ECLI:NL:CRVB:2024:1992
Centrale Raad van Beroep
- Tussenuitspraak
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over weigering IVA-uitkering wegens niet volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid
In deze zaak gaat het om de weigering van het Uwv om aan betrokkene per 17 maart 2021 een IVA-uitkering toe te kennen, omdat betrokkene niet volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zou zijn. Betrokkene stelt dat zij volledig arbeidsongeschikt is en dat haar beperkingen duurzaam zijn. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv het bestreden besluit II niet overtuigend heeft onderbouwd en geeft het Uwv de opdracht om dit motiveringsgebrek te herstellen. De Raad neemt als vaststaand aan dat de stapeling van geluid bij betrokkene beperkingen oplevert, wat ter zitting door betrokkene is verklaard.
Het procesverloop laat zien dat mr. S.J. Heijtlager, advocaat, namens betrokkene en de ex-werkgever hoger beroep heeft ingesteld. Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend. Tijdens de zitting op 18 september 2024 is betrokkene verschenen, bijgestaan door haar advocaat, en heeft zij haar situatie toegelicht. De Raad heeft de zaak beoordeeld aan de hand van de beroepsgronden van betrokkene en de ex-werkgever, die van mening zijn dat de rechtbank de door haar ingeschakelde deskundige niet had mogen volgen. De Raad twijfelt over de juistheid van het bestreden besluit II, vooral omdat de stapeling van geluiden onvoldoende is besproken in de rapporten van de verzekeringsartsen.
De Raad heeft het Uwv opgedragen om binnen acht weken het gebrek in het bestreden besluit te herstellen, met inachtneming van de overwegingen van de Raad. De uitspraak is gedaan door E.W. Akkerman, in tegenwoordigheid van L.B. Vrugt als griffier, en is openbaar uitgesproken op 23 oktober 2024.