In deze uitspraak van de Centrale Raad van Beroep op 13 juli 2023 wordt het hoger beroep van de Staatssecretaris van Defensie tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag behandeld. De zaak betreft het ontslag van een militair ambtenaar wegens wangedrag, specifiek het gebruik van softdrugs. De Raad oordeelt dat het hoger beroep en het incidenteel hoger beroep van de betrokkene niet slagen. De Raad bevestigt dat het door Defensie gevoerde drugsbeleid, dat een strikt verbod op het gebruik van drugs hanteert, binnen de grenzen van een redelijke beleidsbepaling blijft. De staatssecretaris had eerder betrokkene ontslagen na een positieve drugstest en een eerdere waarschuwing. De rechtbank had het besluit van de staatssecretaris vernietigd, maar de Raad oordeelt dat de staatssecretaris voldoende onderzoek heeft gedaan naar de toerekenbaarheid van het gedrag van betrokkene. Het rapport van psychiater Eland, dat een verminderde toerekenbaarheid vaststelt, leidt niet tot de conclusie dat het ontslag onevenredig is. De Raad concludeert dat de staatssecretaris de belangen van Defensie zwaarder mocht laten wegen dan die van betrokkene, gezien de strikte regels omtrent drugsgebruik binnen de defensie.