ECLI:NL:CRVB:2023:1170
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een dienstongeval als beroepsincident in het ambtenarenrecht
In deze zaak gaat het om de vraag of een dienstongeval dat appellant op 1 november 2017 is overkomen, moet worden aangemerkt als beroepsincident. Appellant, werkzaam als [naam functie], heeft letsel opgelopen tijdens een incident met een arrestant. De korpschef heeft het dienstongeval niet als beroepsincident aangemerkt, wat appellant heeft bestreden in hoger beroep. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 4 mei 2023, waarbij appellant werd vertegenwoordigd door [X] en de korpschef door mr. W.A.N. Bot en mr. J.H. van Keeken. De Raad oordeelt dat de korpschef terecht geen beroepsincident heeft aangenomen. De Raad legt uit dat een dienstongeval een ongeval is dat in overwegende mate zijn oorzaak vindt in de aard van de werkzaamheden of de bijzondere omstandigheden waaronder deze moesten worden verricht. Een beroepsincident is een dienstongeval dat voortvloeit uit een gevaarzettende situatie die rechtstreeks verband houdt met de taakuitoefening van de ambtenaar. De Raad concludeert dat de korpschef terecht heeft geweigerd het ongeval als beroepsincident aan te merken, omdat appellant onvoorzichtig heeft gehandeld door alleen de arrestant uit de cel te halen en niet tijdig hulp in te roepen. Het hoger beroep slaagt niet en de aangevallen uitspraak wordt bevestigd, wat betekent dat het bestreden besluit in stand blijft. Appellant krijgt geen vergoeding voor proceskosten en het betaalde griffierecht wordt niet teruggegeven.