Uitspraak
OVERWEGINGEN
Samenvatting
Inleiding
.Appellant heeft de eindoefening niet afgerond omdat de beoordelaars meenden dat er sprake was van onvoldoende verbetering en ‘het er niet meer in zat’ om in de resterende tijd de competenties te ontwikkelen.
.Vervolgens is bij besluit van 9 juli 2019 de beoordeling van het functioneren van appellant over de periode 4 september 2018 tot 24 juni 2019 vastgesteld. In de beoordeling heeft appellant een onvoldoende gescoord op de competentie ‘houding, gedrag en inzet’. De competenties ‘besluitvaardig’, ‘communiceren’ en ‘samenwerken’ werden met een ‘in onvoldoende mate aanwezig’ beoordeeld. Het totaaloordeel van deze beoordeling is ‘onvoldoende’.
Het oordeel van de Raad
,zoals de begeleider en instructeurs
.De observaties zoals neergelegd in de voortgangsrapportage van W ondersteunen dan ook het beeld zoals neergelegd in de beoordeling.