Uitspraak
mr. P.J.C.H. Coenen. De ex-werkgever heeft zich ter zitting niet laten vertegenwoordigen.
OVERWEGINGEN
Inleiding
Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) aangevraagd. Naar aanleiding daarvan is zij op 22 september 2022 onderzocht door een arts van het Uwv. Deze arts heeft appellante per 10 december 2021 wel arbeidsongeschikt geacht, maar heeft vastgesteld dat appellante vanaf 28 september 2022 weer geschikt is voor het verrichten van arbeid met inachtneming van beperkingen die zijn vastgelegd in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 29 september 2022. De arbeidsdeskundige heeft vervolgens voor appellante functies geselecteerd en de mate van arbeidsongeschiktheid berekend op 0%. Aan appellante is bij besluit van 16 november 2022 een WIA-uitkering toegekend met ingang van 10 december 2021 naar een arbeidsongeschiktheidspercentage van 80-100%. Het Uwv heeft bij besluit van gelijke datum de WIA-uitkering van appellante beëindigd met ingang van 17 januari 2023 omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is.