dhr. mr. E.W. Akkerman

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om een WIA-uitkering toe te kennen aan appellante, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Het bestreden besluit is in stand gelaten, met veroordeling van het Uwv in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over terugvordering WAO-uitkering en anticumulatie van inkomsten. Appellant schond inlichtingenplicht, maar boete wordt vernietigd. Uwv veroordeeld tot proceskostenvergoeding van € 3.628,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WW-uitkering aan appellant wegens gebrek aan beschikbaarheid voor arbeid. Appellant had ziekte opgegeven, maar geen bewijs van beschikbaarheid geleverd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over intrekking en terugvordering WW-uitkering wegens schending inlichtingenplicht. Terugvordering over tweede periode met 50% verlaagd tot € 5.340,87.

Het Uwv heeft geweigerd appellante een WIA-uitkering toe te kennen omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. De Raad bevestigt deze weigering en veroordeelt het Uwv in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over intrekking hoger beroep en proceskostenveroordeling in sociale zekerheidszaak. Uwv moet kosten van appellant vergoeden.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de vaststelling van de arbeidsongeschiktheid van appellante op 62,73% door het Uwv, en oordeelt dat de geselecteerde functies passend zijn.

Appellant heeft hoger beroep ingetrokken na wijziging door Uwv. Proceskostenvergoeding van € 3.983,70 toegekend voor beroep en hoger beroep.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering van te veel betaalde WIA-voorschotten door Uwv; geen dringende redenen voor matiging.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening en terugvordering WIA-uitkering van appellant wegens schending inlichtingenplicht. Uwv moet kosten van bezwaar vergoeden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellant, die minder dan 35% arbeidsongeschikt is, en oordeelt dat reservefuncties niet meegewogen hoeven te worden in de berekening van de verdiencapaciteit.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WIA-uitkering van appellante, die minder dan 35% arbeidsongeschikt is. De medische beoordeling van het Uwv is voldoende onderbouwd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van appellante op 38,26% per 15 november 2021, vastgesteld door het Uwv, en wijst het hoger beroep af.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de weigering van de IVA-uitkering niet overtuigend heeft onderbouwd en geeft opdracht tot herstel van het motiveringsgebrek.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt Uwv in proceskosten na intrekking hoger beroep door appellante, totaal € 2.839,-.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante, die geschikt wordt geacht voor haar eigen werk, en wijst het verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over intrekking hoger beroep en proceskostenveroordeling in sociale zekerheidszaak. Uwv moet € 2.625,- aan appellant vergoeden.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening en terugvordering van de toeslag door het Uwv, oordelend dat er geen dringende redenen zijn om hiervan af te zien.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de medische grondslag van het Uwv niet voldoende gemotiveerd is en draagt het Uwv op om het besluit te herstellen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het beroep op het vertrouwensbeginsel slaagt, herziening en terugvordering van ZW-uitkering niet in stand blijft.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WIA-uitkering van appellante per 15 februari 2022, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Er is geen nieuwe medische informatie overgelegd die de eerdere beoordeling kan ondermijnen.

De Centrale Raad van Beroep heeft het verzoek om wraking van de behandelend rechter niet in behandeling genomen en bepaald dat een volgend verzoek om wraking ook niet in behandeling zal worden genomen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen WIA-uitkering krijgt, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Medische beoordeling door Uwv is juist.

Appellante heeft het hoger beroep ingetrokken na een gewijzigde beslissing van het Uwv. De Raad veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellante tot € 3.937,50 en het griffierecht van € 185,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering; appellante is minder dan 35% arbeidsongeschikt. Zorgvuldig medisch onderzoek door Uwv.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van werknemer op 67,56% en de toekenning van de WIA-uitkering, ondanks het hoger beroep van de Staatssecretaris van Fiscaliteit en Belastingdienst.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering; medische beoordeling wordt als zorgvuldig beschouwd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de WIA-uitkering van appellant met 67,56% arbeidsongeschiktheid. Geen nieuwe medische informatie die tot ander oordeel leidt.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt Uwv in proceskosten na intrekking hoger beroep door appellant in WIA-zaak.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WIA-uitkering van appellante per 21 december 2021, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is geacht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van Wajong-uitkering; geen nieuwe feiten of omstandigheden die terugkomen rechtvaardigen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing export Wajong-uitkering; geen toepassing hardheidsclausule. Appellant moet in Nederland blijven.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellante een WIA-uitkering toe te kennen, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Appellante heeft geen nieuwe medische informatie overgelegd die haar standpunt ondersteunt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering per 6 september 2020; medisch onderzoek zorgvuldig, geselecteerde functies geschikt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellant, oordeelt dat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt is en dat medisch onderzoek voldoende zorgvuldig was.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellante een WIA-uitkering toe te kennen, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellant, die minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Medisch onderzoek door Uwv wordt als zorgvuldig beoordeeld.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt Uwv in proceskosten na intrekking hoger beroep door appellante, die volledig tegemoet is gekomen aan bezwaren.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van ZW-uitkering. Medisch onderzoek door Uwv was zorgvuldig. Hoger beroep van appellante slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over intrekking hoger beroep en proceskostenveroordeling in WIA-zaak. Uwv moet € 3.937,50 aan kosten vergoeden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van ZW-uitkering aan appellante, oordelend dat zij meer dan 65% kan verdienen van haar laatstverdiende loon en dat het Uwv voldoende medische grondslagen heeft.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de belastbaarheid van appellant onveranderd is en dat het Uwv voldoende heeft gemotiveerd. Aangevallen uitspraak vernietigd en proceskosten vergoed.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante, oordelend dat het Uwv zorgvuldig medisch onderzoek heeft uitgevoerd en dat appellante geschikt is voor de geselecteerde functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellante kan meer dan 65% van haar maatmaninkomen verdienen op basis van medische beoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering Wajong-uitkering aan appellant, oordelend dat hij arbeidsvermogen heeft en niet voldoet aan de voorwaarden voor de uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering aan appellant, oordeelt dat medische beoordeling adequaat was en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellante, o.b.v. arbeidsvermogen op haar achttiende verjaardag.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; appellante is minder dan 35% arbeidsongeschikt en medische geschiktheid is voldoende onderbouwd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante door het Uwv, ondanks aanvullende beperkingen vastgesteld door een deskundige. Proceskosten van € 3.991,20 worden vergoed.

De Raad bevestigt de beëindiging van de WIA-uitkering van appellant, die minder dan 35% arbeidsongeschikt is, en oordeelt dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig was.

Appellante heeft hoger beroep ingetrokken na tegemoetkoming door Uwv. De Raad veroordeelt Uwv in proceskosten van € 4.113,38 en griffierecht van € 185,-.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over intrekking hoger beroep en proceskostenveroordeling in WIA-zaak. Uwv moet kosten van appellant vergoeden tot € 3.062,50.

Appellante heeft het hoger beroep ingetrokken na tegemoetkoming door het Uwv. De Centrale Raad van Beroep heeft het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellante tot € 6.470,95.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering per 9 juli 2019; appellante onvoldoende arbeidsongeschikt. Medische onderbouwing en geschiktheid functies zijn voldoende.

Beëindiging WGA-uitkering per 30 mei 2018 wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid. Hoger beroep niet succesvol; deskundigenrapporten zijn zorgvuldig en conclusies zijn bevestigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant over de geschiktheid van functies voor appellante in het kader van de Ziektewet.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt Uwv tot vergoeding van proceskosten van € 3.077,10 na intrekking hoger beroep door appellant.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellante op 55,68% en oordeelt dat het Uwv correct heeft gehandeld. Proceskosten worden vergoed.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt Uwv in proceskosten na intrekking hoger beroep door appellante.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt Uwv in proceskosten na intrekking hoger beroep door appellante.

Centrale Raad van Beroep verklaart het hoger beroep van appellante niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang, aangezien het Uwv haar Ziektewet-uitkering ongewijzigd heeft voortgezet.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WIA-uitkering van appellante, oordeelt dat het Uwv correct heeft gehandeld en veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering ZW-uitkering aan appellante na zorgvuldige medische beoordeling; er is sprake van een arbeidsconflict, niet van arbeidsongeschiktheid.

De Raad bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellant op 44,71% en oordeelt dat het Uwv zorgvuldig heeft gehandeld. Appellant krijgt geen proceskostenvergoeding.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellante, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. De Raad oordeelt dat het medisch onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd en dat er geen aanleiding is voor aanvullende beperkingen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de vaststelling van het Uwv dat appellant per 25 september 2020 53,11% arbeidsongeschikt is, en oordeelt dat er geen reden is om aan de medische beoordeling te twijfelen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellant en de beslissing van het Uwv, en veroordeelt het Uwv in proceskosten van € 3.766,50.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering van appellant en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellant een WIA-uitkering toe te kennen, oordelend dat het medisch onderzoek zorgvuldig was en appellant niet meer beperkingen had dan aangenomen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante per 2 augustus 2020, oordelend dat de medische situatie correct is ingeschat door het Uwv.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant per 28 augustus 2021, oordelend dat appellant in staat is om passende functies te verrichten ondanks zijn klachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de WIA-vervolguitkering van 65-80% voor appellante en weigert een aanvulling op basis van de garantie-uitkering.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over intrekking hoger beroep en proceskostenveroordeling in sociale zekerheidszaak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering van appellant, oordelend dat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt is en de geselecteerde functies kan vervullen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering appellante door Uwv; voldoende zorgvuldig medisch en arbeidskundig onderzoek.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om een WIA-uitkering toe te kennen aan appellante, omdat zij de wachttijd van 104 weken niet heeft volbracht.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat medisch onderzoek WIA-uitkering zorgvuldig is uitgevoerd. Uwv wordt veroordeeld in proceskosten van appellant tot € 3.766,50 en griffierecht van € 185,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering van appellante per 12 maart 2021, oordeelt dat Uwv terecht geen nieuwe medische beperkingen heeft aangenomen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering IVA-uitkering; arbeidsongeschiktheid niet duurzaam.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onterecht geen WIA-uitkering heeft toegekend aan appellante; onvoldoende motivering van geselecteerde functies leidt tot opdracht voor nieuw besluit op bezwaar.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WIA-uitkering van appellant per 24 augustus 2021, omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. De Raad oordeelt dat de geselecteerde functies geschikt zijn en dat extra beperkingen niet overtuigend zijn aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WGA-uitkering wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid. Geen toename van medische beperkingen vastgesteld.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellant, oordeelt dat het Uwv zorgvuldig heeft gehandeld en veroordeelt het Uwv in proceskosten van € 3.766,50.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraak dat appellant niet arbeidsongeschikt is en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de arbeidsongeschiktheid van appellant correct is vastgesteld op 44,33% en dat de WIA-uitkering niet wijzigt. Uwv wordt veroordeeld in proceskosten van € 4.125,52.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om wraking af, omdat er geen aanwijzingen zijn voor vooringenomenheid van de rechters. De betrokkenheid van een rechter bij een eerdere zaak is geen grond voor wraking.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellante wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid. Schadevergoeding voor overschrijding redelijke termijn toegekend, maar verzoek om wettelijke rente afgewezen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellant, omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Medische beoordelingen zijn voldoende gemotiveerd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de mate van arbeidsongeschiktheid van appellante per 1 december 2020 correct is vastgesteld en dat zij recht heeft op een WGA-vervolguitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-uitkering; appellante minder dan 35% arbeidsongeschikt. Proceskostenveroordeling van € 3.348,- aan appellante.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk en veroordeelt Uwv in proceskosten van € 3.766,50.

Appellant verliest hoger beroep tegen UWV over WIA-uitkering; schadevergoeding van € 2.000,- wegens overschrijding redelijke termijn toegekend.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de vaststelling van het Uwv dat appellante 37,82% arbeidsongeschikt is. De rechtbank heeft de eerdere uitspraak terecht bevestigd, en appellante krijgt geen proceskostenvergoeding.

Centrale Raad van Beroep vernietigt WIA-besluit van Uwv wegens onzorgvuldig medisch onderzoek en onvoldoende motivering, na overlijden van appellant.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de ingangsdatum van de IVA-uitkering van de ex-werknemer op 2 augustus 2019 terecht is vastgesteld, zonder bijzondere omstandigheden die een eerdere ingangsdatum rechtvaardigen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering van teveel betaalde WIA-uitkering aan appellant. Appellant had redelijkerwijs moeten begrijpen dat hij teveel ontving. Verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellant op 43,72% na zorgvuldig medisch onderzoek. Hoger beroep van appellant wordt afgewezen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant per 12 januari 2021, oordelend dat het Uwv de uitkering terecht heeft beëindigd op basis van medische geschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt loonsanctie wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen door werkgever.

Hoger beroep over intrekking WGA-loonaanvullingsuitkering; deskundigen bevestigen juistheid van medische beoordeling door Uwv.

Appellante heeft hoger beroep ingetrokken na tegemoetkoming door het Uwv. De Raad heeft proceskosten en schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn toegewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-aanvraag; appellante beschikte over arbeidsvermogen op haar achttiende verjaardag.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en oordeelt dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig was, waardoor de beëindiging van het ziekengeld terecht was.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellant tot €4.692,32 na intrekking van het hoger beroep.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering van te veel ontvangen WAO-uitkering na uitbetaling vakantiedagen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer heeft op WIA-uitkering, ondanks haar betoog over meer beperkingen. Medisch onderzoek door Uwv wordt als zorgvuldig beoordeeld.

Verzoek om wraking afgewezen; geen aanwijzingen voor vooringenomenheid van de rechter.

Centrale Raad van Beroep verklaart het beroep ongegrond inzake WIA-uitkering. Medisch onderzoek door Uwv was voldoende zorgvuldig. Geen aanleiding voor deskundige benoeming.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de vaststelling van 74,64% arbeidsongeschiktheid van appellant door het Uwv, oordeelt dat er geen volledige arbeidsongeschiktheid is en bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.

Centrale Raad bevestigt de ingangsdatum van de WAO-uitkering op 30 mei 2018 en de verlaging naar 65-80% per 18 oktober 2019. Appellante kon niet aantonen dat er sprake was van een bijzonder geval.

Hoger beroep tegen Uwv-besluit over Ziektewet-uitkering; schadevergoeding voor overschrijding redelijke termijn toegekend.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de vaststelling van arbeidsongeschiktheid op 46,91% en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer heeft op ziekengeld, omdat zij meer dan 65% van haar maatmaninkomen kan verdienen. Geschiktheid van geselecteerde functies is voldoende gemotiveerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op een IVA-uitkering, omdat zijn arbeidsongeschiktheid op 1 oktober 2020 niet duurzaam was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de belastbaarheid van appellant door het Uwv, maar vernietigt de uitspraak van de rechtbank wegens het ontbreken van proceskostenvergoeding.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat werknemer volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is en recht heeft op IVA-uitkering vanaf 12 november 2020.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant per 7 mei 2013 minder dan 35% arbeidsongeschikt was en weigert WIA-uitkering wegens laattijdige aanvraag.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WIA-uitkering van appellant, oordelend dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid correct heeft vastgesteld op minder dan 35%.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en besluit van Uwv; WIA-uitkering eindigt per 28 juli 2021 in plaats van 24 juni 2021, wegens strijd met rechtszekerheidsbeginsel.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant over de arbeidsongeschiktheid van appellant, oordelend dat het Uwv zorgvuldig heeft gehandeld en de beperkingen van appellant niet zijn onderschat.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het medisch onderzoek in het kader van de WIA niet zorgvuldig is uitgevoerd, en draagt het Uwv op om het gebrek in het besluit te herstellen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv een WIA-uitkering terecht heeft geweigerd na een zorgvuldig medisch onderzoek. Proceskosten van € 3.348,- worden vergoed aan appellant.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het medisch onderzoek in de WIA-zaak zorgvuldig is uitgevoerd en vernietigt de eerdere uitspraak. Uwv wordt veroordeeld in proceskosten van appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van 50,30% voor een douaneambtenaar na zorgvuldig medisch onderzoek door het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering aan appellant op basis van medisch onderzoek en vastgestelde belastbaarheid.

De Centrale Raad van Beroep heeft het verzoek om wraking van verzoeker niet in behandeling genomen, omdat het verzoek is ingediend na de openbaarmaking van de uitspraak op 24 april 2023.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op IVA-uitkering; duurzaamheid van arbeidsongeschiktheid niet aangetoond.

Hoger beroep over de arbeidsongeschiktheid van een vrachtwagenchauffeur. De Raad vernietigt eerdere uitspraak en stelt arbeidsongeschiktheid vast op 67,33%.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellante op 41,14% per 2 juni 2020, na hoger beroep tegen Uwv-besluit. Argumenten over reformatio in peius worden verworpen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant per 19 februari 2018 geschikt is voor eigen werk en dat de ZW-uitkering terecht is beëindigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer heeft op ziekengeld, omdat zij meer dan 65% van haar maatmaninkomen kan verdienen. Medische en arbeidskundige grondslagen zijn voldoende gemotiveerd.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en oordeelt dat Uwv onvoldoende heeft gemotiveerd waarom beperkingen van psychiater Mutsaers niet gevolgd moeten worden. Uwv moet nieuwe beslissing op bezwaar nemen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellant, oordeelt dat medische beperkingen adequaat zijn beoordeeld en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering aan appellante na zorgvuldig medisch onderzoek en juiste FML.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de beslissing van de rechtbank over de WGA-vervolguitkering van appellante, oordeelt dat het Uwv zorgvuldig heeft gehandeld en dat de arbeidsongeschiktheid op 58,67% correct is vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellant op 68,61% en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellant op 48,84% per 1 mei 2020. Het medisch onderzoek door het Uwv was zorgvuldig en de beperkingen van appellant zijn voldoende in acht genomen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van ziekengeld aan appellante, omdat geen toename van medische beperkingen is vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering aan appellante, oordelend dat de medische en arbeidskundige beoordeling door het Uwv correct was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Limburg over de WIA-uitkering van appellant, oordeelt dat het Uwv de medische beoordeling zorgvuldig heeft uitgevoerd en wijst verzoek om onafhankelijk deskundige af.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het medisch onderzoek naar de arbeidsongeschiktheid van de appellant niet zorgvuldig is uitgevoerd en draagt het Uwv op een nader onderzoek in te stellen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv het medisch onderzoek niet zorgvuldig heeft uitgevoerd in de WIA-zaak van appellante. Het Uwv moet het gebrek herstellen door een verzekeringsarts te laten onderzoeken.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellante tot € 5.149,48 na intrekking van het hoger beroep.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de vaststelling van 73,92% arbeidsongeschiktheid van appellant; geen ADL-afhankelijkheid vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant recht heeft op WGA-uitkering, geen recht op IVA-uitkering wegens gebrek aan duurzame arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. De Staat wordt veroordeeld tot € 1.000,- schadevergoeding en € 418,50 proceskosten aan appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant op 57,57% en wijst het hoger beroep af.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onvoldoende heeft gemotiveerd waarom appellante per 10 december 2018 geschikt is voor geselecteerde functies. Uwv moet besluit herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering; appellant onvoldoende onderbouwd in hoger beroep.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Uwv onvoldoende functies heeft aangetoond voor arbeidsongeschiktheidsschatting van appellant. WGA-vervolguitkering vastgesteld op 80-100% met terugwerkende kracht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt verlaging Wajong-uitkering naar 70% van minimumloon; appellante beschikt over arbeidsvermogen.

Hoger beroep over verlaging Wajong-uitkering naar 70% van het minimumloon. Appellant heeft arbeidsvermogen, uitspraak bevestigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de Ziektewet-uitkering van appellante, oordeelt dat haar beperkingen zijn onderschat en dat de geselecteerde functies geschikt zijn.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant niet volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is en geen recht heeft op een IVA-uitkering, maar op een WGA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld, omdat hij meer dan 65% van zijn maatmaninkomen kan verdienen. Geen nieuwe medische stukken ingediend in hoger beroep.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van 64,74% voor appellante, die ziek was als zorgverlener. Hoger beroep slaagt niet.

Hoger beroep over de vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid van een werknemer, waarbij de Raad de deskundige volgt en proceskosten vergoedt aan appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant niet voldoet aan de voorwaarden voor WIA-uitkering; geen toegenomen beperkingen uit dezelfde ziekteoorzaak vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; geen twijfels over belastbaarheid appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de Wajong-aanvraag en toekenningsdatum van WAO-uitkering per 14 mei 2018.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onvoldoende zorgvuldigheid heeft betracht in het medisch onderzoek bij de weigering van een WIA-uitkering aan appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de ZW-uitkering van appellant op basis van voldoende medische en arbeidskundige grondslag.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv niet zorgvuldig heeft gehandeld in de WIA-beoordeling van appellant, omdat er geen spreekuurcontact met een verzekeringsarts heeft plaatsgevonden. Het Uwv moet het besluit herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt, voldoende medisch onderzoek verricht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid. Medisch onderzoek door Uwv was zorgvuldig. Hoger beroep van appellante slaagt niet.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het bestreden besluit van het Uwv onvoldoende gemotiveerd is en geeft opdracht tot herstel binnen zes weken.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellante, o.b.v. minder dan 35% arbeidsongeschiktheid en voldoende medische onderbouwing.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-uitkering wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid en voldoende medische onderbouwing.

Hoger beroep over de weigering van een WIA-uitkering. De Centrale Raad bevestigt dat het Uwv zorgvuldig heeft gehandeld en wijst het verzoek om schadevergoeding af.

Hoger beroep over de weigering van ziekengeld door het Uwv wegens een benadelingshandeling na beëindiging van de arbeidsovereenkomst. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering aan appellante, oordelend dat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is op basis van medisch onderzoek.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de WAO-uitkering van appellant terecht een jaar vóór de aanvraag is verhoogd, zonder bijzondere omstandigheden.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante terecht als medische afzakker is aangemerkt, waardoor haar arbeidsongeschiktheid correct is vastgesteld. Het Uwv wordt veroordeeld in de proceskosten.

Hoger beroep over beëindiging ZW-uitkering en verzoek om schadevergoeding afgewezen. Deskundige bevestigt FML. Geen overschrijding redelijke termijn.

Hoger beroep tegen Uwv over arbeidsongeschiktheid en Ziektewet; motiveringsgebrek niet hersteld; nieuwe beslissing op bezwaar vereist.

Centrale Raad van Beroep rectificeert uitspraak over proceskostenvergoeding in sociale zekerheidszaak, Uwv veroordeeld tot €4.520,91.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep ongegrond; ZW-uitkering van betrokkene terecht beëindigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; zorgvuldige medische beoordeling en voldoende arbeidsongeschiktheid vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-vervolguitkering; voldoende medische en arbeidskundige grondslag vastgesteld.

De Centrale Raad van Beroep verklaart de uitspraak van 2 juni 2022 vervallen, omdat een verzoek om schadevergoeding niet tijdig is behandeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; geen twijfel aan objectiviteit arts Uwv; functies medisch geschikt voor appellant.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over de berekening van het dagloon en toekenning van WIA-uitkering. Appellant krijgt vergoeding van wettelijke rente en proceskosten toegewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellante na medische en arbeidskundige beoordeling.

Hoger beroep over benadelingshandeling bij vaststellingsovereenkomst tijdens ziekte. Uwv legt maatregel op voor ZW-uitkering. Geen sprake van goed werkgeverschap. Appellante verwijtbaar.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de weigering van het Uwv om appellant een WIA-uitkering toe te kennen wegens onvoldoende motivering van het bestreden besluit.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en besluit van Uwv over beëindiging Ziektewet-uitkering appellant met psychische klachten, en oordeelt dat Uwv opnieuw moet beslissen op bezwaar.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellante op basis van medische en arbeidskundige beoordeling.

Centrale Raad van Beroep rectificeert uitspraak over WIA-uitkering en proceskostenvergoeding, waarbij kosten abusievelijk niet waren toegekend.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over intrekking hoger beroep door Uwv en wijst schadevergoeding toe wegens overschrijding redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering van appellante na zorgvuldig medisch onderzoek en herbeoordeling van arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad bevestigt beëindiging ZW-uitkering per 28 september 2020 en weigering per 3 november 2020. Voldoende medische grondslag en opleidingsniveau vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant 80 tot 100% bedraagt, na aanpassing van de FML door het Uwv. Proceskosten van € 4.118,- worden vergoed.

Hoger beroep over beëindiging WIA-uitkering. Appellante heeft geen nieuwe feiten aangevoerd. Uwv's besluit wordt bevestigd.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en besluit van Uwv over ZW-uitkering; Uwv moet reiskosten en wettelijke rente vergoeden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellant is geschikt voor WIA-functies. Medische grondslag voldoende.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat volledige arbeidsongeschiktheid van appellant niet duurzaam is, er zijn behandelopties die verbetering kunnen brengen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van Uwv om appellant een WIA-uitkering toe te kennen, oordeelt dat medisch onderzoek zorgvuldig was en dat er geen nieuwe feiten zijn voor herziening.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv terecht een vervolguitkering heeft toegekend aan appellant op basis van de Wet WIA, na beëindiging van zijn dienstverband en zonder meetellende inkomsten.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onvoldoende zorgvuldig heeft gehandeld bij de afwijzing van de WIA-uitkering van appellant, die om een lichamelijk onderzoek had verzocht. Uwv wordt veroordeeld in proceskosten van € 3.036,- en griffierecht van € 182,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ziekengeld appellant na zorgvuldige medische beoordeling door Uwv.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv nalatig was in het opvragen van informatie, waardoor de terugvordering van WIA-uitkering in strijd is met het rechtszekerheidsbeginsel. WIA-uitkering wordt vastgesteld op het niveau van verstrekte voorschotten.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van appellant terecht heeft vastgesteld op 64,3%.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante terecht als gehuwd werd aangemerkt, waardoor terugvordering van toeslag op grond van de Toeslagenwet gerechtvaardigd is.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante recht heeft op voortzetting van haar Ziektewetuitkering, omdat er geen verbetering van psychische klachten was. Uwv wordt veroordeeld in proceskosten en wettelijke rente.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant op 62,40% zoals vastgesteld door het Uwv, na hoger beroep.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk na rechtsgeldige intrekking door appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering Wajong-uitkering aan appellante op basis van arbeidsvermogen en medische situatie.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Gelderland dat appellant geschikt is voor arbeid, ondanks rug- en nekklachten. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering na zorgvuldig medisch onderzoek door arts bezwaar en beroep.

Hoger beroep tegen de weigering van een WIA-uitkering. De Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak dat het Uwv zorgvuldig heeft gehandeld en dat appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellant geschikt voor WIA-functies na zorgvuldige beoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante in staat is de functie van medewerker tuinbouw te verrichten, ondanks haar klachten en eerdere schouderoperatie.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens ontbreken procesbelang; Uwv heeft tegemoetgekomen aan bezwaren appellante.

Hoger beroep over beëindiging ziekengeld en schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn. Appellant verliest, maar krijgt € 2.500 schadevergoeding.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang; verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Herziening van ZW- en WIA-uitkering van appellant wegens schending van inlichtingenverplichting. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-aanvraag; beperkingen appellant niet onderschat.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat loondoorbetalingsverplichting bij ziekte geldt voor arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, ondanks seizoensgebonden arbeidsprestaties.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onvoldoende rekening heeft gehouden met de beperkingen van appellant in het kader van de Wet WIA en vernietigt het bestreden besluit.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Rotterdam dat het Uwv de geschiktheid van functies voor appellante correct heeft beoordeeld in het kader van de Ziektewet.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over WIA-dagloon en toekent schadevergoeding van € 1.000,- aan appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering aan appellant, omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Geen nieuwe gronden in hoger beroep ingediend.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv terecht een ZW-uitkering heeft geweigerd en voorschotten van € 1.740,24 heeft teruggevorderd van de appellant.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat ZW-uitkering van betrokkene terecht is beëindigd. Deskundige concludeert meer beperkingen, maar functies zijn medisch geschikt. Proceskostenvergoeding van € 2323,- aan betrokkene.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant zoals vastgesteld door het Uwv, en verklaart het hoger beroep ongegrond.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellant een WIA-uitkering toe te kennen, omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. De argumenten van appellant zijn niet nieuw en de eerdere oordelen worden onderschreven.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering aan appellant, oordelend dat het Uwv zorgvuldig heeft gehandeld en de medische beoordeling juist is.

Centrale Raad van Beroep vernietigt het besluit van het Uwv over beëindiging ziekengeld en oordeelt dat hersteldverklaring niet eerder dan 13 maart 2020 kan ingaan.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellante per 30 september 2019 na zorgvuldig medisch onderzoek door Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellante een WIA-uitkering toe te kennen, na zorgvuldig onderzoek naar haar medische beperkingen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Amsterdam dat appellant geen recht heeft op ziekengeld, omdat hij meer dan 65% van zijn maatmaninkomen kan verdienen.

Appellante verliest hoger beroep tegen beëindiging ziekengeld door Uwv; rechtbank oordeelt dat medisch onderzoek zorgvuldig was.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de WIA-uitkering aan appellant, oordelend dat het medisch onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd en de geselecteerde functies geschikt zijn.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat belanghebbende recht heeft op een IVA-uitkering per 29 juni 2019, wegens duurzaam arbeidsongeschiktheid. Proceskosten van € 6.064,26 worden vergoed aan appellante.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van appellante terecht op minder dan 35% heeft vastgesteld en geen WIA-uitkering heeft toegekend.

Centrale Raad van Beroep herstelt WIA-uitkering van appellante naar 80-100% per 19 februari 2020, oordeelt dat Uwv ten onrechte beëindigde uitkering.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onzorgvuldig heeft gehandeld bij de afwijzing van een WIA-uitkering en draagt hen op om het besluit te herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellante na zorgvuldig medisch onderzoek en beoordeling van haar arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellant een WIA-uitkering toe te kennen, oordelend dat de medische beoordeling zorgvuldig was en de geselecteerde functies geschikt zijn.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk, veroordeelt Uwv tot vergoeding van proceskosten en wettelijke rente, en de Staat tot schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van appellant op 76,04% heeft vastgesteld en de WIA-uitkering ongewijzigd heeft voortgezet.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van appellante correct heeft beoordeeld en de WGA-loonaanvullingsuitkering terecht heeft beëindigd.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om wraking af, omdat verzoekster geen aanwijzingen voor vooringenomenheid van de rechter heeft aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WAO-uitkering; appellante is minder dan 15% arbeidsongeschikt en er is geen toename van beperkingen vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van 40,84% voor WIA-uitkering en de geschiktheid van geselecteerde functies.

De Centrale Raad van Beroep verklaart het beroep van appellante ongegrond, omdat er geen duurzaam ontbreken van arbeidsmogelijkheden is aangetoond en appellante mogelijkheden heeft om vaardigheden voor arbeidsparticipatie te ontwikkelen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Wajong-uitkering terecht is geweigerd; geen progressief ziektebeeld, maar stabiel met behandelmogelijkheden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de WAO-uitkering van appellant en de berekeningen van maatmanomvang en maatmaninkomen. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering van toeslag wegens gebrek aan arbeidsongeschiktheid. Appellante had geen recht op toeslag, en dringende redenen om van terugvordering af te zien zijn niet aangetoond.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onvoldoende heeft gemotiveerd waarom nieuwe informatie van psychiater Mutsaers geen aanleiding geeft tot herziening van eerdere besluiten over arbeidsongeschiktheid. Uwv moet binnen acht weken het besluit herstellen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de juiste vaststelling van de WIA-uitkering door het Uwv, waarbij de keuze van appellante om een deel van de eindejaarsuitkering in te zetten voor reiskostenvergoeding leidde tot een lager uitbetaald bedrag.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant, die zich ziek meldde en later een bedrijfsongeval had. Hoger beroep niet geslaagd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over intrekking hoger beroep WIA-G en vergoedt proceskosten van € 1.496,- aan appellante.

Centrale Raad van Beroep rectificeert proceskostenvergoeding in hoger beroep WIA, waarbij het Uwv wordt veroordeeld tot € 1.496,- aan kosten voor appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering van appellant op basis van deskundigenrapporten en oordeelt dat Uwv voldoende gemotiveerd heeft dat geselecteerde functies medisch geschikt zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraak over WIA-uitkering; appellant heeft geen nieuw gebleken feiten aangevoerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer heeft op ziekengeld na zorgvuldig medisch onderzoek en geschiktheid van functies, ondanks psychische klachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer heeft op ziekengeld, omdat zij meer dan 65% van haar maatmaninkomen kan verdienen. Hoger beroep afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld na zorgvuldig medisch onderzoek door het Uwv, dat de functies geschikt zijn voor appellant.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant door het Uwv per 6 april 2019, omdat hij meer dan 65% van zijn eerdere loon kan verdienen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van appellante terecht op 44,36% heeft vastgesteld. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering, oordeelt dat medische beoordeling door Uwv correct is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellante op basis van voldoende medische en arbeidskundige grondslag.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; voldoende medische en arbeidskundige grondslag.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellante kan meer dan 65% van maatmaninkomen verdienen. Medisch onderzoek door Uwv was zorgvuldig.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de belastbaarheid van appellante na CVA is vastgesteld op zes uur per dag en dertig uur per week. Uwv moet besluit herstellen.

Hoger beroep van appellant tegen afwijzing WIA-aanvraag en terugvordering ZW-uitkering. De Centrale Raad bevestigt de eerdere uitspraak, er zijn geen nieuwe feiten of omstandigheden die herziening rechtvaardigen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland over de arbeidsongeschiktheid van appellant en de weigering van de WIA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Rotterdam over de WIA-uitkering van appellant, die zijn gronden in hoger beroep herhaalde. De Raad oordeelt dat de medische beoordeling door het Uwv voldoende zorgvuldig was en dat appellant geschikt was voor de geselecteerde functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellante geschikt is voor haar werk als inpakster en dat het medisch onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-loonaanvullingsuitkering per 2 september 2016 en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Hoger beroep van appellant tegen beëindiging WGA-vervolguitkering. De Raad oordeelt dat het besluit is gebaseerd op onjuiste medische grondslag en vernietigt de uitspraak. Uwv moet nieuwe beslissing nemen met gewijzigde FML.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen WIA-uitkering toekomt, gezien de zorgvuldige medische beoordeling door het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellante, o.b.v. onvoldoende arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant op 62,29% per 22 mei 2019, en oordeelt dat de geselecteerde functies passend zijn.

Hoger beroep over de urenbeperking in de FML van betrokkene, waarbij de woensdag als recuperatiedag wordt erkend. Uwv's hoger beroep slaagt niet; proceskosten en schadevergoeding worden toegewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering aan appellant, oordelend dat zijn belastbaarheid in de aangepaste werkzaamheden niet wordt overschreden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant over de arbeidsongeschiktheid van appellante na een auto-ongeluk, waarbij het Uwv de WIA-uitkering weigerde.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellante; geen nieuwe medische gronden in hoger beroep.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-aanvraag en wijst verzoek om deskundige af. Appellant onderbouwt urenbeperking niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellant op 61,02% na herbeoordeling door het Uwv. Medisch onderzoek zorgvuldig, geen aanleiding voor onafhankelijke deskundige.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering aan appellante op basis van zorgvuldig medisch onderzoek en vastgestelde arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de mate van arbeidsongeschiktheid van appellante terecht op 41,47% is vastgesteld. Het beroep is ongegrond verklaard en verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt besluit Uwv wegens onzorgvuldig medisch onderzoek in bezwaarfase en verklaart beroep gegrond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om terug te komen op een besluit inzake WAO-uitkering en WIA-aanvraag, omdat er geen nieuwe feiten zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante haar inlichtingenverplichting heeft geschonden, waardoor het recht op WIA-uitkering niet kan worden vastgesteld. Terugvordering van € 92.408,36 is gerechtvaardigd.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens ontbreken procesbelang in WIA-zaak.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over weigering Wajong-uitkering; medische beoordeling bevestigt geschiktheid voor functies, behalve voor allround medewerker car.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van het ziekengeld van appellante na 52 weken ziekte. Hoger beroep slaagt niet; verzoek om wettelijke rente afgewezen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over WIA en proceskostenvergoeding; Uwv veroordeeld tot € 748,- kosten en wettelijke rente.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herbeoordeling van de arbeidsongeschiktheid van appellant en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de WIA-uitkering van appellante op 74,52% arbeidsongeschiktheid. Hoger beroep ongegrond verklaard, geen reden voor onafhankelijke deskundige.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering, maar veroordeelt Uwv tot vergoeding van proceskosten.

Centrale Raad van Beroep vernietigt uitspraak rechtbank en oordeelt dat appellante geen recht heeft op WIA-uitkering; ZW-uitkering beëindigd per 13 oktober 2019.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WIA-uitkering per 18 juni 2018 en de afwijzing van de WIA-uitkering per 9 juli 2018. Appellant heeft geen recht op een WIA-uitkering.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het ziekengeld van de werkneemster terecht is voortgezet, omdat zij door een urenbeperking niet meer dan 65% van haar maatmaninkomen kan verdienen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Uwv terecht geen IVA-uitkering heeft toegekend aan betrokkene, omdat psychische beperkingen niet leiden tot volledige arbeidsongeschiktheid. Proceskosten van € 5.787,17 worden vergoed.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; medische beoordeling en geschiktheid functies zijn correct.

Centrale Raad van Beroep rectificeert eerdere uitspraak over griffierecht van € 541,- naar € 519,- in zaak 19/698 WIA-R.

Hoger beroep over WGA-vervolguitkering; Raad bevestigt eerdere uitspraak en oordeelt dat Uwv terecht arbeidsongeschiktheid op 65-80% heeft vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang, appellant heeft inmiddels een WIA-uitkering.

Hoger beroep over afwijzing Wajong-uitkering; Raad bevestigt eerdere uitspraak en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de WIA-uitkering aan appellante, oordeelt dat haar klachten niet zijn onderschat en dat de medische beoordeling door het Uwv juist is.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de weigering van de ZW-uitkering en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Appellant verliest hoger beroep over WIA-uitkering; de Raad bevestigt eerdere uitspraak en oordeelt dat het Uwv correct heeft gehandeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geschikt is voor de functie van magazijnmedewerker op basis van de FML, ondanks zijn klachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant, omdat geen bewijs van verslechtering van de gezondheid op de datum in geding is overgelegd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Rotterdam over de arbeidsongeschiktheid van appellante en de WIA-uitkering. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant arbeidsvermogen heeft en dat zijn Wajong-uitkering terecht is verlaagd naar 70% van het minimumloon.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WAO-uitkering van appellant, oordeelt dat geen medische onderbouwing is voor meer beperkingen dan vastgesteld.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland dat appellante minder dan 35% arbeidsongeschikt is en geen recht heeft op een WIA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering Uwv om terug te komen op WAZ-besluit; nieuwe diagnose ASS niet als nieuw feit aangemerkt.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens ontbreken procesbelang; Uwv veroordeeld in kosten van appellant tot € 1.546,80.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld, oordelend dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig was en dat er geen reden is om de conclusies van de verzekeringsartsen te betwijfelen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering appellant, oordeelt dat medische beoordeling juist was en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Overijssel dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig was en dat er geen aanleiding was voor een psychiatrische expertise.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante als eigenrisicodrager is aangemerkt na de overname van [BV], ondanks dat niet alle werknemers zijn overgenomen. Uwv wordt veroordeeld in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat er sprake is van een volledige overgang van onderneming van [BV 3] naar [BV 2], waardoor appellante niet eigenrisicodrager is voor de WGA-uitkering van werknemer.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om wraking af, omdat argumenten niet op de behandelend rechter zien en sprake is van misbruik van het recht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer heeft op ziekengeld, omdat zij niet ongeschikt is voor haar arbeid. Medisch onderzoek door Uwv was zorgvuldig en geen nieuwe gegevens zijn overgelegd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant niet in overwegende mate verwijtbaar is voor benadelingshandeling bij beëindiging dienstverband; uitkering wordt gekort met 15% voor vier maanden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante op de datum in geding arbeidsvermogen had, ondanks haar psychische problematiek. De eerdere uitspraak van de rechtbank wordt onderschreven.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraken en verklaart het beroep van betrokkene tegen de afwijzing van de Wajong-uitkering ongegrond.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de weigering van de Wajong-uitkering op een ontoereikende grondslag berust en draagt het Uwv op dit te herstellen.

Hoger beroep over WIA-uitkering en vertrouwensbeginsel; toezegging verzekeringsarts leidt tot gegrondverklaring van het beroep.

De Centrale Raad van Beroep heeft het verzoek om wraking van de behandelend rechter niet in behandeling genomen, omdat er geen feiten zijn die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar brengen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering Wajong-uitkering aan appellant, oordelend dat hij niet jonggehandicapt was en over arbeidsvermogen beschikte.

Verzoek om wraking afgewezen; vrees voor vooringenomenheid niet objectief gerechtvaardigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag tolk gebarentaal; gesprekken met bedrijfsarts vallen niet onder re-integratieactiviteiten.

Hoger beroep over loonsanctie en re-integratie-inspanningen. De Centrale Raad bevestigt dat de werkgever onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht en wijst het verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering van WAO-uitkering wegens niet opgegeven inkomsten uit arbeid in het buitenland. Appellant heeft geen recht op uitbetaling gehad en geen dringende redenen aangevoerd om van terugvordering af te zien.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-uitkering; geen nieuwe feiten of omstandigheden voor terugkomen op eerder besluit.

Appellante verliest hoger beroep tegen het Uwv over arbeidsongeschiktheid na whiplash; medisch onderzoek door Uwv wordt als zorgvuldig beoordeeld.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de aanvraag voor starterskrediet van betrokkene terecht heeft afgewezen. Hoger beroep van betrokkene niet-ontvankelijk verklaard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen belanghebbende is bij het besluit van het Uwv op grond van de Wet WIA. Hoger beroep slaagt niet en eerdere uitspraak wordt bevestigd.

Appellante's aanvraag voor een WIA-uitkering is afgewezen omdat zij niet kon aantonen dat er een dienstverband was met [werkgever B.V.]. De Centrale Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep vernietigt schorsing ZW-uitkering wegens onvoldoende bewijs van niet-meewerken aan re-integratie.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-aanvraag; appellant niet arbeidsongeschikt volgens FML.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; betrokkene was niet verzekerd op eerste arbeidsongeschiktheidsdag.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking van ZW- en WIA-uitkeringen wegens geen privaatrechtelijke dienstbetrekking. Schadevergoeding van € 500,- toegekend voor overschrijding redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt uitspraak rechtbank over loonsanctie en WIA-uitkering; appellant had recht op loonsanctie, ondanks intrekking van eerdere besluiten.

Hoger beroep over de hoogte van het WIA-dagloon en schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en kent schadevergoeding toe van € 1.500,-.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt de loonsanctie van het Uwv wegens onvoldoende motivering en herroept het eerdere besluit. Appellante krijgt proceskosten vergoed.

Centrale Raad bevestigt intrekking WIA- en ZW-uitkeringen wegens geen privaatrechtelijke dienstbetrekking. Schadevergoeding voor overschrijding redelijke termijn toegekend.

Verzoek om wraking van de behandelend rechter in hoger beroep wordt niet in behandeling genomen wegens misbruik van het wrakingsmiddel.

Centrale Raad van Beroep bevestigt loonsanctie aan werkgever wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen. Appellante voldeed niet aan verplichtingen, uitspraak rechtbank bevestigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van het herzieningsverzoek van appellant inzake zijn WAO-uitkering. Geen nieuwe feiten of omstandigheden aangetoond die herziening rechtvaardigen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv terecht de WGA-uitkering aan betrokkene heeft toegerekend en het verhaalsbesluit geldig is, ondanks het ontbreken van een voorafgaand toerekeningsbesluit.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellant geschikt voor eigen werk na psychische klachten.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over WW-uitkering appellant en vernietigt eerdere besluiten van Uwv, met schadevergoeding.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de eigenrisicodrager verantwoordelijk is voor de re-integratie van werknemers en dat de mate van arbeidsongeschiktheid van de werkneemster ongewijzigd blijft op 80 tot 100%.

Centrale Raad van Beroep bevestigt uitspraak rechtbank dat UWV geen verhaal kan uitoefenen op overnemend omslaglid voor WGA-uitkering. UWV veroordeeld in proceskosten van € 1.335,- en griffierecht van € 541,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraken; geen onrechtmatige handeling door Uwv bij informatieverstrekking aan pensioenfonds.

Centrale Raad van Beroep vernietigt loonsanctie van Uwv wegens onvoldoende motivering en re-integratie-inspanningen. Herroept besluit van 24 mei 2017.

Hoger beroep over verzoek ex-werkgever inzake ziekengeldtoekenning. Centrale Raad van Beroep oordeelt dat verzoek niet binnen redelijke termijn is gedaan. Aangevallen uitspraak vernietigd.

Hoger beroep over onkostenvergoeding en WAO-uitkering, met schadevergoeding voor overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv ten onrechte geen loonsanctie aan werkgever heeft opgelegd wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen. Besluit van Uwv wordt herroepen en onderzoek naar schadevergoeding wordt heropend.

Centrale Raad van Beroep bevestigt loonsanctie Uwv wegens niet voldoen aan re-integratieverplichtingen door appellante. Hoger beroep niet geslaagd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onvoldoende heeft gemotiveerd dat er geen duurzame arbeidsongeschiktheid is. Werkneemster heeft recht op IVA-uitkering vanaf 8 december 2016.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv aansprakelijk is voor schade door aanvullingen op ZW-uitkering, veroorzaakt door onrechtmatig besluit.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering aan appellante, omdat zij niet als werknemer in de zin van de Wet WIA was verzekerd.

Verzoek om wraking door verzoekster afgewezen wegens misbruik van recht. Volgend verzoek om wraking wordt niet in behandeling genomen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkene recht heeft op ziekengeld op basis van zwangerschapsgerelateerde klachten, en vernietigt het besluit van het Uwv.

Hoger beroep over loonsanctie en WIA-uitkering. Appellant's psychische klachten en re-integratie-inspanningen worden beoordeeld. Geen loonsanctie opgelegd, WIA-uitkering correct vastgesteld. Schadevergoeding voor overschrijding redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de WIA-uitkering aan appellant en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat werkgever ziekengeld moet doorbetalen wegens tekortkomingen in re-integratieplicht. Oordeel over GBM en toepassing van artikel 6:22 Awb besproken.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante recht heeft op IVA-uitkering na beëindiging WIA-uitkering, wegens onvoldoende onderbouwing van herstelkansen door Uwv.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en boete van het Uwv wegens niet aangetoonde schending van de inlichtingenplicht door appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering van WW- en ZW-uitkering wegens gefingeerd dienstverband bij [BV].

Centrale Raad van Beroep vernietigt de boete en herroept de herziening van de toeslag, omdat niet is aangetoond dat appellante haar inlichtingenplicht heeft geschonden.

Centrale Raad van Beroep vernietigt het besluit van het Uwv over arbeidsongeschiktheid van appellant en oordeelt dat functies niet passend zijn door onvoldoende motivering van beperkingen.

Hoger beroep over WGA-uitkering en arbeidsongeschiktheid. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv zorgvuldig heeft gehandeld en de mate van arbeidsongeschiktheid correct heeft vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang in WIA-zaak.

Hoger beroep van appellant tegen afwijzing ZW- en WAO-uitkering. Uwv heeft terecht geweigerd, geen 52 weken arbeidsongeschikt. Medische onderbouwing onvoldoende.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv geen dwangsom verschuldigd is, omdat het tijdig op de aanvraag van appellant heeft beslist.

Centrale Raad van Beroep vernietigt besluit Uwv over beëindiging ZW-uitkering van appellant met ASS, oordeelt dat begeleiding niet adequaat is vastgelegd in FML.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van appellante op 61,86% en oordeelt dat het Uwv zorgvuldig onderzoek heeft gedaan, waarbij de invloed van medicatie op rijvaardigheid niet te hoog is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellante op basis van onvoldoende arbeidsongeschiktheid en medische beoordeling.

Hoger beroep tegen de weigering van een WIA-uitkering. De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de psychische beperkingen van appellant correct zijn beoordeeld en dat er geen aanleiding is voor een andere conclusie.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de arbeidsongeschiktheid van appellant, die zijn standpunt niet onderbouwde met nieuwe medische gegevens. Hoger beroep slaagt niet.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat appellant verwijtbaar geen bezwaar heeft gemaakt. Verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering van appellante na zorgvuldig onderzoek door het Uwv. Hoger beroep afgewezen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere besluiten van het Uwv en herstelt de situatie voor appellante inzake haar uitkering Ziektewet.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak over arbeidsongeschiktheid ex-werknemer en draagt Uwv op nieuwe beslissing te nemen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering ZW-uitkering; appellante slaagt er niet in aan te tonen dat zij eerder arbeidsongeschikt was dan 6 maart 2017.

Hoger beroep over de weigering van een WIA-uitkering. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het medisch onderzoek zorgvuldig was en dat appellante in medisch opzicht geschikt is voor de functies.

Hoger beroep van appellante tegen afwijzing Wajong-aanvraag. Deskundigenrapport bevestigt psychische problematiek. Raad vernietigt eerdere uitspraak en draagt Uwv op nieuwe beslissing te nemen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; geen twijfel aan medische beoordeling.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens vervallen procesbelang; Uwv komt volledig tegemoet aan appellant.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de arbeidsongeschiktheid van appellante minder dan 35% is, maar dat de functie van besteller post/pakketten niet passend is door angst om te rijden. Uwv moet besluit herstellen.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang in WIA-zaak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer heeft op ziekengeld per 4 januari 2017, na zorgvuldige beoordeling van haar belastbaarheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig was en dat de functies passend zijn voor de appellant. Hoger beroep afgewezen en verzoek om schadevergoeding afgewezen.

De Centrale Raad van Beroep heeft de afwijzing van de Wajong-aanvraag van appellante bevestigd, na beoordeling van het rapport van de verzekeringsarts. Proceskosten van € 2.362,50 werden toegewezen aan appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt toekenning loongerelateerde WGA-uitkering en wijst verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn toe.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat werkgeefster voldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht en wijst verzoek om schadevergoeding af, maar kent € 1.000,- schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Stichting Noordwest Ziekenhuisgroep onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht voor een zieke werkneemster, waardoor de eerdere uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering appellant, oordeelt dat hij geschikt is voor werk als parttime sorteerder van pakketten.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat het Uwv volledig tegemoet is gekomen aan de bezwaren van appellante. Proceskosten van € 31,- en griffierecht van € 124,- vergoed.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om een WIA-uitkering toe te kennen aan appellante, o.a. wegens onvoldoende arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; medisch onderzoek door Uwv voldoende zorgvuldig, functies geschikt voor appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de verlaging van de arbeidsongeschiktheid van appellant door het Uwv. Zorgvuldig onderzoek en geen aanleiding om te twijfelen aan de conclusies van de verzekeringsartsen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het medisch onderzoek naar de belastbaarheid van appellant zorgvuldig was en dat er geen aanleiding is voor een ander oordeel.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellant een WIA-uitkering toe te kennen, omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt is.

Hoger beroep over WIA-aanvraag; hoorplicht geschonden, maar geen schade voor appellant. Uwv in proceskosten veroordeeld tot € 2.100,- en griffierecht van € 172,- vergoed.

Centrale Raad bevestigt beëindiging ZW-uitkering na zorgvuldige medische en arbeidskundige beoordeling. Appellant had onvoldoende bewijs voor zijn beperkingen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering aan appellant, o.b.v. minder dan 35% arbeidsongeschiktheid na zorgvuldig medisch onderzoek.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onvoldoende heeft gemotiveerd dat een gastric bypassoperatie leidt tot verbetering van de functionele mogelijkheden van betrokkene, die recht heeft op een IVA-uitkering per 28 april 2016.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van appellante correct heeft vastgesteld op 49,16%.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant per 27 november 2017 in staat was zijn eigen arbeid als transportbegeleider te verrichten, ondanks psychische en hartklachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Rotterdam dat het Uwv terecht heeft vastgesteld dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld, omdat hij medisch geschikt is voor bepaalde functies.

Appellante verliest hoger beroep tegen beëindiging WIA-uitkering; verzoek om schadevergoeding afgewezen. Geen nieuwe medische gegevens die zwaardere beperkingen onderbouwen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering per 1 december 2017, omdat er geen toename van medische beperkingen is vastgesteld na ongeval in 2013.

De Centrale Raad van Beroep heeft op 2 december 2020 het verzoek om wraking van de voorzitter afgewezen, omdat er geen aanwijzingen waren voor vooringenomenheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om een WIA-uitkering toe te kennen aan appellante, omdat de toegenomen arbeidsongeschiktheid voortkomt uit een andere ziekteoorzaak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; medisch onderzoek zorgvuldig, geen reden om aan bevindingen te twijfelen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering; zorgvuldig onderzoek door Uwv, geen onjuistheden in medische beoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-vervolguitkering; geen twijfel over medisch oordeel Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-uitkering voor appellante; medisch onderzoek zorgvuldig uitgevoerd, geen nieuwe relevante medische informatie ingediend.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering teveel verstrekt voorschot WAO-uitkering. Geen bijzondere omstandigheden die toepassing van artikel 44 WAO rechtvaardigen.

Centrale Raad bevestigt beëindiging ZW-uitkering en weigering WIA-uitkering. Schadevergoeding van € 1.000,- wegens overschrijding redelijke termijn toegekend.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellante geschikt voor eigen werk als inpakmedewerkster.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Gelderland over de vaststelling van de toeslag op basis van de winst uit onderneming van de appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Rotterdam over de arbeidsongeschiktheid van appellant in het kader van de Wet WIA. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat ZW-uitkering van appellante terecht is beëindigd; geen bewijs dat zij niet in staat was tot arbeid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering wegens gebrek aan toegenomen arbeidsongeschiktheid binnen vijf jaar.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de WIA-uitkering aan appellant, oordelend dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig was en dat er geen nieuwe gronden zijn aangevoerd in hoger beroep.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen nieuwe feiten heeft aangevoerd tegen het verhaalsbesluit van het Uwv, waardoor het hoger beroep niet slaagt.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant recht heeft op ziekengeld vanaf 12 december 2013 na auto-ongeluk; eerdere uitspraken vernietigd en schadevergoeding toegekend.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland, oordeelt dat er geen grond is voor uitstel en dat appellante geschikt is voor WIA-functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant niet is gewijzigd en wijst verzoek om vergoeding van wettelijke rente af.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant op 50,20% in het kader van de WIA, na beoordeling van de medische onderbouwing door het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering ZW-uitkering; appellant is in staat om WIA-functies te vervullen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering, oordeelt dat hoorplicht is geschonden maar geen schade voor appellante. Uwv veroordeeld in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op IVA-uitkering; schadevergoeding van € 1.000,- wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Limburg over de arbeidsongeschiktheid van appellant, die geen toegenomen beperkingen heeft aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt toekenning WGA-vervolguitkering aan appellante, oordeelt dat medisch onderzoek zorgvuldig was en dat er geen reden is om aan de conclusies van het Uwv te twijfelen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv terecht geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft vastgesteld die aanleiding geven om het eerdere besluit over de Wajong-uitkering te herzien.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering appellant per 10 september 2015 op basis van deskundigenrapport en arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Limburg dat het Uwv terecht weigerde een WIA-uitkering toe te kennen aan appellant, die onvoldoende arbeidsongeschikt werd geacht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering van appellant wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid. Appellant onderbouwt niet dat er beperkingen moeten worden gesteld op het gebied van reiken.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellant een WIA-uitkering toe te kennen, omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering aan appellante, oordeelt dat het verzekeringsgeneeskundig onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd en dat appellante medisch geschikt is voor de geselecteerde functies.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de weigering van de WIA-uitkering wegens onzorgvuldig medisch onderzoek en draagt het Uwv op een nieuw besluit te nemen.

Hoger beroep van appellante tegen de weigering van het Uwv om terug te komen van eerdere besluiten over arbeidsongeschiktheid na zwangerschapsklachten. Hoger beroep afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van verzoek om terug te komen van eerder besluit inzake ziekengeld. Geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om een WIA-uitkering toe te kennen aan appellante, o.a. vanwege onvoldoende arbeidsongeschiktheid en passend opleidingsniveau.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; beperkingen appellante juist vastgesteld. Geen schending van equality of arms. Geschiktheid voor arbeid bevestigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op ziekengeld en WIA-uitkering, omdat hij in staat is 65% van zijn maatmaninkomen te verdienen en de wachttijd van 104 weken niet heeft vervuld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; zorgvuldig medisch onderzoek en geen twijfel aan medisch oordeel.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens vervallen procesbelang, omdat Uwv afziet van terugvordering van onterecht betaalde ZW-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering appellant; geen twijfel aan geschiktheid functies ondanks beperkingen.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv terecht een WGA-loonaanvullingsuitkering heeft toegekend aan appellante, die volledig maar niet duurzaam arbeidsongeschikt is.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante arbeidsongeschikt is, maar dat haar beperkingen niet meer het gevolg zijn van zwangerschap of bevalling, wat invloed heeft op haar ZW-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellante geschikt is voor haar arbeid, ondanks haar klachten van elektromagnetische hypersensitiviteit.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig was en dat de arbeidsongeschiktheid van appellant correct is vastgesteld op 61,20%.

Centrale Raad van Beroep verklaart het hoger beroep van appellant niet-ontvankelijk, omdat het Uwv het bestreden besluit heeft gewijzigd. Uwv wordt veroordeeld in de kosten van appellant tot € 2.362,50.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat loongerelateerde WGA-uitkering terecht is toegekend en IVA-uitkering is geweigerd wegens niet-duurzame arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering en de weigering van een WIA-uitkering, oordelend dat er geen nieuw feit is dat terugkomen rechtvaardigt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat werkneemster niet volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is, recht op WGA-uitkering in plaats van IVA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellant na zorgvuldig medisch onderzoek door Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; medische beoordeling was zorgvuldig en voldoende.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; zorgvuldige medische beoordeling en geschiktheid functies vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Arnhem dat appellante geschikt is voor ten minste één functie, ondanks haar klachten.

De Centrale Raad van Beroep heeft het verzoek om wraking afgewezen, omdat niet gebleken is van vooringenomenheid van de behandelend rechter.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ziekengeld op basis van zorgvuldige medische beoordeling en geschiktheid voor geselecteerde functies.

Hoger beroep over arbeidsongeschiktheid en verdiencapaciteit onder de Wet WIA. De Raad oordeelt dat de FML van het Uwv niet volledig is en stelt de arbeidsongeschiktheid vast op 54,85% en de verdiencapaciteit op € 1.918,35.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering, oordeelt dat er geen schending is van equality of arms en dat de medische beoordeling juist is.

Hoger beroep over afwijzing Wajong-uitkering. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak en oordeelt dat Uwv correct heeft gehandeld. Proceskosten worden vergoed aan appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Limburg over de arbeidsongeschiktheid van appellant en oordeelt dat de geselecteerde functies passend zijn.

Centrale Raad van Beroep wijst aanvraag Wajong-uitkering af, maar kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat verzoekster niet aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake is van onverwijlde spoed.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de beëindiging van ziekengelduitkering wegens gebrek in schorsingsbesluit en kent schadevergoeding toe.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Rotterdam over de afwijzing van de Wajong-aanvraag van appellant, waarbij drugsgebruik geen reden voor volledige arbeidsongeschiktheid bleek.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onterecht de arbeidsongeschiktheid van appellant heeft vastgesteld. WIA-vervolguitkering van 76,76% toegekend na herbeoordeling. Proceskosten Uwv vergoed.

Hoger beroep over verlaging Wajong-uitkering van 75% naar 70% van het minimumloon. Uwv heeft onvoldoende aangetoond dat appellante arbeidsvermogen had op 1 januari 2018. Besluit Uwv niet zorgvuldig voorbereid.

Centrale Raad van Beroep verklaart het beroep ongegrond; appellante heeft geen recht op Wajong-uitkering wegens gebrek aan duurzaam arbeidsvermogen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over de ingangsdatum van de Wajong-uitkering en de toepassing van de vijfjarenregel. Beroep tegen het besluit van 30 november 2018 gegrond, beroep tegen het besluit van 28 augustus 2019 ongegrond.

Hoger beroep over afwijzing Wajong-aanvraag; geen nieuwe feiten of omstandigheden. Uitspraak bevestigt eerdere beslissing van de rechtbank.

Hoger beroep van appellant over Wajong-uitkering; Raad bevestigt eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat appellant geen nieuwe medische informatie heeft ingebracht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante ondanks beperkingen arbeidsvermogen heeft onder de Wajong 2015, en wijst het hoger beroep af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak dat appellant geen zwaarwegende redenen heeft voor verblijf in Thailand met behoud van Wajong-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland over de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant, oordeelt dat het medisch onderzoek zorgvuldig was en wijst verzoek om deskundige af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening WGA-vervolguitkering en terugvordering door Uwv, omdat appellant geen melding maakte van inkomsten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer heeft op ziekengeld, omdat zij meer dan 65% van haar maatmaninkomen kan verdienen. De rechtbank heeft de besluiten van het Uwv terecht bekrachtigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-uitkering; appellante beschikt niet over duurzaam arbeidsvermogen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld. Schadevergoeding voor overschrijding redelijke termijn toegewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-aanvraag; geen nieuwe feiten voor herziening.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WGA-uitkering van appellant, die minder dan 35% arbeidsongeschikt is, op basis van medisch onderzoek.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de toekenning van een loongerelateerde WGA-uitkering aan appellant na beoordeling van zijn belastbaarheid na een hartinfarct.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld, omdat hij meer dan 65% van zijn maatmaninkomen kan verdienen na psychische klachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong 2010 aanvraag en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant recht heeft op ziekengeld volgens de no risk-polis, maar dat het Uwv het ziekengeld na 52 weken terecht op 70% van het dagloon heeft vastgesteld.

Hoger beroep van appellant tegen afwijzing Wajong-uitkering. Centrale Raad bevestigt dat er geen duurzaam ontbreken van arbeidsvermogen is, ontwikkeling wordt verwacht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering van appellante per 7 mei 2014, o.b.v. deskundigenrapport en FML.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv terecht de WIA-uitkering van appellante beëindigde, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt was, ondanks de diagnose fibromyalgie.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv de functies van machinaal metaalbewerker en chauffeur heftruck niet geschikt achtte voor de werknemer, en bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland.

Hoger beroep over ziekengeld en maatmaninkomen na arbeidsongeschiktheid. Appellant betwist de maatmanfunctie en het bijbehorende loon. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep verklaart het hoger beroep van appellant niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang, maar veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellant tot € 1.575,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de ZW-uitkering van appellante na zorgvuldige beoordeling door het Uwv. Appellante wordt in staat geacht om een opleiding tot medisch codeur te volgen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de ZW-uitkering van appellante na zorgvuldige beoordeling door het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraken van de rechtbank over de geschiktheid van appellant voor EZWb-functies na beëindiging van zijn Ziektewetuitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-uitkering; appellant heeft arbeidsvermogen. Schadevergoeding van € 500,- wegens overschrijding redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onvoldoende gemotiveerd heeft of appellante één uur aaneengesloten kan werken. Het Uwv moet gebreken in het besluit herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om herziening Ziektewetuitkering; geen nieuwe feiten of omstandigheden aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking ziekengeld appellante, oordelend dat zij geschikt is voor haar maatgevende arbeid per 28 juni 2017.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv een onjuist maatmaninkomen heeft vastgesteld en veroordeelt het Uwv tot vergoeding van proceskosten aan appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-uitkering; zorgvuldig onderzoek door verzekeringsartsen leidde tot conclusie dat arbeidsvermogen niet duurzaam ontbreekt.

Hoger beroep over afwijzing Wajong-uitkering; medische beoordeling in 2010 correct bevonden; geen recht op toegenomen arbeidsongeschiktheid.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van een elektromonteur, oordelend dat appellant geen nieuwe medische informatie heeft ingebracht ter onderbouwing van zijn beperkingen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ziekengeld voor appellante, geschikt voor andere functies na WIA-beoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering op basis van medische beoordeling en verdiencapaciteit.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking ZW-uitkering; appellante geschikt voor arbeid als wikkelaar.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering Wajong-uitkering wegens schending inlichtingenplicht door appellante in verband met hennepkwekerij.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing recht op ziekengeld voor appellante, oordeelt dat medisch onderzoek door Uwv zorgvuldig was en nieuwe informatie niet overtuigend is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geschikt is voor eigen werk na ziekte, ondanks WSW-indicatie. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering appellante met longklachten; medische en arbeidskundige beoordeling voldoende.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv voldoende heeft gemotiveerd dat de functies medisch geschikt zijn voor appellant, ondanks zijn klachten.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang; appellante heeft geen recht meer op ziekengeld en er zijn geen re-integratieverplichtingen meer.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering appellant, die geschikt wordt geacht voor arbeid. Uwv veroordeeld in proceskosten van € 3.072,-.

Hoger beroep van appellante tegen afwijzing Wajong-aanvraag door Uwv. Geen nieuwe feiten, eerdere afwijzing blijft staan. Hoger beroep afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van Wajong-uitkering en Indicatie banenafspraak. Appellant's gronden zijn herhalingen van eerdere argumenten. Medisch rapport biedt geen nieuwe inzichten.

Hoger beroep van appellante tegen afwijzing verzoek om herziening WW-uitkering en hersteldverklaring ZW. Uwv heeft zorgvuldig gehandeld; geen nieuwe feiten. Hoger beroep afgewezen.

Hoger beroep over de medische geschiktheid voor ziekengeld na ziekmelding. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak dat het medisch onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd en de appellant geschikt is voor geselecteerde functies.

Hoger beroep over afwijzing Wajong-uitkering; deskundige oordeelt dat appellant niet kan werken door ASS; Raad vernietigt eerdere uitspraak en draagt Uwv nieuwe beslissing op.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de WGA-uitkering van werkneemster terecht aan [vereniging 1] is toegerekend na gedeeltelijke overgang van het [lyceum] naar [stichting].

De Centrale Raad van Beroep heeft op 21 november 2019 het verzoek om wraking van de wrakingskamer niet in behandeling genomen, wegens misbruik van het wrakingsmiddel.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een ZW-uitkering aan appellante na beoordeling van haar fysieke beperkingen en de geschiktheid van voorbeeldfuncties.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WIA-uitkering van appellant, oordeelt dat het medisch onderzoek zorgvuldig was en dat de mate van arbeidsongeschiktheid terecht op minder dan 35% is vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de toekenning van een WIA-uitkering aan appellante, met een arbeidsongeschiktheid van 36,80%.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering aan appellant, oordeelt dat Uwv zorgvuldig heeft gehandeld en dat appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-uitkering; geen nieuw gebleken feiten of omstandigheden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de medische beoordeling van appellant correct was en dat de geselecteerde functies geschikt zijn.

Hoger beroep over WIA-uitkering; geen toegenomen klachten binnen vijf jaar na eerdere beoordeling. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.

Appellante's verzoek om herziening van de afwijzing van haar Wajong-uitkering is terecht afgewezen. Het bewijsrisico bij laattijdige aanvragen ligt bij de aanvrager.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep ongegrond. Schadevergoeding van € 2.500,- toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv ten onrechte een Wajong-uitkering heeft geweigerd op basis van ondeugdelijke motivering. Betrokkene heeft recht op Wajong-uitkering vanaf 21 februari 2015.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onvoldoende heeft gemotiveerd waarom appellant met autisme geen arbeidsbeperkingen had. Uwv moet besluit herstellen binnen zes weken.

Hoger beroep van appellante tegen afwijzing Wajong-uitkering en beëindiging WIA-uitkering. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraken en wijst verzoek om schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Appellante verzocht om een Wajong-uitkering, maar het Uwv wees dit af. De Centrale Raad bevestigde dat appellante op relevante data arbeidsvermogen had en dat de afwijzing terecht was.

Hoger beroep van werkneemster slaagt; Uwv moet nieuwe beslissing op bezwaar nemen na geconstateerde discrepanties in FML.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkene niet duurzaam arbeidsongeschikt is voor Wajong-uitkering. Eerdere uitspraak van rechtbank vernietigd, rechtsgevolgen blijven in stand.

Hoger beroep over Wajong-uitkering bij emigratie naar Curaçao. Uwv's besluit om uitkering te beëindigen bevestigd; geen zwaarwegende redenen voor verhuizing ouders.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak dat appellante geen recht meer heeft op ziekengeld, omdat zij meer dan 65% kan verdienen van haar maatmaninkomen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv ten onrechte de WIA-functies als maatstaf voor ziekengeld hanteerde. De arbeid als conciërge/huismeester moet als maatstaf gelden. Uwv moet binnen zes weken het besluit herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering Wajong-uitkering wegens schending inlichtingenverplichting door appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; medisch onderzoek zorgvuldig, appellante geschikt voor arbeid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellant kan meer dan 65% van maatmaninkomen verdienen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant op 65 tot 80% in het kader van de WIA, ondanks zijn argumenten over verslechtering van zijn medische situatie.

Centrale Raad van Beroep vernietigt het besluit van het Uwv over de geschiktheid van appellante voor haar functie als gastvrouw in een tram en oordeelt dat het Uwv opnieuw moet beslissen op het bezwaar van appellante.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellante een WIA-uitkering toe te kennen, omdat de medische beperkingen correct zijn vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering; medisch onderzoek door Uwv was zorgvuldig en voldoende onderbouwd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de maatstaf arbeid bij ZW-uitkering niet langer uitsluitend gebaseerd mag zijn op de laatst verrichte arbeid, maar ook op de mogelijkheden van de werknemer.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van Uwv voor vergoeding hoortoestel; aanvraag in 2016 is nieuwe aanvraag, niet onder overgangsbepaling.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv ten onrechte de geselecteerde functies als maatstaf voor ziekengeld heeft gehanteerd. De laatst verrichte arbeid moet als maatstaf gelden. Het Uwv moet het besluit herstellen en beoordelen of appellante geschikt is voor haar werkzaamheden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering en verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk. Proceskosten worden vergoed aan appellant.

Hoger beroep van appellante tegen afwijzing Wajong-aanvraag. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, geen onjuiste beoordeling medische situatie.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering na zorgvuldige medische beoordeling; appellant kan geselecteerde functies uitoefenen.

Hoger beroep over de afwijzing van een Wajong-uitkering. De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de deskundige de beperkingen van appellante correct heeft vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-aanvraag; appellant beschikt over arbeidsvermogen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering na zorgvuldige medische beoordeling; appellant geschikt voor geselecteerde functies.

Hoger beroep over de vaststelling van arbeidsongeschiktheid van appellante, die zich ziek meldde en een WIA-uitkering aanvroeg. De Raad bevestigt de eerdere uitspraken van de rechtbank en oordeelt dat appellante niet meer beperkt is dan het Uwv heeft aangenomen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak van rechtbank Amsterdam en verklaart beroep ongegrond; Uwv heeft betrokkene terecht geschikt geacht voor WIA-functies.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om wraking af wegens gebrek aan objectieve vrees voor partijdigheid van de behandelend rechter.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering van appellante wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid na zorgvuldige medische beoordeling.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-loonaanvullingsuitkering wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid. Uwv heeft zorgvuldig medisch onderzoek verricht.

Centrale Raad van Beroep vernietigt het besluit van het Uwv tot beëindiging van de Ziektewet-uitkering van appellant wegens onvoldoende medische onderbouwing.

Hoger beroep over Wajong 2010 aanvraag en schadevergoeding wegens redelijke termijnoverschrijding. Uwv en Staat veroordeeld tot schadevergoeding van € 500,- aan appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; medisch onderzoek door Uwv was zorgvuldig en geen nieuwe feiten aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant per 18 juli 2016 geschikt is voor werkzaamheden. Verzoek om deskundige afgewezen. Hoger beroep niet geslaagd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op Wajong-uitkering, omdat hij niet aan de voorwaarden voldeed en er geen medische onderbouwing was voor zijn claims.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de gebreken in de beoordeling van appellante's Wajong-aanvraag heeft hersteld. Het verzoek om deskundige is afgewezen. Proceskosten van € 2.816,- worden vergoed.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat werkneemster recht heeft op IVA-uitkering vanaf 4 maart 2015, wegens duurzame arbeidsongeschiktheid door psychische klachten.

De Centrale Raad van Beroep wijst het wrakingsverzoek van verzoeker af en bepaalt dat toekomstige wrakingsverzoeken in deze hoger beroepen niet in behandeling worden genomen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante vanaf 23 juli 2014 recht heeft op Wajong-uitkering wegens volledige arbeidsongeschiktheid vanaf juni 2014.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en het Uwv, dat appellante arbeidsvermogen heeft en haar Wajong-uitkering verlaagd kan worden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering na zorgvuldige medische beoordeling. Hoger beroep van appellante afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-vervolguitkering; medisch onderzoek en geschiktheid functies zijn zorgvuldig beoordeeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geschikt is voor arbeid na beoordeling van zijn klachten en eerdere WIA-beoordeling.

Hoger beroep van appellante tegen afwijzing Wajong-aanvraag. Centrale Raad oordeelt dat medische beoordeling van vermoeidheidsklachten niet deugdelijk is. Uwv moet nieuwe beslissing nemen met urenbeperking.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de duurzaamheid van de arbeidsongeschiktheid van appellant en draagt het Uwv op om het besluit te herstellen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van het verzoek om terug te komen van een eerder besluit inzake Wajong-uitkering, omdat er geen nieuwe feiten zijn die de eerdere beoordeling kunnen veranderen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de WIA-uitkering terecht niet is toegekend aan appellant, die onvoldoende medische onderbouwing heeft geleverd voor zijn bezwaar.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv terecht geen WIA-uitkering toekende aan appellant, geen reden om te twijfelen aan de medische beoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WAO-uitkering van appellant op basis van deskundigenoordeel over normale polsfunctie.

Appellante heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank die haar beroep tegen het Uwv niet-ontvankelijk verklaarde. De Raad vernietigt de uitspraak voor wat betreft de proceskostenvergoeding en veroordeelt het Uwv in de kosten van appellante tot € 1.536,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering; geen reden om te twijfelen aan de zorgvuldigheid van Uwv-rapporten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellant na auto-ongeval, oordeelt dat medische beperkingen correct zijn vastgesteld en Uwv in proceskosten veroordeelt.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de gebreken in het medisch onderzoek heeft hersteld en bevestigt de arbeidsongeschiktheid van 67,50%. Proceskostenveroordeling van € 2.560,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de FML van appellante en oordeelt dat de aangeboden functies passend zijn. Uwv veroordeeld in proceskosten van € 2.304,- en griffierecht van € 168,- aan appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; geen schending van equality of arms; medische beoordeling door Uwv voldoende gemotiveerd.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang na beëindiging ZW-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag Indicatie banenafspraak; appellant behoort niet tot de doelgroep en kan drempelfunctie uitvoeren.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat werkneemster per 11 februari 2014 recht heeft op ziekengeld. Eerdere maatstaf van 32 uur per week was onjuist. Aangevallen uitspraak vernietigd, beroep ongegrond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellant geschikt voor WIA-functie productiemedewerker industrie.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verhoging Wajong-uitkering; appellant heeft hulp bij sommige levensverrichtingen, maar pgb's dekken behoefte aan verzorging.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; voldoende medische grondslag en geen schending van equality of arms.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv ten onrechte de ZW-uitkering van appellant heeft beëindigd, vanwege onvoldoende bewijs dat medicijngebruik geen belemmering vormde voor arbeid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op WIA-uitkering per 24 augustus 2008, omdat zij niet arbeidsongeschikt was. Medische onderbouwing ontbreekt.

Centrale Raad van Beroep verklaart beroep niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. Appellant heeft geen tijdig gronden ingediend.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van het recht op ziekengeld voor appellant na beoordeling van medische geschiktheid en verzoek om deskundige.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; medisch onderzoek voldoende zorgvuldig en maatgevende arbeid correct vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WW-aanvraag van appellante wegens onvoldoende bewijs van verblijf in Nederland.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging van ZW-uitkering appellant na beoordeling van verdiencapaciteit op 22 mei 2019.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering appellante, oordeelt dat zij in staat is meer dan 65% van haar maatmaninkomen te verdienen en dat de wachttijd voor WIA niet is vervuld. Proceskostenvergoeding van € 3.955,85 aan appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de niet-ontvankelijkheid van bezwaren van appellant wegens termijnoverschrijding. Appellant kon niet aantonen dat hij niet in verzuim was.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de inhouding van de eigen bijdrage op de Wajong-uitkering door het Uwv, gebaseerd op reparatiewetgeving.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-aanvraag; appellante herhaalt eerdere gronden zonder nieuwe medische informatie.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-aanvraag; appellante was geen ingezetene van Nederland op 17-jarige leeftijd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellant, oordeelt dat Uwv voldoende rekening heeft gehouden met medische situatie.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellante; medische geschiktheid van functies is voldoende gemotiveerd door het Uwv.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van het herzieningsverzoek van appellant door het Uwv, omdat er geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Rotterdam over de WGA-vervolguitkering van appellante, waarbij de arbeidsongeschiktheid op 35 tot 45% is vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering appellante; arbeidsgeschiktheid vastgesteld voor functie financieel-administratief medewerker.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-loonaanvullingsuitkering na zorgvuldige medische beoordeling. Appellant had onvoldoende bewijs voor zijn psychische klachten.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep werkneemster ongegrond; beëindiging WGA-uitkering is terecht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de verhoging van de arbeidsongeschiktheid van 15-25% naar 25-35% en oordeelt dat het Uwv de beperkingen van appellante niet heeft onderschat.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante niet geschikt is voor eigen werk en onderschrijft eerdere uitspraak rechtbank.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellant, oordelend dat het medisch onderzoek zorgvuldig was en de geselecteerde functies geschikt zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland over de WIA-uitkering van appellant, oordeelt dat medische beperkingen correct zijn vastgesteld en dat er geen toegenomen beperkingen zijn aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld na zorgvuldig medisch onderzoek door het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland over de geschiktheid van functies voor appellante met piriformis syndroom. Hoger beroep afgewezen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en stelt arbeidsongeschiktheid appellante vast op 80-100%. Uwv moet wettelijke rente en proceskosten vergoeden.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de gebreken in het besluit van 18 februari 2015 moet herstellen, omdat het niet op een deugdelijke medische grondslag was gebaseerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging IVA-uitkering; appellante is in staat om geselecteerde functies te verrichten op basis van medisch onderzoek.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellant is geschikt voor geselecteerde functies en voldoet aan de eisen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld na zorgvuldige beoordeling van zijn belastbaarheid en geschiktheid van functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op ziekengeld, omdat hij geschikt wordt geacht voor de maatgevende arbeid op basis van de Wet WIA.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de WGA-loonaanvullingsuitkering van appellante, die zich ziek meldde wegens psychische klachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de WGA-vervolguitkering van appellante op basis van arbeidsongeschiktheid van 35-45%.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van het verzoek om schadevergoeding en de mate van arbeidsongeschiktheid van 69,07% voor appellant.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant recht heeft op ziekengeld per 12 september 2016, vernietigt eerdere besluiten van het Uwv en veroordeelt het Uwv in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld na beoordeling door Uwv. Hoger beroep verworpen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland dat appellant medisch geschikt is voor geselecteerde functies en geen recht heeft op ziekengeld.

Hoger beroep van appellante tegen beëindiging WGA-loonaanvullingsuitkering. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, oordeelt dat appellante niet arbeidsongeschikt is en kan geselecteerde functies vervullen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van het ziekengeld van appellant, die geschikt is bevonden voor zijn arbeid na ziekte.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op ziekengeld en dat de medische beoordeling van het Uwv correct is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante in staat is tot het verrichten van geselecteerde functies, ondanks psychische klachten. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellant niet in aanmerking komt voor ziekengeld, omdat hij geschikt is voor de eerder geselecteerde functies.

Appellante verzocht om een Canta voor haar woon-werkverkeer, maar het Uwv wees dit af wegens gebrek aan medische noodzaak. De Centrale Raad bevestigde deze afwijzing.

Centrale Raad bevestigt afwijzing Wajong-aanvraag; appellant beschikte op achttienjarige leeftijd over arbeidsvermogen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-uitkering; appellant beschikt over arbeidsvermogen en basale werknemersvaardigheden.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep ongegrond in zaak over aanvraag arbeidsongeschiktheidsuitkering.

Centrale Raad van Beroep vernietigt het besluit van het Uwv en stelt de arbeidsongeschiktheid van appellant vast op 80-100%.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de medische grondslag van het bestreden besluit moet herstellen, op basis van deskundigenrapporten over de beperkingen van appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering appellante met psychische klachten; deskundigenrapporten zijn zorgvuldig en toereikend gemotiveerd.

Centrale Raad van Beroep verklaart het hoger beroep van het Uwv niet-ontvankelijk en veroordeelt het Uwv in de proceskosten van betrokkene tot € 1.024,-.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante recht heeft op ZW-uitkering per 4 april 2015, vernietigt eerdere uitspraak en bestreden besluit van het Uwv.

Hoger beroep van appellant tegen afwijzing Wajong-uitkering. Geen nieuwe feiten, eerdere beoordeling blijft staan. Uitspraak bevestigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellant is arbeidsgeschikt geacht voor geselecteerde functies.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant met ASS en dissociatieve stoornis ten onrechte geen Wajong-uitkering kreeg; onvoldoende bewijs van arbeidsvermogen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WGA-loonaanvullingsuitkering, o.a. wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid. Hoger beroep afgewezen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv aansprakelijk is voor schadevergoeding van € 16.064,76 aan appellante wegens onterecht niet opgelegde loonsanctie in WIA-zaak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante een benadelingshandeling heeft gepleegd, maar oordeelt dat Uwv onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar haar psychische gesteldheid. Uwv wordt veroordeeld in proceskosten van € 3.840,- en griffierecht van € 169,-.

Tussenuitspraak over de arbeidsongeschiktheid van betrokkene in het kader van de Wajong 2010, waarbij het Uwv wordt opgedragen gebreken in het besluit te herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraak dat appellant geen recht heeft op uitkering, ondanks medische rapportages die extra beperkingen aangeven.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op ziekengeld, omdat zij geschikt is voor geselecteerde functies. Het deskundigenrapport was overtuigend en het Uwv handelde op goede gronden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering; medische onderzoeken voldoende zorgvuldig, appellant niet meer beperkt dan vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de arbeidsongeschiktheid van appellant en de WIA-uitkering, waarbij de belastbaarheid niet wordt overschreden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van appellante op 64,97% en 65,63% na zorgvuldig onderzoek door het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing heropening WIA-uitkering na detentie; geen medische grond voor urenbeperking.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellante, oordeelt dat haar beperkingen niet zijn onderschat en veroordeelt het Uwv in de proceskosten.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant niet geschikt was voor de functie besteller post/pakketten vanwege medicijngebruik dat de rijvaardigheid beïnvloedt. Uwv onvoldoende aannemelijk gemaakt dat medicatie geen belemmering vormt. Hoger beroep slaagt.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens overschrijding beroepstermijn door ernstig zieke gemachtigde, zonder verschoonbaarheid.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de hersteltermijn voor betrokkene niet onredelijk kort was en bevestigt dat het Uwv het bezwaar tegen het besluit van 20 april 2016 in redelijkheid niet-ontvankelijk heeft verklaard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag Wajong 2015; appellante had arbeidsvermogen op 18-jarige leeftijd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-aanvraag; appellant beschikt over arbeidsvermogen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante niet arbeidsongeschikt is en dat de geselecteerde functies geschikt zijn, zonder aanleiding voor een urenbeperking.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraak over arbeidsongeschiktheid en rol van CBBS. Betoog over 'equality of arms' slaagt niet. Hoger beroep CSU Personeel B.V. ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante niet duurzaam arbeidsongeschikt is voor Wajong-uitkering. Hoger beroep afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de WIA-uitkering aanvraag van appellant, die onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn dienstbetrekking.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van ziekengeld aan appellant, die niet bereikbaar was voor zijn werkgever en niet reageerde op verzoeken om contact. De rechtsgevolgen van het bestreden besluit blijven in stand.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van ziekengeld aan appellante wegens benadelingshandeling bij beëindiging arbeidsovereenkomst.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de weigering van ZW-uitkering aan werkneemster na ontslag op eigen verzoek, oordelend dat geen benadeling van fondsen plaatsvond en dat er geen wettelijke grondslag was voor de maatregel.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart het beroep van de werkgever ongegrond. Geen grondslag voor weigering ziekengeld op basis van benadelingshandeling.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep tegen Uwv ongegrond; geen grondslag voor weigering ziekengeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-aanvraag; appellante heeft participatiemogelijkheden ondanks ADHD en is niet volledig arbeidsongeschikt.

Centrale Raad van Beroep vernietigt het besluit van het Uwv over de arbeidsongeschiktheid van betrokkene en draagt het Uwv op om de gebreken te herstellen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de appellant niet duurzaam arbeidsongeschikt is volgens de Wajong 2010, en onderschrijft de eerdere uitspraak van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-uitkering aan appellant wegens verergering van gezondheidsklachten; situatie niet duurzaam.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar van appellant tegen de afwijzing van zijn Wajong-aanvraag, omdat hij niet tijdig bezwaar heeft gemaakt en geen verschoonbare termijnoverschrijding heeft aangetoond.

Hoger beroep over Wajong-uitkering; Raad bevestigt eerdere besluiten Uwv en verklaart beroep ongegrond.

Centrale Raad van Beroep verklaart het hoger beroep van appellante niet-ontvankelijk, omdat het Uwv de ZW-uitkering alsnog heeft toegekend na erkenning van zwangerschap als oorzaak van ongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-aanvraag; appellant beschikt over arbeidsvermogen ondanks beperkingen.

Hoger beroep van appellante tegen afwijzing Wajong-uitkering door Uwv. Centrale Raad bevestigt dat appellante over arbeidsvermogen beschikte en dat de afwijzing terecht was.

Centrale Raad bevestigt afwijzing Wajong-uitkering; appellant beschikt over arbeidsvermogen na verkeersongeval.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante niet voldoet aan de voorwaarden voor Wajong-uitkering; eerdere uitspraak vernietigd en rechtsgevolgen in stand gelaten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-aanvraag en kent schadevergoeding van € 1.000,- toe wegens overschrijding redelijke termijn.

Hoger beroep over Wajonguitkering; appellant betwist arbeidsongeschiktheidsevaluatie. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, oordeelt dat appellant in staat was geselecteerde functies te vervullen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op ziekengeld, omdat hij geschikt is voor zijn functie ondanks psychische klachten. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verhoging Wajong-uitkering; pgb dekt zorgbehoefte.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer heeft op ziekengeld, omdat zij meer dan 65% van haar maatmaninkomen kan verdienen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante per 6 april 2012, op basis van een deskundigenrapport dat haar arbeidsongeschiktheid niet ondersteunt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van Wajong-aanvraag wegens gebrek aan nieuwe feiten of omstandigheden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-aanvraag; appellant niet volledig en duurzaam arbeidsongeschikt.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant op 20 april 2012 niet volledig en duurzaam arbeidsongeschikt was, ondanks therapieresistent dubbelzien. Bestreden besluit van Uwv is deugdelijk.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; zorgvuldig medisch onderzoek, geen onderschatting van beperkingen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de hoogte van de Wajong-uitkering en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering Wajong-uitkering aan appellante; geen blijvend ontbreken van mogelijkheden tot arbeidsparticipatie vastgesteld.

Hoger beroep van appellant tegen Uwv over recht op Ziektewet-uitkering. Uwv oordeelt ten onrechte dat appellant per 24 oktober 2014 geen recht meer had op uitkering. Hoger beroep gegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering; deskundigenrapport ondersteunt geschiktheid voor geselecteerde functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld per 12 augustus 2015, op basis van deskundigenrapport en eerdere uitspraken.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging van ZW-uitkering; medische grondslag is voldoende vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de voortzetting van de ZW-uitkering van werknemer na eerstejaars ZW-beoordeling. Hoger beroep van werkgever slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellant niet medisch ongeschikt voor arbeid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellant kan meer dan 65% van maatmaninkomen verdienen.

Hoger beroep van appellant om herziening van WAO-besluit afgewezen. Geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer heeft op ziekengeld na zorgvuldig medisch onderzoek door het Uwv.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over psychische beperkingen van appellante en draagt het Uwv op het besluit te herstellen na deskundigenadvies.

Beëindiging van ZW-uitkering omdat appellant geschikt wordt geacht voor zijn maatgevende arbeid. Geen schadevergoeding toegewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-uitkering; appellant niet arbeidsongeschikt genoeg voor uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering; zorgvuldig medisch onderzoek toont geen toename van psychische klachten aan.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op ziekengeld, na zorgvuldige beoordeling van medische informatie en beperkingen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag en oordeelt dat het Uwv een nieuwe beslissing op bezwaar moet nemen inzake Wajong-uitkering.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over overschrijding redelijke termijn en proceskostenvergoeding in WIA-zaak. Appellant ontvangt € 2.500,- schadevergoeding en Uwv wordt veroordeeld tot € 1.503,- proceskosten.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de terugvordering van een WAO-uitkering na verhoging van het inkomen van de appellant uit zelfstandige werkzaamheden, oordelend dat hij redelijkerwijs op de hoogte had moeten zijn van de gevolgen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; medische beoordeling en geschiktheid functies zijn voldoende onderbouwd.