Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Inleiding
Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 2 maart 2021. De arbeidsdeskundige heeft voor appellante functies geselecteerd en het arbeidsongeschiktheidspercentage vastgesteld op nihil.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak staat de beëindiging van de WIA-uitkering van appellante centraal. Het Uwv heeft per 22 maart 2022 de uitkering beëindigd, omdat appellante minder dan 35% arbeidsongeschikt zou zijn. Appellante betwist dit en stelt dat zij meer beperkingen heeft dan het Uwv heeft aangenomen, waardoor zij de door de arbeidsdeskundige geselecteerde functies niet kan vervullen. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 18 september 2024, waarbij appellante werd bijgestaan door haar advocaat, mr. E. Kafa, en het Uwv werd vertegenwoordigd door mr. L.J.M.M. de Poel.
De Raad oordeelt dat het Uwv de WIA-uitkering terecht heeft beëindigd. De medische beoordeling van de verzekeringsartsen is voldoende onderbouwd en er is geen sprake van volledige arbeidsongeschiktheid. De rechtbank had eerder het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, en de Raad volgt deze conclusie. De Raad concludeert dat er geen aanleiding is om te twijfelen aan de medische grondslag van het besluit van het Uwv. De recente diagnose van een depressieve stoornis biedt geen nieuwe inzichten die de eerdere beoordeling in twijfel trekken. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek van appellante om een onafhankelijke deskundige te benoemen af.
De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WIA-uitkering, en appellante krijgt geen vergoeding voor proceskosten of griffierecht.