in staat werd geacht om WAO-functies te vervullen, ondanks zijn klachten.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de WIA-uitkering van appellante en oordeelt dat de uitlooptermijn niet van toepassing is, omdat appellante meer dan 65% van haar maatmaninkomen verdiende.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant, waarin werd geoordeeld dat appellant verwijtbaar niet heeft meegewerkt aan een medisch onderzoek, waardoor zijn ziekmelding niet in behandeling is genomen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt maatregel van 20% verlaging van ZW-uitkering wegens schending van verplichtingen door appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van ziekengeld aan appellant, oordelend dat hij geschikt is voor arbeid en geen nieuwe medische gegevens heeft overgelegd.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep gegrond inzake beëindiging ziekengeld. Uwv moet proceskosten vergoeden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat zijn medische beperkingen zijn toegenomen, waardoor herziening van de WAO-uitkering niet aan de orde is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering van appellant na overplaatsing naar de FPA, omdat hij niet onder de uitzonderingscategorieën valt.

Centrale Raad van Beroep verklaart het beroep van appellant tegen het besluit van het Uwv ongegrond, geen recht op uitkering ingevolge de Wet WIA vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep ongegrond. Betrokkene heeft geen recht op WIA-uitkering, omdat haar arbeidsongeschiktheid niet is toegenomen ten opzichte van eerdere beoordelingen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van betrokkene correct heeft vastgesteld op minder dan 35% en bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank, met uitzondering van de herroeping van het besluit van 18 januari 2011.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat betrokkene geen recht heeft op een WIA-uitkering, omdat hij vanaf 18 januari 2010 volledig arbeidsgeschikt was en geen medische onderbouwing voor arbeidsongeschiktheid na deze datum heeft aangetoond.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellant, omdat hij in staat was meer dan 75% van het wettelijk minimumloon te verdienen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak over WIA-uitkering; appellant moet gebreken in besluit herstellen binnen acht weken.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag arbeidsondersteuning Wet Wajong; appellant voldeed niet aan voorwaarden, wachttijd niet volgemaakt.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt de intrekking van de WAO-uitkering van appellant, omdat het Uwv niet kon aantonen dat hij zich onttrok aan de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf.

Hoger beroep over WAZ-uitkering na psychische klachten. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak en besluit van Uwv over arbeidsongeschiktheid.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de weigering van een WIA-uitkering aan appellante niet op een deugdelijke medische grondslag berust en draagt het Uwv op de gebreken in het besluit te herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat intrekking WIA-uitkering onterecht was; onvoldoende bewijs voor simulatie van ziekte door betrokkene.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de intrekking van de WAO-uitkering in strijd is met het rechtszekerheidsbeginsel.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat intrekking WAO-uitkering niet gerechtvaardigd was; onvoldoende bewijs van simulatie door betrokkene.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat werknemer met blijvende rugklachten recht heeft op IVA-uitkering op basis van volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid, en vernietigt eerdere uitspraak.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de Wajong-aanvraag van appellante, omdat zij in staat is minimaal 75% van het minimumloon te verdienen.

Hoger beroep over recht op WIA-uitkering; appellante is minder dan 35% arbeidsongeschikt bevonden na medisch onderzoek. De Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraken van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over WIA-uitkering en vernietigt eerdere uitspraak. UWV moet proceskosten vergoeden en wettelijke rente betalen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag Wet Wajong; appellant niet arbeidsongeschikt volgens eerdere WAO-beoordelingen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat werknemer recht heeft op IVA-uitkering per 8 april 2011 na eerdere afwijzing door Uwv. Proceskostenvergoeding aan werkgever vastgesteld op € 1.217,50.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv ten onrechte een WIA-uitkering aan appellante heeft geweigerd. De Raad draagt het Uwv op het besluit te herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering en terugvordering voorschot door het Uwv, maar veroordeelt het Uwv in proceskosten van appellant.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de WAO-uitkering van betrokkene ten onrechte heeft geweigerd, omdat onvoldoende is aangetoond dat er geen toename van klachten was binnen de vijfjaarstermijn.

Hoger beroep over WIA-uitkering en eigenrisicodrager. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, oordeelt dat verhaalsbesluit formele rechtskracht heeft.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat werknemer niet in aanmerking komt voor IVA-uitkering wegens onvoldoende bewijs van volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid.

Hoger beroep over WGA-uitkering; geen duurzame arbeidsongeschiktheid vastgesteld. Kans op verbetering is redelijk tot goed. Uitspraak bevestigd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellante op 25 tot 35% en oordeelt dat het Uwv haar klachten juist heeft gewaardeerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante als eigenrisicodraagster het risico van de WGA-uitkering draagt, omdat zij geen rechtsmiddelen heeft aangewend tegen het eerdere besluit van het Uwv.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant recht heeft op een IVA-uitkering na verkorte wachttijd, ondanks eerdere afwijzing door het Uwv, vanwege medische beperkingen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de niet-ontvankelijkheid van bezwaar en eervol ontslag van ambtenaar wegens verstoorde arbeidsrelatie. Geen recht op vergoeding van reiskosten en medische kosten.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de betrokkene verplicht was zijn nieuwe functie bij de Belastingdienst te aanvaarden na afwijzing van een aanbod. De rechtbank heeft ten onrechte de bestreden besluiten vernietigd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de appellant geschikt is voor arbeid en geen recht heeft op een WIA- of ZW-uitkering.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om de WAO-uitkering van appellant te heropenen en kent een schadevergoeding van € 500,- toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over herziening en terugvordering van AOW-toeslag. Betrokkene had redelijkerwijs kunnen weten dat hij teveel toeslag ontving. Hoger beroep van Svb slaagt, uitspraak rechtbank vernietigd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant geen recht heeft op kinderbijslag over het eerste en tweede kwartaal van 2008 en het eerste kwartaal van 2009, maar wel over het vierde kwartaal van 2008.

Tussenuitspraak over de intrekking van de WAO-uitkering van appellant wegens vermeende onttrekking aan vrijheidsstraf. Uwv moet gebreken in besluit herstellen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WAO-uitkering aan appellante, omdat er geen sprake is van vier weken onafgebroken toegenomen arbeidsongeschiktheid door dezelfde ziekteoorzaak.

Hoger beroep van A. te B. tegen afwijzing Wajong-uitkering. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, oordeelt dat Uwv zorgvuldig heeft onderzocht en geen nieuwe medische gegevens zijn overgelegd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-uitkering; appellante is minder dan 25% arbeidsongeschikt. Geen noodzaak voor urenbeperking vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep tegen afwijzing WAO-uitkering ongegrond, omdat geen bewijs is van toegenomen arbeidsongeschiktheid na 31 januari 2001.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om terug te komen van intrekking WAO-uitkering. Geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden aangetoond.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening van studiefinanciering van appellant, die onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn uitwonendheid. De Minister heeft terecht geconcludeerd dat appellant thuiswonend was.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de Wajong-uitkering voor appellante, oordelend dat voldoende rekening is gehouden met haar beperkingen en dat intensieve begeleiding niet noodzakelijk is.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante als octrooigemachtigde zou hebben gewerkt zonder arbeidsongeschiktheid. Uwv moet besluit herzien.

Hoger beroep over korting op WAO-uitkering wegens niet gemelde inkomsten. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkene redelijkerwijs op de hoogte had moeten zijn van de gevolgen van haar inkomsten voor de uitkering.

Centrale Raad van Beroep weigert WAO-uitkering wegens onvoldoende onafgebroken arbeidsongeschiktheid van appellant, bevestigt gedeeltelijk eerdere uitspraak.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de WAJONG-uitkering van appellant wegens minder dan 25% arbeidsongeschiktheid, gebaseerd op deskundigenrapporten.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over de ingangsdatum van kinderbijslag en onderhoudsbijdrage. Appellant heeft geen recht op kinderbijslag voor bepaalde kwartalen, maar wel voor het vierde kwartaal van 2008.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag WIA-uitkering; geen toegenomen beperkingen vastgesteld.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt over de herziening van het maatman(uur)loon en het ongemaximeerde dagloon van appellant in het kader van de Wet WIA. De Raad bevestigt dat de indexering van het dagloon terecht is vastgesteld vanaf mei 2007.

Hoger beroep tegen niet-ontvankelijkverklaring van beroep inzake arbeidsongeschiktheidsuitkering. De Centrale Raad van Beroep vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart de beroepen tegen de besluiten van het Uwv ongegrond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing studiefinanciering aanvraag door Minister, wegens niet voldoen aan voorwaarden Wsf 2000 en te late indiening.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat er geen grond is om de WAO-uitkering van appellant te beëindigen, gezien de ongewijzigde medische klachten en het onvoldoende onderbouwen van zijn stellingen.

Tussenuitspraak over vorderbaar en niet-inbaar loon in het kader van de Wet WIA; appellant heeft onjuiste inschaling aangetoond, Uwv moet nabetaling onderzoeken.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep en bezwaar niet-ontvankelijk in kinderbijslagzaak; Svb intrekt eerdere besluiten.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de weigering van kinderbijslag aan betrokkene, maar laat rechtsgevolgen in stand. Betrokkene was niet verzekerd op peildata door gebrek aan ingezetenschap.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over arbeidsongeschiktheid van appellant en medicijngebruik. Beroep tegen UWV-besluit gegrond verklaard, eerdere uitspraak vernietigd.

Hoger beroep van appellante tegen afwijzing WIA-uitkering en terugvordering voorschot door Uwv. De Raad bevestigt eerdere uitspraak van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat bonus niet als loon kan worden gerekend na faillissement werkgever; vordering appellant niet duidelijk aanwijsbaar.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv ten onrechte de WW-uitkering aan appellant heeft geweigerd, omdat onvoldoende bewijs is voor verwijtbare werkloosheid.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant niet verwijtbaar werkloos is geworden en vernietigt eerdere uitspraak over proceskostenvergoeding. Uwv moet € 1748,- vergoeden.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de diagnose cholecystitis een nieuw feit is dat niet eerder bekend was en dat het Uwv een nieuw besluit moet nemen op het bezwaar van appellant.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de FUR-suppletie terecht in mindering is gebracht op de WW-uitkering, en vernietigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de WW-uitkering van appellante eindigt, omdat er geen dienstverband was en zij niet voldoet aan de jareneis van artikel 42 WW.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de WW-aanvraag van een trainingsacteur, omdat zijn werkzaamheden niet onder de verlaagde wekeneis vallen.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt de weigering van het Uwv om appellant een WW-uitkering te verlenen, omdat het arbeidsurenverlies onjuist is vastgesteld. Het Uwv moet het besluit herstellen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de terugvordering van een voorschot op een WW-uitkering door het Uwv, gebaseerd op artikel 36 van de WW, zonder dringende redenen om hiervan af te wijken.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over herziening en terugvordering van WW-uitkering na beslaglegging door het Uwv. Appellant voldeed niet aan informatieverplichting.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en oordeelt dat WW-uitkering appellant niet tot uitbetaling komt over bepaalde periode. Uwv heeft terecht geen bijzonder geval vastgesteld.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening van de WAO-uitkering van appellant, oordelend dat er geen nieuwe gronden zijn aangevoerd en dat de ingangsdatum correct is vastgesteld op 6 maart 2009.

Hoger beroep over ingangsdatum bevordering naar functieschaal 5. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de ingangsdatum op 1 mei 2006 moet worden vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep van appellant ongegrond inzake functietoewijzing bij de EODD.

Centrale Raad van Beroep bevestigt strafontslag van politiefunctionaris wegens ernstig plichtsverzuim en overtreding van wettelijke regels.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak over stopzetting WAO-uitkering, maar verklaart beroep tegen nieuwe beslissing op bezwaar ongegrond. Uwv moet schadevergoeding betalen aan appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om vergoeding van belastingschade na mediationovereenkomst. Appellant heeft geen recht op aanvullende schadevergoeding.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over herziening en terugvordering WW-uitkering wegens onvoldoende nakoming inlichtingenverplichting door appellant.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de toekenning van een WGA-vervolguitkering aan appellante, oordeelt dat de medische beoordeling zorgvuldig is en dat appellante geschikt is voor de geselecteerde functies.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van appellant om als werkzoekende geregistreerd te worden, omdat hij niet voldeed aan de identificatie-eisen van de Wet SUWI.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar van appellant tegen de terugvordering van voorschotten op grond van de WW, wegens overschrijding van de bezwaartermijn.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant zijn inlichtingenverplichting niet is nagekomen, waardoor WW-uitkering onverschuldigd is betaald. Terugvordering is niet in strijd met het EVRM. Proceskosten in hoger beroep worden toegewezen.

Centrale Raad van Beroep weigert WW-uitkering wegens verwijtbare werkloosheid na ontslagname zonder schriftelijke bevestiging van nieuwe arbeidsovereenkomst.

Centrale Raad van Beroep herzien WW-uitkering appellant en bevestigt terugvordering na onjuiste informatie. Boete van € 2.269,- is evenredig. Proceskosten Uwv vergoedt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering en ziekengeld, o.b.v. medische beoordeling van het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WW-uitkering aan appellant, o.a. wegens niet voldoen aan referte-eis en gebrek aan bewijs van betalingsonmacht van werkgever.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening van de WAO-uitkering van appellant naar 15 tot 25% en oordeelt dat het Uwv zorgvuldig heeft gehandeld. Verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de niet-ontvankelijkheid van het beroep van appellant tegen de intrekking van zijn ZW-uitkering, omdat hij inmiddels een WAO-uitkering ontvangt. Het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen.

Tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep over de weigering van een WIA-uitkering aan appellante wegens psychische klachten. De Raad oordeelt dat het Uwv de medische grondslag moet herstellen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van het Uwv voor vergoeding van opleidingskosten tot directiechauffeur, omdat de appellant al als (taxi)chauffeur kan werken zonder verdere opleiding.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart bezwaar tegen Wajong-uitkering niet-ontvankelijk. Uwv moet proceskosten vergoeden.

Centrale Raad van Beroep vernietigt boete van Uwv wegens schending inlichtingenverplichting en veroordeelt Uwv in proceskosten van appellant.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv ten onrechte ziekengeld aan appellant heeft geweigerd. De Raad draagt het Uwv op om het besluit te herstellen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de schorsing van de WAO-uitkering van appellant en wijst het verzoek om schadevergoeding af, omdat er geen verzachtende omstandigheden zijn voor het niet voldoen aan oproepen voor medisch onderzoek.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Uwv ten onrechte WIA-uitkering aan appellant heeft geweigerd, onvoldoende bewijs voor volledige arbeidsongeschiktheid bij aanvang verzekering.

Herziening en terugvordering van WW-uitkering door Uwv na schending van informatieplicht door appellant. Raad vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep tegen herziening gegrond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WW-uitkering wegens verwijtbare werkloosheid en verzwijging van strafrechtelijke veroordeling door appellant.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de WIA-aanvraag van appellant niet deugdelijk heeft gemotiveerd en geeft opdracht tot herziening van het besluit.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid na ziekmelding vanuit WW-uitkering.

Centrale Raad van Beroep vernietigt besluit Uwv over niet-ontvankelijkheid bezwaar WAO-uitkering; bezwaar was tijdig ingediend. Uwv veroordeeld in proceskosten van € 1.748,--.

Appellant heeft geen recht op een Wet WIA-uitkering, omdat zijn arbeidsongeschiktheid is vastgesteld op minder dan 35%. De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant ten onrechte als zelfstandige is aangemerkt voor WW-uitkering. Uwv moet feiten over werkzaamheden zorgvuldig vaststellen.

Appellant verzocht om een WW-uitkering na ontslag op staande voet. Het Uwv weigerde de uitkering wegens verwijtbare werkloosheid. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank dat appellant zich ontoelaatbaar had gedragen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WW-uitkering aan een appellant die niet kon aantonen in Nederland te wonen, ondanks zijn beroep op een IND-document voor duurzaam verblijf.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WW-uitkering wegens onvoldoende gewerkte weken en detentie.

Hoger beroep over ontslag van ambtenaar wegens vertrouwensbreuk. Centrale Raad bevestigt uitspraak rechtbank en verhoogt ontslaguitkering naar € 35.000,-.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat seksueel getinte gesprekken geen plichtsverzuim opleveren en vernietigt ontslagbesluit minister.

Appellant verzocht om ziekengeld na rugklachten, maar het Uwv weigerde dit. De Centrale Raad bevestigde dat appellant in staat was zijn werk te verrichten en dat de weigering terecht was.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt over de herbeoordeling van de WAO-uitkering van appellant en bevestigt de bevoegdheid van het Uwv tot herziening. De uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd en het beroep tegen het gewijzigde besluit van het Uwv wordt ongegrond verklaard.

Hoger beroep van de Minister van Veiligheid en Justitie tegen de uitspraak van de rechtbank Haarlem over het ontslag van betrokkene bij het Klpd. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het ontslag niet voldoende is onderbouwd.

Appellant heeft geen recht op WAO-uitkering omdat deze het ziekengeld niet overschrijdt. Geen vergoeding voor kosten in bezwaar, omdat geen verzoek is gedaan.

Centrale Raad van Beroep vernietigt besluit Uwv over terugvordering ziekengeld en kent schadevergoeding toe aan appellant.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de vaststelling van de WAO-uitkering van appellant, waarbij de ondernemersaftrek buiten beschouwing is gelaten.

Hoger beroep van appellante tegen uitspraak rechtbank over recht op WIA-uitkering. Raad oordeelt dat er voldoende medische en arbeidskundige grondslag is voor afwijzing uitkering.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt de intrekking van de WAO-uitkering van appellante wegens schending van de hoorplicht en laat de rechtsgevolgen in stand. Uwv wordt veroordeeld in de proceskosten.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de toekenning van een WGA-uitkering van 70% aan appellant en oordeelt dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig is uitgevoerd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WAJONG-uitkering, oordelend dat de wet ten onrechte was toegepast en dat er geen bewijs was van arbeidsongeschiktheid op de relevante leeftijd.

Hoger beroep van appellante tegen de weigering van een Wajong-uitkering. De Raad bevestigt de zorgvuldigheid van de beoordeling van de belastbaarheid en wijst het hoger beroep af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering Wajong-uitkering aan appellant, omdat hij niet voor zijn 17e verjaardag in Nederland was gevestigd, en oordeelt dat er geen bijzondere omstandigheden zijn om van het beleid af te wijken.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de ANW-uitkering van appellante na haar geregistreerd partnerschap, omdat geen bewijs van nietigheid is overgelegd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de minister om een eerder besluit te herzien, omdat nieuwe gegevens geen nieuw licht op de zaak werpen.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt het ontslagbesluit van appellant per 1 maart 2005 en herroept het ontslag. De tijdelijke aanstelling eindigt per 1 november 2005. Proceskosten van € 2.070,- worden vergoed aan appellant.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant betrokkene niet mag onthouden om zijn standpunt nader te onderbouwen en dat er een deugdelijk medisch rapport vereist is voor de beoordeling van het causaal verband tussen ongeval en arbeidsongeschiktheid.

Hoger beroep over onvoorwaardelijk ontslag van ambtenaar wegens plichtsverzuim. Centrale Raad oordeelt dat ontslag niet evenredig is aan het plichtsverzuim en vernietigt de beslissing van het college.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de schorsing en intrekking van de WW-uitkering van appellante wegens het niet voldoen aan de informatieplicht. Appellante heeft onvoldoende inzicht gegeven in haar activiteiten in het kader van het New Venture traject.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat herziening en terugvordering van WW-uitkering onterecht was, omdat appellant vrijwilligerswerk verrichtte zonder vergoeding.

Centrale Raad van Beroep vernietigt boetebesluit Uwv en legt appellant een boete van € 10,-- op voor niet melden van uitzendwerk, met proceskostenvergoeding van € 1.518,--.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WW-uitkering aan appellant, omdat hij niet voldoet aan de wekeneis na beëindiging van de dienstbetrekking.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat een wijziging in regelgeving niet als nieuw feit kan worden aangemerkt voor de herziening van een TW-uitkering. Appellant had geen nieuwe feiten aangedragen die de besluiten van het Uwv konden rechtvaardigen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en besluit van Uwv over WW-uitkering wegens onzorgvuldig onderzoek door bezwaarverzekeringsarts. Uwv moet nieuw besluit nemen en vergoedt proceskosten van appellant.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening van de WAO-uitkering van appellant en oordeelt dat de functies die aan hem zijn voorgehouden medisch passend zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van herziening WAO-uitkering en ziekengeld, o.a. wegens onvoldoende medische onderbouwing door appellante.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Arnhem over de toekenning van AOW-pensioen en de hoogte van de toeslag, waarbij het beroep op het vertrouwensbeginsel niet slaagt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing ANW-aanvraag; echtgenoot niet verzekerd bij overlijden. Geen bijzondere omstandigheden voor termijnoverschrijding.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening van WAO-uitkering van appellant. Medische beperkingen zijn niet onderschat en functies zijn geschikt voor appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WW-uitkering wegens verwijtbare werkloosheid na ontslag voor een nieuwe baan in Polen.

Hoger beroep van appellant tegen intrekking WAO-uitkering. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, oordeelt dat medische en arbeidskundige grondslag voldoende zijn.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WW-uitkering van appellant, omdat de maximale uitkeringsduur is verstreken. Er is geen ruimte voor voortzetting van de uitkering, ondanks financiële problemen van de appellant.

Centrale Raad van Beroep vernietigt besluit Uwv om WW-uitkering te weigeren wegens vermeende verwijtbare werkloosheid. Werknemer handelde niet verwijtbaar bij melden asbest. Uwv moet opnieuw beslissen op bezwaar.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de beëindigingsovereenkomst van 24 juni 2008 als schriftelijk kan worden aangemerkt, waardoor de fictieve opzegtermijn van toepassing is. Eerdere uitspraak en besluit van Uwv vernietigd.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de terugvordering van TRI-uitkering en stelt het bedrag vast op € 9.230,62 netto. Appellante had geen recht op de TRI-uitkering.

Centrale Raad van Beroep vernietigt besluiten Uwv over WAO-uitkering en terugvordering voor jaren 1999 en 2000, oordeelt over fiscale winstverdeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WW-uitkering aan appellante wegens niet voldoen aan referte-eis van 26 gewerkte weken in 36 weken voorafgaand aan werkloosheid.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening van de WAZ-uitkering van appellante na een auto-ongeval, oordelend dat haar beperkingen niet zijn onderschat en dat de functies geschikt zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de verlaging van de WW-uitkering van appellant wegens te hoge eisen aan passende arbeid. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat bij de berekening van de toeslag op grond van de Toeslagenwet moet worden uitgegaan van bruto bedragen. Hoger beroep van appellant slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt oplegging maatregel en terugvordering WW-uitkering wegens niet-tijdige verlenging registratie als werkzoekende. Zaak terugverwezen naar rechtbank voor herbeoordeling boete.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de WAO-uitkering van betrokkene, oordelend dat het Uwv zorgvuldig onderzoek heeft verricht naar de beperkingen van betrokkene.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt de uitspraak van de rechtbank en het besluit van het Uwv, omdat de aanvraag van appellant voor een WAO-uitkering niet correct was beoordeeld. Het Uwv moet een nieuw besluit nemen op het bezwaar van appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering van WW- en ZW-uitkering wegens gefingeerde dienstverbanden. Appellante kon geen objectief bewijs leveren voor haar stelling dat zij had gewerkt.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en besluit van Uwv over einddatum loongerelateerde WW-uitkering, stelt deze vast op 6 november 2008.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WW-uitkering wegens verwijtbare werkloosheid na beëindiging dienstverband door appellante.

De WW-uitkering van appellant is blijvend geweigerd omdat hij passend werk heeft afgewezen zonder geldige reden. De Raad bevestigt de terugvordering van onverschuldigd betaalde uitkering van € 12.694,--.

Centrale Raad van Beroep vernietigt besluit UWV om WW-uitkering te weigeren wegens verwijtbare werkloosheid door ongepast gedrag van appellant.

Hoger beroep over ontslag wegens functionele ongeschiktheid. Appellante niet verwijtbaar werkloos. Besluit Uwv vernietigd, rechtsgevolgen blijven in stand.

Centrale Raad bevestigt weigering WW-uitkering wegens verwijtbare werkloosheid na ontslag door lange reistijd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante geen verwijt kan worden gemaakt voor het niet nakomen van de inlichtingenplicht bij herziening van haar WW-uitkering. Boete van € 319,00 wordt vernietigd, herziening van de uitkering blijft staan.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WW-uitkering aan appellant wegens niet-beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt en niet voldoen aan de referte-eis.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over herziening en terugvordering WW-uitkering van appellante. Reistijd wordt als gewerkte uren aangemerkt. Beroep ongegrond verklaard en Uwv veroordeeld tot proceskostenvergoeding van € 1.319,07.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de herziening van de WW-uitkering van appellant pas per 19 juli 2004 kon plaatsvinden, na de aanvraag van een octrooi. De eerdere uitspraak wordt vernietigd en het Uwv moet € 10.965,66 terugvorderen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WW-aanvraag; geen nieuwe feiten of omstandigheden. Jurisprudentie biedt geen grond voor heroverweging eerdere besluiten.

Herziening en terugvordering van WW- en ZW-uitkering wegens verlies van werknemerschap; Centrale Raad bevestigt uitspraak rechtbank en oordeelt dat Uwv ten onrechte op mondelinge verklaring vertrouwde.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WW-uitkering; appellante kan niet aantonen dat zij in voldoende weken heeft gewerkt.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WW-uitkering aan appellant wegens verwijtbare werkloosheid na beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst. De Raad oordeelt dat er een dringende reden was voor de beëindiging en dat het Uwv correct heeft gehandeld.

Centrale Raad van Beroep vernietigt besluit Uwv over WW-uitkering van appellant die zijn gehandicapte zoon hielp met markthandel. Uwv moet nieuw besluit nemen en vergoedt proceskosten.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de terugvordering van te veel betaalde WW-uitkering aan appellante, omdat er geen dringende redenen zijn om van terugvordering af te zien.

Centrale Raad bevestigt weigering WW-uitkering wegens verwijtbare werkloosheid na strafontslag van appellante.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WW-uitkering aan een conducteur van het GVB wegens verwijtbare werkloosheid, ondanks dat niet alle verwijten even ernstig waren.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beslissing van het Uwv over de WW-uitkering van appellant, oordeelt dat de aanvraag ten onrechte is getoetst aan artikel 35 van de WW, en bevestigt het beleid van het Uwv als niet kennelijk onredelijk.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt over de uitkeringsduur van de WW voor een betrokkene met twee rechten op WW-uitkering. De Raad bevestigt dat de uitkeringsduur van het tweede recht 38 maanden bedraagt, ondanks eerdere rechterlijke uitspraken die dit tegenspraken.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv bij de vaststelling van uitkeringen is uitgegaan van klokuren en niet van lesuren, en oordeelt dat de eerdere uitspraak van de rechtbank juist is.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Maastricht over de vaststelling van het gemiddeld aantal arbeidsuren en de WW-uitkering van appellante, die in hoger beroep ging tegen deze vaststelling.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart de beroepen ongegrond, oordelend dat het Uwv het gemiddeld aantal arbeidsuren correct heeft vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en oordeelt dat appellant wel bezwaar heeft gemaakt tegen intrekking WW-uitkering. Uwv moet opnieuw beslissen op bezwaren en vergoedt proceskosten.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt de uitspraak van de rechtbank en het besluit van het Uwv om de WW-uitkering van appellante te weigeren, omdat de aangeboden arbeid niet passend was.

Hoger beroep van 11 appellanten over de duur van hun WW-uitkering na ontbinding van arbeidsovereenkomsten. De Raad bevestigt dat de wijziging van de WW niet in strijd is met het EVRM en dat er geen ongerechtvaardigde ongelijke behandeling is.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over de opzegtermijn bij faillissement en bevestigt dat de oude termijn van 12 weken van toepassing blijft, ondanks de nieuwe wetgeving die deze termijn beperkt tot 6 weken.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat vakantiedagen gelijkgesteld kunnen worden met loondagen voor WW-uitkering. Appellante voldoet aan de 4-uit-5-eis, waardoor haar uitkering verlengd moet worden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante verwijtbaar werkloos is geworden door ontslag zonder acute noodzaak, waardoor WW-uitkering wordt geweigerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening WW-uitkering van appellante, die als directeur grootaandeelhouder niet als werknemer kan worden aangemerkt en de inlichtingenplicht heeft geschonden.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de terugvordering van WW-uitkering door het Uwv, omdat appellante geen dringende redenen heeft aangetoond.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WW- en BW-uitkering aan appellant, omdat hij niet beschikbaar was voor de arbeidsmarkt, ondanks zijn beroep op een verklaring van de arbodienstarts.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WW-uitkering van appellant, die zelf zijn dienstbetrekking heeft beëindigd. De Raad oordeelt dat voortzetting van de dienstbetrekking redelijkerwijs niet gevergd kon worden.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over niet-ontvankelijkheid van bezwaar tegen premie- en correctienota's en dwangbevelen. Bezwaren zijn prematuur ingediend en dwangbevelen zijn geen besluiten in de zin van de Awb.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening van de WAO-uitkering van appellante, oordelend dat haar beperkingen voldoende zijn vastgesteld en dat de geduide functies passend zijn.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt de intrekking van de WAO-uitkering van appellant, oordeelt dat de functies niet passend zijn en veroordeelt het Uwv in de proceskosten.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld, na zorgvuldig medisch onderzoek door verzekeringsartsen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over WAO-schatting, oordeelt dat functies receptionist en wikkelaar geschikt zijn, en veroordeelt Uwv in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WAO- en ZW-uitkering; medische beperkingen appellant zijn correct ingeschat.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de herziening van de WAO-uitkering van appellant, omdat er geen toegenomen beperkingen zijn vastgesteld door de ingeschakelde psychiater.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraken van de rechtbank en verklaart het beroep tegen de weigering van ZW-uitkering ongegrond, omdat de medische beoordeling zorgvuldig was en geen overschrijding van de redelijke termijn heeft plaatsgevonden.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak dat appellant in staat is zijn geselecteerde functies te verrichten, ondanks zijn duizeligheidsklachten, en dat de medische beoordeling voldoende was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing heropening WAO-uitkering; geen wezenlijke verslechtering van gezondheid vastgesteld.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de AAW/WAO-uitkering van appellant, oordelend dat er geen ernstige arbeidsbeperkingen zijn en dat de FML correct is vastgesteld.

Hoger beroep over intrekking WAO-uitkering van betrokkene. Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de intrekking terecht was, en vernietigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.

Hoger beroep over niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar tegen WAO-uitkering. Raad oordeelt dat Uwv onvoldoende bewijs heeft geleverd voor tijdige verzending van besluit. Aangevallen uitspraak vernietigd, Uwv moet nieuw besluit nemen en proceskosten vergoeden.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante recht heeft op volledige kinderbijslag na echtscheiding, omdat kinderen grotendeels bij haar verblijven. Co-ouderschapsregeling voldoet niet aan voorwaarden van Samenloopbesluit.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onterecht bezwaar niet-ontvankelijk verklaarde. Appellant stelde dat termijn pas inging bij ontvangst besluit. Uwv had onvoldoende gemotiveerd. Hoger beroep slaagt, besluit vernietigd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat WW-premie terecht is ingehouden op WAO-uitkering van gewezen overheidswerknemer, ondanks zijn ontslag.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Amsterdam over correctienota’s aan appellante, Restaurant Iets Anders, wegens administratieve tekortkomingen in loonadministratie.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de beslissing van het Uwv over de WW-dagloonberekening, oordeelt dat onvoldoende onderzoek is gedaan naar gewerkte uren en veroordeelt het Uwv in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Maastricht over de vaststelling van het WW-dagloon, afgeleid van het WAO-dagloon.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante als eigen risicodrager de WAO-uitkering van werknemer moet betalen, zonder bijzondere omstandigheden die afwijking rechtvaardigen.

Hoger beroep over terugvordering van WAO-uitkering door Uwv aan werkgever. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak van rechtbank, oordeelt dat werkgever verantwoordelijk is voor informatie over eigen risicodragerschap.

Hoger beroep over verzoek tot premierestitutie Ziektewet afgewezen; geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden. Verjaringstermijnen van toepassing.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van restitutie aanvraag onverschuldigd betaalde premies Ziektewet. Hoger beroep van appellante verworpen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat gastdames in een bordeel in privaatrechtelijke dienstbetrekking staan tot de exploitant, met verzekeringsplicht voor sociale werknemersverzekeringen.

Hoger beroep van een politieman tegen ontslag wegens gewelddadigheden in privésfeer. De Raad oordeelt dat de korpsbeheerder terecht ontslag verleende en herroept de ontslagdatum naar 13 september 2005.

Hoger beroep van ambtenaar tegen ontslag wegens niet opvolgen dienstopdracht. Raad oordeelt dat ontslag onevenredig is en vernietigt eerdere besluiten.

Hoger beroep van appellant tegen de toewijzing van de functie adviseur middelen A door gedeputeerde staten van Zuid-Holland. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de toewijzing rechtmatig was.

Hoger beroep over functiebeschrijving en -waardering bij de provincie Zuid-Holland. De Raad vernietigt de uitspraak van de rechtbank voor wat betreft het bezwaar tegen besluit 2 en verklaart het beroep ongegrond.

Hoger beroep over pensioencompensatie na FPU-ontslag. De Raad oordeelt dat de appellant recht heeft op volledige vergoeding van de pensioenopbouw, vernietigt de eerdere uitspraak en veroordeelt het college tot vergoeding van proceskosten.

Hoger beroep van appellante tegen Uwv over correctie en boete nota's inzake personeelsbezetting. Raad bevestigt eerdere uitspraak en oordeelt dat Uwv eigen verantwoordelijkheid heeft.

Hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam over de afwijzing van zijn aanvraag om overneming van betalingsverplichtingen op basis van de WW. De Raad verklaart het beroep ongegrond en veroordeelt het Uwv in de proceskosten.

Hoger beroep van appellante tegen Uwv over gedifferentieerde WAO-premie. Centrale Raad bevestigt uitspraak rechtbank, oordeelt dat Uwv correct handelde bij premieherziening en geen beginselen schond.

Hoger beroep over privaatrechtelijke dienstbetrekking en gezagsverhouding. Centrale Raad bevestigt uitspraak rechtbank dat Uwv betrokkenen terecht als verplicht verzekerd aanmerkt.

Hoger beroep over privaatrechtelijke dienstbetrekking tussen appellant en prostituées. De Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat er sprake is van verzekeringsplicht.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de eigen bijdrage AWBZ voor de betrokkene terecht is opgelegd, omdat hij niet in een psychiatrisch ziekenhuis verbleef, maar in een verpleeghuis met een psychogeriatrische aandoening.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening van de WAO-uitkering van appellante, die bij aanvang van de verzekering al gedeeltelijk arbeidsongeschikt was. De uitspraak van de rechtbank Breda wordt bekrachtigd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Svb om kinderbijslag toe te kennen aan appellant voor zijn kinderen in Marokko, omdat hij niet voldeed aan de voorwaarden voor het voeren van één huishouden en de onderhoudseis.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat bezwaar tegen uitblijven anticumulatie beslissing niet-ontvankelijk is verklaard. Hoger beroep van appellante slaagt niet.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt het bestreden besluit van het Uwv wegens schending van de hoorplicht en laat de rechtsgevolgen in stand. Proceskosten van € 1.288,-- worden toegewezen aan de appellant.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt Uwv in proceskosten van appellant tot € 1.771,- na hoger beroep. Minnelijke schikking bereikt over uitkeringen en schadevergoeding.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening van de WAO-uitkering van appellant, oordelend dat de medische grondslag zorgvuldig is vastgesteld en dat de ingebrachte informatie geen aanleiding geeft tot wijziging.

Hoger beroep over verlaging WAO-uitkering. Uwv heeft onzorgvuldig gehandeld door geen psychiatrisch onderzoek te laten uitvoeren. Uitspraak bevestigt eerdere beslissing van de rechtbank.

Hoger beroep over de hoogte van een boete van 37,5% van het jaarpremieloon wegens verzuim in het kader van de Coördinatiewet Sociale Verzekering. Boete wordt bevestigd, hoger beroep ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv bevoegd is uitstel van betaling te verlenen, maar dat aan hoger beroep geen schorsende werking is verbonden. Hoger beroep afgewezen.

Hoger beroep over correctienota's van het Uwv inzake zwart loon in de horecasector. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het Uwv de gegevens van de belastingdienst terecht heeft gebruikt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de afwijzing van de woonvoorziening onterecht was. Appellant moet een nieuw besluit nemen en wordt veroordeeld in proceskosten.

Hoger beroep over de afwijzing van een aanvraag voor extra uren huishoudelijke verzorging voor zwembad en therapieruimte. Geen medische noodzaak aangetoond. Uitspraak bevestigd.

Hoger beroep van appellante tegen afwijzing van goedkeuring voor tandheelkundige behandeling. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak; geen aanspraak op behandeling onder Ziekenfondswet.

De Centrale Raad van Beroep rectificeert een eerdere uitspraak over de bijstand van een advocaat, waarbij onjuist was vermeld wie betrokkene ter zitting bijstond.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de niet-ontvankelijk verklaring van de Svb en oordeelt dat tijdig bezwaar is gemaakt. Svb moet nieuw besluit nemen en vergoedt proceskosten.

Hoger beroep over toekenning WAO-uitkering na schorsing. Raad oordeelt dat medisch onderzoek niet zorgvuldig was en vernietigt eerdere uitspraak.

Hoger beroep over verschoonbare overschrijding bezwaartermijn in WAO-zaak. De Raad vernietigt eerdere uitspraak en verklaart het beroep ongegrond.

Hoger beroep van appellante tegen de Svb over korting op AOW-uitkering wegens niet verzekerde tijdvakken. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak en oordeelt dat de korting op juiste gronden berust.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening van de WAO-uitkering van appellant naar 35 tot 45% arbeidsongeschiktheid, na beoordeling van medische gegevens en deskundigenrapport.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt over de weigering van een WAO-uitkering en Ziektewettoekenning aan appellant, bevestigt de WAO-uitspraak en vernietigt de Ziektewetuitspraak, met een veroordeling van het Uwv in proceskosten.

Hoger beroep over intrekking WAO-uitkering. Centrale Raad oordeelt dat geselecteerde functies niet passend zijn en vernietigt het besluit van het Uwv.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de brief van het Uwv over de WW-uitkering van appellant een besluit is. De eerdere uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd en het Uwv moet opnieuw beslissen op het bezwaar van appellant.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en oordeelt dat VGZ Zorgverzekeraar N.V. onterecht aanvraag voor C-leg prothese heeft afgewezen. Appellante is op medische gronden aangewezen op de C-leg.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de afwijzing van de aanvraag voor een trilvest door zorgverzekeraar Agis onterecht was, omdat appellant medisch gezien op het gebruik ervan was aangewezen. De Raad vernietigt de beslissing van Agis en verplicht hen een nieuw besluit te nemen.

Hoger beroep over de intrekking van WAO-uitkering van appellante. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de medische beoordeling door het Uwv juist is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de beëindiging van de toeslag op grond van de Toeslagenwet onterecht was, omdat onvoldoende onderzoek is gedaan naar de gezamenlijke huishouding.

Hoger beroep over de weigering van ziekengeld; appellant werd per 31 augustus 2004 geschikt geacht voor eigen werk. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd.

Hoger beroep over de tijdigheid van bezwaar tegen WAO-besluit. De Raad bevestigt dat het bezwaar tijdig is ingediend en veroordeelt appellant in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Zutphen over de WAO-schatting van appellant, die minder dan 15% arbeidsongeschikt werd bevonden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant minder dan 15% arbeidsongeschikt is, ondanks klachten. Geen medische informatie die onjuistheid vaststelling ondersteunt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking WAO-uitkering wegens minder dan 15% arbeidsongeschiktheid. Hoger beroep ongegrond verklaard.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt het besluit van het Uwv over de WAO-schatting van appellant wegens onzorgvuldig medisch onderzoek en verplicht het Uwv een nieuw besluit te nemen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WW-uitkering wegens verwijtbare werkloosheid na ontslag op staande voet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant onvoldoende heeft gesolliciteerd, waardoor een korting van 20% op zijn WW-uitkering terecht is opgelegd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt uitspraak rechtbank; appellant kan betalingsonmacht werkgever niet aantonen.

Hoger beroep over maatregel op WW-uitkering wegens onvoldoende sollicitatieactiviteiten. De Raad vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep ongegrond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op kwijtschelding van onverschuldigd betaalde uitkering, omdat hij niet aan betalingsverplichtingen voldeed.

Hoger beroep van appellant tegen beëindiging financiële tegemoetkoming voor gebruik eigen auto. Centrale Raad bevestigt dat appellant medisch gezien gebruik kan maken van collectief vervoer en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die beëindiging rechtvaardigen.

Hoger beroep van A. te B. tegen afwijzing laptopvergoeding door Uwv. Centrale Raad oordeelt dat laptop niet alleen vervanging pen/papier is, maar essentieel voor onderwijs. Uwv moet nieuw besluit nemen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Roermond, waarin het beroep van appellante tegen het besluit van het Uwv ongegrond is verklaard. Appellante komt niet in aanmerking voor verhoging van haar WAJONG-uitkering naar 85% van de grondslag.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep ongegrond wegens niet-ontvankelijkheid bezwaar door termijnoverschrijding in het kader van de Werkloosheidswet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking WW-uitkering wegens verwijtbare werkloosheid van betrokkene, die zich niet aan instructies hield. De rechtbank had ten onrechte het bestreden besluit vernietigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WW-uitkering aan appellante wegens verwijtbare werkloosheid na incident op de werkvloer.

Centrale Raad van Beroep vernietigt uitspraak rechtbank; appellant niet verwijtbaar werkloos. Uwv moet nieuw besluit nemen en griffierecht vergoeden.

Appellant weigerde werkzaamheden uit te voeren, wat leidde tot ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst en de weigering van zijn WW-uitkering wegens verwijtbare werkloosheid.

Hoger beroep over de arbeidsongeschiktheid en ziekengeldweigeringsbesluiten van het Uwv. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het Uwv in de proceskosten moet bijdragen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de Svb terecht een korting op het AOW-pensioen van appellant heeft toegepast wegens niet verzekerde perioden. Hoger beroep afgewezen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraken over stopzetting ziekengeld en herziening WAO-uitkering, oordeelt dat Uwv nieuwe besluiten moet nemen en wijst proceskosten toe aan appellante.

Hoger beroep van appellant tegen de weigering van ziekengeld door het Uwv. De Raad bevestigt dat appellant niet ongeschikt was voor geselecteerde functies en bevestigt de eerdere uitspraak.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Arnhem over de WAO-uitkering van appellant na een chloorincident, oordelend dat zijn beperkingen adequaat zijn vastgelegd.

Hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Breda over de WAO-schatting. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak en oordeelt dat appellant op 15 november 2003 niet medisch beperkt was.

Hoger beroep van appellant tegen Uwv over geschiktheid voor arbeid na ziekmelding vanuit WAO. Raad bevestigt eerdere uitspraak, oordeelt dat medisch onderzoek zorgvuldig was.

Hoger beroep over de vaststelling van arbeidsongeschiktheid op 35-45% na 1e jaarsherbeoordeling. Uwv's besluit vernietigd, maar rechtsgevolgen in stand gehouden. Proceskosten van € 1288,- toegewezen aan appellant.

Hoger beroep over de weigering van ziekengeld door het Uwv. De Raad bevestigt dat appellant op 20 oktober 2003 in staat was zijn arbeid te verrichten en dat het hoger beroep niet slaagt.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over hoofdelijkheid van aansprakelijkheid voor sociale premies in het kader van inlening. Eerdere uitspraak van rechtbank vernietigd, beroep ongegrond verklaard.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt de aansprakelijkstelling van een bestuurder voor niet-betaalde premies, oordelend dat het Uwv onvoldoende bewijs heeft geleverd voor onbehoorlijk bestuur.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over de herziening van de dagloonvaststelling voor een WSW-werknemer met WAO-uitkering. Het UWV had het dagloon onjuist vastgesteld, wat leidt tot vernietiging van de eerdere uitspraak.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de vrijwillige ZW-verzekering van een zelfstandige na oprichting van een BV, zonder terugwerkende kracht tot 1 januari 1999.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat directeuren/aandeelhouders in een gezagsverhouding tot hun vennootschappen staan, waardoor zij verplicht verzekerd zijn voor sociale verzekeringen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraken over de weigering van WAO-uitkering op buitenlandse rekening en oordeelt dat Uwv een nieuw besluit moet nemen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Breda en oordeelt dat de belastbaarheid van de appellant correct is vastgesteld. Het hoger beroep wordt ongegrond verklaard.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening en terugvordering van de ANW-uitkering van appellant, die te veel uitkering ontving door zijn inkomen uit arbeid. De Raad oordeelt dat appellant op de hoogte had moeten zijn van de gevolgen van zijn inkomen voor de uitkering.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt over de aanspraak op kinderbijslag voor het kind Dilara, waarbij de Svb de aanspraak ontzegt. De Raad vernietigt het besluit voor vier kwartalen en veroordeelt de Svb in proceskosten.

De Centrale Raad van Beroep weigert kinderbijslag aan appellante, die niet verzekerd was onder de AKW, ondanks een nabestaandenuitkering. De eerdere besluiten van de Svb blijven in stand.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de ontzegging van de WW-uitkering aan een topsporter wegens niet-reële beschikbaarheid voor arbeid, ondanks zijn beroep op de A-status.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van kinderbijslag voor de zoon van appellant die in Peru woont, op basis van artikel 7b AKW.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt de weigering van WW- en ZW-uitkering aan appellante, oordeelt dat er sprake is van een gezagsverhouding en veroordeelt het Uwv in de proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de termijn voor het indienen van een garantieverklaring voor eigenrisicodragerschap WAO geen harde termijn is, en veroordeelt Uwv in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WW-uitkering aan appellant wegens verwijtbare werkloosheid door alcoholmisbruik, oordeelt dat Uwv terecht handelde.

Hoger beroep van appellante tegen de terugvordering van haar WW-uitkering wegens niet werkloosheid. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat er geen dringende redenen zijn om van terugvordering af te zien.

Hoger beroep van een horecabedrijf tegen premiecorrecties en boetenota's door het Uwv. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de correcties terecht zijn opgelegd vanwege onjuiste loonopgaven en onvoldoende administratie.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om herziening af; geen nieuwe feiten of omstandigheden die herziening rechtvaardigen.

Hoger beroep over ontslag op grond van onbekwaamheid. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank die het ontslag vernietigde wegens onvoldoende medisch onderzoek.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat KNIL-militairen geen (gewezen) militair ambtenaren zijn onder de MAW, waardoor de rechtbank zich terecht onbevoegd verklaarde.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de berisping van betrokkene, wegens plichtsverzuim, niet onevenredig is en vernietigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van vergoeding voor het plaatsen van een discusprothese, oordelend dat deze behandeling niet als gangbaar kan worden aangemerkt.

Hoger beroep van appellant tegen afwijzing vergoeding voor endoscopische laseroperatie aan de wervelkolom. De Raad bevestigt dat de behandeling niet als gebruikelijk wordt beschouwd.

Hoger beroep over de weigering van het Ziekenfonds om de eigen bijdrage voor Diazemuls te vergoeden. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep af.

Hoger beroep van appellante tegen afbouw van financiële vergoeding voor collectief vervoer ongegrond verklaard. Geen medische redenen voor uitzondering vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat bestuurder niet aansprakelijk is voor niet-betaalde premies van failliete vennootschap, ondanks eerdere aanwijzingen van onbehoorlijk bestuur.

Hoger beroep over naheffing van premies en maaltijdvergoeding. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak en oordeelt dat Uwv terecht maaltijden als loon in natura aanmerkt.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over verzekeringsplicht en boetes in sociale werknemersverzekeringswetten. Hoger beroep van Uwv gegrond verklaard, eerdere uitspraak vernietigd.

Hoger beroep over de berekening van het dagloon voor WW-uitkering. De Centrale Raad van Beroep vernietigt de eerdere uitspraak en verklaart het beroep ongegrond.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Rotterdam over premiecorrecties en boetes wegens fraude door appellant, die meer personeel heeft ingezet dan opgegeven.

De Raad voor de Rechtspraak oordeelt dat er geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden zijn in de herhaalde aanvraag voor verhuiskostenvergoeding, waardoor de eerdere afwijzing standhoudt.

De Centrale Raad van Beroep verklaart het beroep ongegrond in de zaak van een burger-oorlogsslachtoffer die vergoeding vraagt voor een reis naar Indonesië. De aanvraag werd afgewezen omdat niet voldaan is aan de vereisten voor een therapeutische reis.

Eiseres verzocht om erkenning als vervolgde, maar haar aanvraag werd afgewezen omdat niet was aangetoond dat zij vervolging had ondergaan. De Raad oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor vrijheidsberoving.

Centrale Raad van Beroep verklaart het beroep van eiseres ongegrond; aanvraag voor begeleiding bij therapie afgewezen wegens gebrek aan medische noodzaak.

De Centrale Raad van Beroep verklaart het beroep ongegrond inzake de herziening van kosten voor schilder-, pleister- en behangwerkzaamheden, omdat er geen nieuwe feiten zijn die herziening rechtvaardigen.

De Centrale Raad van Beroep verklaart het beroep van eiseres ongegrond, omdat er geen aperte, verwijtbare fouten zijn gemaakt in de eerdere beoordeling van haar aanvraag om uitkering op basis van tweede generatieproblematiek.

De Centrale Raad van Beroep verklaart het beroep ongegrond inzake de stopzetting van vergoedingen voor middelen op basis van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945, omdat eerdere vergoedingen geen aanspraken voor de toekomst rechtvaardigen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betalingen aan niet (langer) verzekerde personen ten onrechte zijn opgenomen in de loonsom voor premieheffing. Eerdere uitspraak en besluit van gedaagde worden vernietigd.

Hoger beroep over de overneming van loonbetalingsverplichtingen en ontbindingsvergoedingen onder de WW. De Raad vernietigt eerdere uitspraken en verklaart de beroepen ongegrond, met uitzondering van één bevestigde uitspraak.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de ontbindingsvergoeding en relocation policy van appellant onder de Werkloosheidswet overgenomen moeten worden. Eerdere weigering van gedaagde wordt vernietigd en gedaagde wordt veroordeeld in proceskosten.

Hoger beroep over intrekking WAO-uitkering. Raad oordeelt dat intrekking onterecht was en veroordeelt gedaagde tot schadevergoeding en proceskosten van € 966,-.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak dat appellant geen recht heeft op een hogere WAO-uitkering, omdat er geen toegenomen klachten zijn vastgesteld die voortvloeien uit dezelfde ziekte-oorzaak.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt het ontslag van appellant door de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, oordelend dat de Staatssecretaris bevoegd was en de regeling redelijk is.

Hoger beroep over schadevergoeding na onrechtmatig besluit van de Bevelhebber der Zeestrijdkrachten. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak en oordeelt dat de schadevergoeding beperkt is tot de periode van 11 mei 1998 tot 12 juni 1998.

Hoger beroep van W. Ceelen tegen zijn ontslag wegens verregaande nalatigheid in zijn functie als militair. De Centrale Raad bevestigt het ontslag en oordeelt dat de integriteit van Ceelen ernstig is geschonden.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Minister van Justitie in redelijkheid het dienstverband van gedaagde kon beëindigen wegens gebrek aan vertrouwen en niet voldoen aan functie-eisen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de weigering van de Bevelhebber der Luchtstrijdkrachten om appellant een militaire functie toe te wijzen wegens niet voldoen aan functie-eisen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de WAO-uitkering van appellant wegens extra inkomsten uit arbeid en de terugvordering van onverschuldigd betaalde uitkering.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt de intrekking van de WAO-uitkering van appellante wegens onvoldoende motivering van de arbeidskundige grondslag en oordeelt dat het Uwv een nieuw besluit op bezwaar moet nemen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de voortzetting van de WAO-uitkering van appellant en oordeelt dat er geen procesbelang meer is voor inhoudelijke beoordeling in hoger beroep.

Appellante heeft hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak over onjuiste loonopgave en kostenvergoeding. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank, maar matigt de boetes wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Hoger beroep over correctienota's en boetenota's voor minimumloon in de horeca. Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep gegrond.

Hoger beroep over niet-ontvankelijkheid van bezwaar tegen boetenota's en correctienota's door de Centrale Raad van Beroep. Uitspraken van de rechtbank bevestigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de hoogte van het dagloon bij WAO-uitkering en oordeelt dat appellant zijn bezwaren niet voldoende heeft onderbouwd.

Hoger beroep van het Uwv tegen een uitspraak van de rechtbank over loongegevens en premieloon. De Raad vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep ongegrond.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant niet arbeidsongeschikt is en geen recht heeft op ziekengeld, na beoordeling van medische gegevens en eerdere uitspraken.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat gedaagde onterecht geen gebruik heeft gemaakt van de bevoegdheid om van terugvordering af te zien, ondanks dat appellant vijf jaar aan zijn betalingsverplichtingen voldeed.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de niet-ontvankelijk verklaring van de rechtbank omdat appellant geen bezwaar had gemaakt tegen het besluit van het Uwv over zijn WAO-uitkering.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de ZW-uitkering van appellant, die geschikt werd geacht voor licht werk, en oordeelt dat de MAOC-richtlijn van toepassing is, maar niet leidt tot een ander oordeel.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak over de WAO-uitkering van appellant, die zijn arbeidsongeschiktheid niet voldoende heeft onderbouwd. De Raad oordeelt dat de medische en arbeidskundige beoordelingen door gedaagde correct zijn uitgevoerd.

Hoger beroep van appellante tegen intrekking WAO-uitkering. Bezwaren over procedure en medische beoordeling verworpen. Uitspraak bevestigd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Zutphen over de arbeidsongeschiktheid van een vrachtwagenchauffeur met rugklachten, die in staat wordt geacht tot andere functies ondanks zijn beperkingen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de WAO-uitkering van appellante, oordeelt dat haar medische beperkingen correct zijn ingeschat en dat de geselecteerde functies geschikt zijn.

Hoger beroep over korting op WAO-uitkering wegens niet gemelde inkomsten uit arbeid. Korting met terugwerkende kracht bevestigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de bezwaartermijn in WAO-zaak is overschreden zonder verschoonbare redenen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening van de WAO-uitkering van appellante na peesletsel, oordelend dat de geduide functies door haar vervuld kunnen worden.

De Centrale Raad van Beroep verklaart het hoger beroep van appellante niet-ontvankelijk, omdat zij geen rechtens relevant procesbelang meer heeft bij de herziening van haar WAO-uitkering.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt de herziening van de WAO-uitkering van appellant naar 15-25% arbeidsongeschiktheid, oordeelt dat de specifieke arbeid van appellant niet vergelijkbaar is met andere functies, en veroordeelt het Uwv in de proceskosten.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van het verzoek van een leraar om wijziging van inschaling na een loopbaanonderbreking, omdat hij al boven het maximum van de schaal werd gesalarieerd.

Appellant verzocht om schadevergoeding na weigering van uitkeringen. De Raad oordeelde dat de weigeringen onterecht waren en vernietigde het besluit van gedaagde, die opnieuw moet beslissen op de bezwaren van appellant.

Hoger beroep van politieambtenaren over intrekking van buitengewoon verlof voor een infodag. Raad verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van het verzoek om buitengewoon verlof voor een cursusdag van de NPB, oordelend dat de cursus niet voldoet aan de voorwaarden van het Barp.

Hoger beroep over schorsing van een ambtenaar in afwachting van ontslagprocedure. De Centrale Raad bevestigt de eerdere uitspraak en oordeelt dat de schorsing en ontzegging van de toegang gerechtvaardigd waren.

Hoger beroep van ontslag wegens ongeschiktheid van ambtenaar. Beoordelingen niet aangevochten. Raad bevestigt eerdere uitspraak van rechtbank.

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet ongegrond en bevestigt de niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep in een sociale zekerheidszaak.

De Centrale Raad van Beroep kent appellant een WAO-uitkering toe van 25 tot 35% met terugwerkende kracht, na vernietiging van het eerdere besluit van het Uwv.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt de intrekking van de AAW-uitkering van een zelfstandige wegens verzuim inlevering jaarstukken en bevestigt de uitspraak van de rechtbank, met de opdracht tot nieuw besluit op bezwaar.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat termijnoverschrijding bij indienen bezwaarschrift verontschuldigbaar is vanwege de stoornis van Asperger van de appellant.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt de eerdere uitspraak en het besluit van gedaagde over de WAO-uitkering van appellante, omdat de geschiktheid van de voorgehouden functies onvoldoende is onderzocht.

Hoger beroep over de hoogte van het dagloon voor WAO-uitkering na herstructurering. De Raad oordeelt dat compensatieregelingen in de berekening moeten worden meegenomen.

Hoger beroep over de vaststelling van het WAO-dagloon en wijziging van het dienstverband. De Raad vernietigt eerdere uitspraak en oordeelt dat het dagloon correct is vastgesteld op basis van 38,33 uur per week.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de werkzaamheden van stortbaas onder een privaatrechtelijke dienstbetrekking vallen, waardoor gedaagde premies moet afdragen. Eerdere uitspraken van de rechtbank zijn vernietigd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat thuiswerkers van appellante in een fictieve dienstbetrekking zijn en dat appellante premies moet afdragen, conform de sociale werknemersverzekeringswetten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening en beëindiging van WW-uitkering van appellant, die als zelfstandige wordt aangemerkt op basis van aandelenverdeling.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak over de gedifferentieerde WAO-premie en oordeelt dat er geen schending van het vertrouwensbeginsel is.

Hoger beroep over de hoogte van de WW-uitkering van appellant, vastgesteld op € 40,25 per dag. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de berekening van het UWV correct was.

Hoger beroep over de vaststelling van het dagloon onder de WAO. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak en oordeelt dat het dagloon correct is vastgesteld op basis van 24 uur per week.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt over de weigering van een WAO-uitkering aan gedaagde, waarbij onvoldoende rekening is gehouden met haar beperkingen. De Raad bevestigt de vernietiging van het bestreden besluit en verplicht appellant tot het nemen van een nieuw besluit op bezwaar.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WAO-uitkering aan de erven van de betrokkene, oordelend dat de beperkingen correct zijn ingeschat en er geen medische gegevens zijn die de stelling van de appellanten ondersteunen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de toekenning van een WAZ-uitkering van 25-35% aan appellant, na beoordeling van zijn arbeidsongeschiktheid en klachten.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening van de WAO-uitkering van appellant, die zijn arbeidsongeschiktheid met ingang van 23 april 2001 verlaagd zag. De Raad oordeelt dat de medische en arbeidskundige beoordelingen correct zijn.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak dat onkostenvergoedingen van appellante als premieloon moeten worden aangemerkt, omdat zij niet het reële karakter ervan heeft aangetoond.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de arbeidsverhouding tussen interim-manager en opdrachtgever kwalificeert als een privaatrechtelijke dienstbetrekking, ondanks eerdere oordelen van de rechtbank.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt het bestreden besluit van het Uwv inzake de WAO-uitkering van appellant wegens onvoldoende motivering en verplicht het Uwv een nieuw besluit te nemen.

Hoger beroep van appellante tegen afwijzing schadevergoeding door Uwv. Raad bevestigt dat verzoek onvoldoende onderbouwd is en dat AAW enkel betrekking heeft op appellante zelf.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de korting op de WAO-uitkering van appellant wegens niet gemelde inkomsten uit drugshandel en verklaart het beroep ongegrond.

Hoger beroep over herziening arbeidsongeschiktheid in WAO. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak en oordeelt dat appellante geschikt is voor bepaalde functies.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WAO-uitkering aan appellant, oordelend dat voldoende passende functies zijn overwogen en dat de medische beoordeling juist was.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat appellant geschikt is voor de geselecteerde functies, ondanks zijn beperkingen.

Verzoek om herziening WAO-besluit afgewezen; geen nieuwe feiten. Schending van redelijke termijn vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening WAO-uitkering van appellant, omdat geen medische gegevens zijn overgelegd die de conclusies van de verzekeringsartsen betwisten.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een AAW-uitkering aan appellant, omdat zijn arbeidsongeschiktheid onder de 25% ligt. De eerdere uitspraak van de rechtbank wordt bekrachtigd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over aansprakelijkheid feitelijk leidinggevende voor sociale verzekeringspremies na faillissement. Aansprakelijkstelling binnen vijf jaar na faillissement is geldig, ondanks overschrijding redelijke termijn.

De Centrale Raad van Beroep verklaart het beroep ongegrond inzake de indeling van eiseres in de sector uitzendbedrijven en de afrekeningsnota 2001.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat er sprake is van een dienstbetrekking tussen appellant en [betrokkene 1], waardoor premies sociale verzekeringen verschuldigd zijn.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de terugvordering van onverschuldigd betaalde AAW/WAO-uitkeringen aan appellant wegens niet gemelde inkomsten uit arbeid.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en vernietigt het besluit van het Uwv om de WAO-uitkering van appellante te weigeren, omdat de arbeidskundige beoordeling niet voldoet aan de medische urenbeperking.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de WAJONG-uitkering van gedaagde ten onrechte was herzien zonder wettelijke indexeringen. De Raad oordeelt dat de wetgever geen uitzondering heeft gemaakt op de jaarlijkse indexering.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraken en verklaart het bezwaar van het College van B en W van Overbetuwe tegen WAO-besluiten niet-ontvankelijk, omdat het College niet als belanghebbende kan worden aangemerkt.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van het verzoek om heropening van uitkeringen AAW en WAO, omdat er geen nieuwe feiten zijn aangedragen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een uitkering aan de erven van de betrokkene, die niet voldeed aan de vereisten van het Uitkeringsreglement Individuele Uitkeringen Stichting Het Gebaar.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een uitkering aan appellante, omdat zij niet voldeed aan de nationaliteitsvereisten bij emigratie vanuit Indonesië.

Verzoek om herziening afgewezen; geen nieuwe feiten of omstandigheden ingediend conform Awb.

De Centrale Raad van Beroep heeft het verzoek tot waarde-overdracht van een voormalig wethouder afgewezen, omdat hij vóór 1 januari 1998 was afgetreden. Het beroep werd ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van uitkering aan appellante op basis van het Uitkeringsreglement, wegens onvoldoende bewijs van vervolging.

De Centrale Raad van Beroep verklaart het beroep vervallen na intrekking door de erven van de betrokkene, zonder bewijs van wilsgebrek.

De Centrale Raad van Beroep wijst het beroep van de erven van de betrokkene af, omdat de ziekten en gebreken niet voortvloeien uit de vervolging, op basis van medisch onderzoek.

Centrale Raad van Beroep verklaart het beroep van eiser ongegrond inzake erkenning als burger-oorlogsslachtoffer. Eiser kon onvoldoende bewijs leveren voor zijn claims, waardoor eerdere afwijzing werd gehandhaafd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een uitkering aan appellante op basis van het Uitkeringsreglement, omdat zij niet voldoet aan de gestelde voorwaarden.

Eiseres, erkend als burger-oorlogsslachtoffer, verzocht om vergoeding van kosten voor medicijnen en dieet. De Raad verklaarde het beroep ongegrond, omdat er geen nieuwe feiten waren die herziening rechtvaardigden.

Hoger beroep van appellante tegen ontslag op grond van onbekwaamheid. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak en oordeelt dat het ontslag rechtmatig was.

Hoger beroep over eervol ontslag van een ambtenaar wegens niet tijdig behalen van het diploma voor de basisopleiding Medewerker Basispolitie. De Raad bevestigt het ontslag en oordeelt dat de Korpsbeheerder bevoegd was om dit te verlenen.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt over de handhaving van een tijdelijke bevordering van een KLU-militair. De Raad vernietigt de eerdere uitspraak, maar laat de rechtsgevolgen in stand en veroordeelt gedaagde in de proceskosten.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de tijdelijke bevordering van een kapitein tot majoor en wijst het bezwaar tegen deze beslissing af, met proceskostenvergoeding aan appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing schadevergoeding verzoek van appellanten wegens gebrek aan causaal verband met onrechtmatige besluiten.

De Raad bevestigt de afwijzing van het verzoek tot herziening van het besluit inzake het militair invaliditeitspensioen, omdat geen nieuw gebleken feiten zijn aangedragen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellant de bezwaartermijn heeft overschreden, waardoor zijn bezwaar niet-ontvankelijk is verklaard.

Appellant is hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor onbetaalde premies na faillissementen. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak en oordeelt dat de besluiten voldoende gemotiveerd zijn.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante terecht als grote werkgever is aangemerkt en de gedifferentieerde premie onder de WAO correct is vastgesteld.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de appellante terecht als grote werkgever is aangemerkt en dat de gedifferentieerde premie correct is vastgesteld op basis van de WAO.

De Centrale Raad van Beroep verklaart het beroep van eiseres ongegrond en bevestigt de indeling in sector 12 per 1 juli 2002, gebaseerd op de loonsomverhouding en shredder-activiteiten.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt over de vaststelling van een gedifferentieerde WAO-premie en wijst de zaak terug naar de rechtbank Rotterdam voor nadere behandeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de vaststelling van de gedifferentieerde WAO-premie voor appellante, zonder rekening te houden met regresrecht na arbeidsongeschiktheid door auto-ongeval.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak, bevestigt voor het overige, en veroordeelt gedaagde tot vergoeding van proceskosten van appellanten.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat gedaagde redelijkerwijs had moeten begrijpen dat zij onterecht uitkeringen ontving. De terugvordering van de onverschuldigd betaalde uitkering is terecht, en de eerdere uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd, behalve de proceskostenveroordeling.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WW-uitkering aan gedaagde, die op staande voet is ontslagen. De Raad oordeelt dat gedaagde niet verwijtbaar werkloos is geworden, omdat appellant onvoldoende bewijs heeft geleverd.

De Raad ontzegt de WW-uitkering aan gedaagde wegens een te late aanvraag en oordeelt dat er geen sprake is van een bijzonder geval volgens artikel 23 WW.

De Centrale Raad van Beroep verklaart het beroep van eiseres ongegrond, omdat de weigering om de pensioengrondslag op een hoger bedrag vast te stellen, de terughoudende toetsing doorstaat.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van het verzoek tot overname van loonvorderingen door het Uwv, wegens betalingsonmacht van de werkgever. Er is geen duidelijke samenhang tussen de arbeidsongeschiktheid en de betalingsonmacht.

Hoger beroep van appellant tegen de Sociale verzekeringsbank over AOW-pensioen. Raad vernietigt eerdere uitspraak, wijst verzoek om schadevergoeding af, en bepaalt vergoeding griffierecht van € 102,10.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat verweerster onvoldoende medisch onderzoek heeft verricht naar de noodzaak van zwemvergoedingen voor eiseres, en vernietigt het besluit. Verweerster moet opnieuw beslissen op het bezwaar van eiseres.

Hoger beroep over afwijzing van aanvraag voor borstprothesen vervanging en borstreconstructie. Raad vernietigt besluit wegens onbevoegdheid en gebrek aan motivering.

Hoger beroep over herziening WAO-uitkering. Appellant betwist de vastgestelde belastbaarheid en de geschiktheid voor geselecteerde functies. Raad vernietigt het besluit van het Uwv en verplicht tot nieuw besluit.

Hoger beroep over nihilstelling van AAW-uitkering van een zelfstandig veehouder. De Raad bevestigt eerdere uitspraak en oordeelt dat de AAW-uitkering niet als inkomsten uit arbeid mag worden aangemerkt.

Hoger beroep over de toekenning van een Wajong-uitkering. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de rechtbank Almelo onterecht onbevoegd was en dat de heroverweging van de uitkering inclusief de maatregel moet worden behandeld.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt de eerdere uitspraak van de rechtbank over de intrekking van de AAW-uitkering van appellant, oordeelt dat de procedure niet correct is gevolgd en verklaart het beroep ongegrond.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het inleidend beroep ongegrond, met betrekking tot de bevallingsuitkering van gedaagde op basis van de WAZ.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraken over de arbeidsongeschiktheid van appellant en oordeelt dat de medische beperkingen niet juist zijn gewaardeerd. Gedaagde moet de kosten van deskundigen vergoeden.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de beëindiging van de WAO-uitkering van gedaagde terecht was, omdat hij minder dan 15% arbeidsongeschikt werd geacht. De eerdere uitspraak van de rechtbank werd vernietigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt uitspraak rechtbank; sanctie van 20% verlaging WAO-uitkering voor gedaagde is onevenredig, geen benadeling vastgesteld.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening van het AOW-pensioen van appellant op basis van gezamenlijke huishouding en oordeelt dat de korting op de AOW-toeslag rechtmatig is.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de wijziging van de WW in het voordeel van betrokkene werkt, waarbij het Uwv wordt veroordeeld tot betaling van proceskosten van € 718,10.

Hoger beroep van appellant tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake kinderbijslag. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de SVB niet verplicht was om het besluit in het Frans te verstrekken.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt de terugvordering van kinderbijslag door de SVB wegens schending van de hoorplicht en gebrek aan zorgvuldigheid in de besluitvorming. De SVB moet een nieuw besluit nemen en wordt veroordeeld in de proceskosten.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de toekenning van een nabestaandenuitkering en halfwezenuitkering aan appellante, zonder inbreuk op eigendomsrechten. De eerdere uitspraak van de rechtbank blijft in stand.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt de weigering van de SVB om tweevoudige kinderbijslag toe te kennen, omdat de voorwaarden niet op behoorlijke wijze zijn bekendgemaakt aan appellante.

Hoger beroep van een Turkse appellante tegen de Sociale Verzekeringsbank over kinderbijslag. De Raad bevestigt de niet-ontvankelijkheid van de rechtbank, maar oordeelt dat het beroepschrift tijdig was ingediend.

Hoger beroep over werkloosheidsuitkering; Raad oordeelt dat appellante niet verwijtbaar werkloos was en vernietigt het besluit van het Uwv.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de korting op de WAO-uitkering van gedaagde terecht is gehandhaafd, omdat de WW-uitkering gelijkgesteld kan worden met inkomsten uit arbeid. De eerdere uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd.

Hoger beroep over uitbetaling arbeidsongeschiktheidsuitkeringen en terugvordering door het Uwv. De Raad vernietigt eerdere uitspraak en verklaart bezwaar tegen het eerste besluit alsnog ongegrond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak over WW-uitkering na ontslagname, oordeelt dat ontslag begrijpelijk was door gezondheidsklachten, en herziening van uitkering van 70 naar 35% over 26 weken.

Hoger beroep over uitkering ZW en WAO. Raad bevestigt eerdere uitspraken en oordeelt dat medische oordeelsvorming zorgvuldig was. Uwv moet schadevergoeding en proceskosten betalen.

Hoger beroep over intrekking arbeidsongeschiktheidsuitkering. Beroepschrift niet tijdig ingediend. Raad verklaart beroep niet-ontvankelijk.

Hoger beroep van appellant tegen terugvordering uitkering AAW. De Raad bevestigt eerdere uitspraak en wijst het hoger beroep af.

De Raad vernietigt de terugvordering van WW-uitkering aan appellant, oordeelt dat gedaagde onvoldoende rekening heeft gehouden met de omstandigheden van appellant en verplicht gedaagde tot een nieuw besluit.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de weigering van een WW-uitkering wegens verwijtbare werkloosheid en veroordeelt appellant in de proceskosten van gedaagde.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de niet-ontvankelijkheid van appellant in zijn beroep wegens het ontbreken van een postadres, in strijd met artikel 6:5 Awb.

Hoger beroep over de verzekeringsplicht van losse krachten in de meldkamer van taxiondernemingen. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat er geen gezagsverhouding is.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de datum van faillissement van [M.] als fictieve opzeggingsdatum kan worden aangemerkt, en dat gedaagde binnen zijn beoordelingsruimte heeft gehandeld.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant recht heeft op WW-uitkering, ondanks werkzaamheden als zelfstandige, en vernietigt eerdere besluiten van gedaagde.

Hoger beroep van appellant A. tegen het Landelijk instituut sociale verzekeringen over dagloon en vakantietoeslag. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak en oordeelt dat de juiste omrekenkoers is gehanteerd.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de arbeidsverhouding tussen appellante en haar directeur/aandeelhouder niet als een dienstbetrekking kan worden aangemerkt, maar als gezamenlijk ondernemerschap, en vernietigt de eerdere uitspraak.

Hoger beroep over verzekeringsplicht onder de WW, ZW en WAO voor werkzaamheden van Kroon. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, oordeelt dat er sprake is van een dienstbetrekking en wijst beroep op gelijkheidsbeginsel af.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante niet hoofdelijk aansprakelijk kan worden gesteld voor de premies van Z Inc. wegens onvoldoende bewijs van rechtsbevoegdheid. De eerdere uitspraak wordt vernietigd en gedaagde moet griffierecht vergoeden.