1.2.Naar aanleiding van dit bezwaar heeft een voor het Uwv werkzame arts appellante op
29 september 2021 op het spreekuur gezien. Deze arts heeft vastgesteld dat appellante bij het verrichten van werkzaamheden beperkingen heeft en heeft die beperkingen neergelegd in een Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 1 oktober 2021. Vervolgens heeft een arbeidsdeskundige de functies beleidsambtenaar ruimtelijke ordening, welzijn
(SBC-code 765010), artsenbezoeker, dierenartsenbezoeker (SBC-code 694020) en administratief medewerker notaris, advocaat, rechtbank (SBC-code 532040) voor appellante geselecteerd. De mate van arbeidsongeschiktheid is daarbij vastgesteld op 17,84%. Het Uwv heeft appellante bij brief van 20 oktober 2021 op de hoogte gesteld van het voornemen het besluit van 26 juli 2021 te wijzigen, inhoudende dat appellante per
21 december 2021 geen recht meer heeft op een WIA-uitkering, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Appellante heeft zich tegen dit voornemen gekeerd. Naar aanleiding daarvan heeft een verzekeringsarts bezwaar en beroep dossieronderzoek verricht, inlichtingen ingewonnen bij de behandelend sector en appellante op het spreekuur onderzocht. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft op basis van haar bevindingen aanleiding gezien om de FML aan te passen. De beperkingen van appellante zijn neergelegd in een FML van
28 januari 2022. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft de door de arbeidsdeskundige geselecteerde functies onverminderd passend geacht en berekend dat appellante 17,9% arbeidsongeschikt is. Bij besluit van 9 februari 2022 (bestreden besluit) heeft het Uwv het bezwaar van appellante tegen het besluit van 26 juli 2021 ongegrond verklaard en de
WIA-uitkering van appellant per 21 december 2021 beëindigd.
Uitspraak van de rechtbank
2. De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard en daarmee het bestreden besluit in stand gelaten. Naar het oordeel van de rechtbank ligt er aan het bestreden besluit een zorgvuldig medisch onderzoek ten grondslag. Volgens de rechtbank heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep in haar rapport van
28 januari 2022 de voor appellante vastgestelde lichamelijke en psychische beperkingen in de FML van 28 januari 2022 op een overtuigende wijze gemotiveerd. De rechtbank heeft bij haar oordeel betrokken dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep appellante zelf heeft onderzocht en kennis heeft genomen van de in bezwaar verkregen medische informatie. De verzekeringsarts bezwaar en beroep is in haar rapport uitdrukkelijk ingegaan op de door appellante aangevoerde bezwaren en heeft inzichtelijk toegelicht waarom afgeweken is van de FML van 8 november 2019. Appellante heeft haar standpunt dat zij meer beperkt is niet onderbouwd met medische stukken. Uitgaande van de juistheid van de (gewijzigde) FML van 28 januari 2022 heeft de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep in het rapport van 3 februari 2022 gemotiveerd toegelicht dat de door de arbeidsdeskundige voor appellante geselecteerde functies beleidsambtenaar ruimtelijke ordening, welzijn (SBC-code 765010), artsenbezoeker, dierenarts bezoeker (SBC-code 694020) en administratief medewerker notaris, advocaat, rechtbank (SBC-code 532040) in medisch opzicht passend zijn voor appellante.
Het standpunt van appellante
3. Appellante is het met die uitspraak van de rechtbank niet eens. Appellante heeft aangevoerd dat het Uwv haar beperkingen te licht heeft ingeschat en zij de voor haar geselecteerde functies niet kan verrichten. Appellante heeft toegelicht dat haar beperkingen alleen maar zijn toegenomen na de einde wachttijd-beoordeling.
Het standpunt van het Uwv