Uitspraak
Inleiding
Totstandkoming van het bestreden besluit
Uitspraak van de rechtbank
Beoordeling door de Raad
Conclusie en gevolgen
BESLISSING
.
Centrale Raad van Beroep
In deze uitspraak van de Centrale Raad van Beroep op 13 juli 2023 wordt het hoger beroep van appellante tegen haar strafontslag beoordeeld. Appellante, werkzaam bij de gemeente Gouda, kreeg op 13 november 2019 strafontslag wegens ernstig plichtsverzuim. Dit plichtsverzuim omvatte onder andere het onterecht maken van uittreksels voor zichzelf en familieleden, het inschrijven van haar partner zonder deugdelijke identificatie, en het onterecht raadplegen van persoonsgegevens in de Basisregistratie Personen (BRP). De rechtbank had eerder het beroep van appellante ongegrond verklaard en het besluit van het college in stand gelaten.
Appellante heeft in hoger beroep nieuwe verklaringen gepresenteerd, maar de Raad oordeelt deze als onaannemelijk en onvoldoende onderbouwd. De Raad bevestigt het oordeel van de rechtbank dat de onderzoeken door het college niet onrechtmatig of onzorgvuldig zijn geweest en dat de aan appellante verweten gedragingen voldoende vaststaan. De Raad benadrukt dat appellante, gelet op haar functie en de ondertekende integriteitsverklaringen, op de hoogte moest zijn van de onjuistheid van haar handelen.
De Raad concludeert dat het hoger beroep niet slaagt en bevestigt de aangevallen uitspraak, waardoor het strafontslag in stand blijft. Appellante krijgt geen vergoeding voor proceskosten en het betaalde griffierecht wordt niet teruggegeven.