ECLI:NL:CRVB:2022:2676
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- S.B. Smit-Colenbrander
- C.F.E. van OldenSmit
- F.J.L. Pennings
- Rechtspraak.nl
Beëindiging ziekengeld en afwijzing WIA-uitkering wegens niet voldoen aan wachttijd
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 december 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van het recht op ziekengeld en de afwijzing van een WIA-uitkering voor appellante. Appellante, die zich op 13 september 2017 ziek meldde met lage rugklachten, ontving aanvankelijk ziekengeld op basis van de Ziektewet (ZW). Na een beoordeling in het tweede ziektejaar werd vastgesteld dat zij in staat was om meer dan 65% van haar maatmaninkomen te verdienen, wat leidde tot de beëindiging van haar ziekengeld per 9 augustus 2019. Tevens werd haar aanvraag voor een WIA-uitkering afgewezen omdat zij de vereiste wachttijd van 104 weken niet had volbracht.
De rechtbank Limburg had eerder het beroep van appellante tegen het besluit van het Uwv ongegrond verklaard. In hoger beroep herhaalde appellante haar bezwaren tegen de zorgvuldigheid van het medisch onderzoek en de vaststelling van haar maatman. De Raad oordeelde dat het Uwv terecht had vastgesteld dat appellante, rekening houdend met haar beperkingen, in staat was om met gangbare arbeid ten minste 65% van haar maatmaninkomen te verdienen. De rechtbank had de beroepsgronden van appellante afdoende besproken en geoordeeld dat deze niet slagen. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om benoeming van een deskundige af, omdat er geen nieuwe medische informatie was die de eerdere beoordelingen in twijfel trok.
De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de aangevallen uitspraak. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.